Bernard de Waal

Het opmerkelijke verhaal van Bernard de Waal

Bernard de Waal  Arnhem 11 april 1892 – Den Haag 28 juli 1924
Auteur:
  Annabel Junge


Inleiding


Eén van de testvliegers van het eerst uur was de uit Arnhem afkomstige Bernard de Waal, tevens een persoonlijke vriend van Anthony Fokker.Als invlieger en vliegleraar bij Fokker werd hij bekend. In 1913 was zijn bijzondere prestatie een vlucht van Berlijn naar Utrecht. Ook om een reeks passagiersvluchten met Hollandse officieren te Den Haag is hij bekend geworden.


Bernard de Waal behaalde in Duitsland op 26 juni 1912 zijn F.A.I.brevet (nr, 255 van het Deutsche Luftfahrer-verband) in Mainz op een Goedecker eendekker. Kort daarna werd hij aangesteld als chef vlieger bij de vliegtuigfabriek van Jacob Goedecker, op het vliegveld te Gonsenheim-Mainz. Hij maakte indruk door menige overlandvluchten te maken zonder ongelukken. Sommige vluchten waren met een passagier.
Niet alleen landvliegtuigen werden door de Waal gevlogen: met een bij Goedecker
gebouwde vliegboot nam hij deel aan het ‘Erste Deutsche Wasserflugmaschinen- Wettbewerb’ dat van 29 augustus tot 5 september te Heiligendamm plaatsvond en waarbij hij een troostprijs van 3.000 mark kreeg.
 
 



De vliegschool


Toen Fokker in 1912 in het Duitse Johannistahl, zijn Spinnen begon te bouwen, vestigde hij daar ook een vliegschool. Deze vliegschool was bedoeld om aanstaande (militaire) vliegers op te leiden, zodat zij de vliegtuigen konden besturen als deze gekocht en overgedragen waren naar een land.
Zowel fabriek als vliegschool werden niet lang daarna verplaatst naar het Duitse Schwerin-Görries in Mecklenburg.
Begin 1913 bestond de Fokker vliegschool uit 25 medewerkers en Fokker zocht iemand om de leiding van de vliegschool op zich te nemen, zodat hij zichzelf meer met de vliegtuigconstructies kon bezighouden. Hij vond die in de persoon van Bernard de Waal. Diens Hollandse hart had een grote voorkeur voor het Hollandse product. In maart 1913 kwam de Waal in dienst bij de Fokker Aeroplanbau, eerst als testvlieger en niet lang daarna had hij de algemene leiding over de vliegschool.



De vlucht met de Spin naar Soesterberg


In mei 1913 ontving de KNVvL het bericht uit Duitsland dat De Waal voornemens was om met een passagier naar Soesterberg te komen. Op 13 mei van datzelfde jaar maakten Bernard de Waal en Franz Küntner, – eveneens vliegenier, en tevens technicus bij Fokker –, met het vliegtuigtype Fokker Spin Variant M1 een lange afstandsvlucht vanaf Berlijn – Johannisthal via Hannover en Hengelo naar Soesterberg. ‘s Morgens om even over half vier werd gestart met 110 liter benzine en 40 k.g. olie. De enige extra uitrusting was een groot scheepskompas, een Engelse sleutel en een paar bougies. Na geland te zijn op de Vahrenwalderheide bij Hannover, waar men lang op benzine en olie moest wachten, werd om kwart over 10 de vlucht weer voortgezet.

 Tot de Porta Westphalica verliep de vlucht voortvarend, maar daarna ging het vliegtuig door de verticale luchtstromingen, die door de zonnewarmte ontstonden, heftig op en neer. 
Tussen Osnabrück en Bentheim brak een onweer los. Het vliegtuig vloog er dwars doorheen, want men toen nog niet wist, hoe gevaarlijk het is om door een onweersbui te vliegen. De Fokker werd in alle mogelijke standen geworpen en stond soms op één vleugel. Küntner hing op een gegeven moment zelfs in de spandraden van den vleugel. Verscheiden malen dachten beide vliegers, dat hun einde nabij was, doch gelukkig kwamen ze zonder onheil door de bui heen. 
Bij Hengelo was De Waal dermate uitgeput, dat hij besloot ergens te landen. De eendekker kwam terecht op een klein stukje hei waar ze door de Twentenaren enthousiast werden ontvangen.

 

  Om 18.17 in de namiddag steeg de Spin weer op, volgde de spoorlijn tot Zutphen en vandaar naar Arnhem, waar De Waal een rondje maakte boven het huis van zijn ouders. Toen Soesterberg in zicht kwam na een totaaltijd van circa 26 uur vliegen, begon het al donker te worden. De Waal zag wel het kamp van Zeist, doch kon het vliegveld niet meer vinden. Plotseling ontdekte hij een tweedekker in de lucht. Het was luitenant Versteegh, die speciaal met de Brik van Van Meel was opgestegen om De Waal naar het vliegkamp te leiden en weldra stonden beide vliegtuigen in den hangar op Soesterberg. Ook daar was het enthousiasme groot. De Waal verklaarde later, dat hij het meest „op de zon gevlogen had." Een vliegkaart van Nederland had hij niet, maar hij had een nuttig gebruik kunnen maken van Ten Brink's zakatlasje.


De KNVvL had inmiddels aan De Waal gevraagd of hij een demonstratie zou willen geven in Den Haag. De intentie was om de Nederlandse militaire autoriteiten te interesseren voor de Fokker producten. De Waal stemde toe, en op 18 mei vertrok hij met Küntner, opnieuw begeleid door Versteegh, naar de residentie waar hij na een voorspoedige vlucht landde op het terrein achter Houtrust. De autoriteiten toonden weliswaar veel belangstelling, en er werden ook vriendelijke woorden gesproken. Echter door het slechte weer kon er nauwelijks gedemonstreerd worden en werd dan ook niets gekocht. Op 23 mei vertrokken beide vliegers weer naar Soesterberg. Toch was dit bezoek niet helemaal vergeefs geweest, want het heeft wel de basis gelegd voor de latere belangrijke opdrachten van de L.V.A. aan Fokker.  

              De volgende dag steeg De Waal op voor een vlucht naar Nijmegen, maar door een defect aan de motor                        moest hij bij Veenendaal een noodlanding uitvoeren. Het toestel ging daarbij over de kop en werd vernield.                    De beide inzittenden hadden slechts lichte kneuzingen. De overblijfselen van de M-1 werden per trein                            teruggebracht naar Berlin-Johannisthal en ook de beide vliegers keerden Nederland de rug toe.

Testvluchten


Bernard de Waal was een uitstekend vlieger en maakte – na Anthony Fokker zelf - dikwijls diverse testvluchten                 met de Spinnen, de Spin varianten en later met de M-types.
Ook als bestaande vliegtuigen veranderingen hadden ondergaan om de vliegeigenschappen te verbeteren, was                 het de Waal die een aantal vluchten maakte om die veranderingen te beoordelen.
Later was de Waal ook verantwoordelijk voor de zogenaamde acceptatievluchten, de laatste vlucht van een                       vliegtuig voordat het werd afgeleverd aan een klant.

De Fokker II


In het voorjaar van 1920 bracht de Waal het eerste verkeersvliegtuig van Fokker, de F.II*[1] van Schwerin naar Nederland. Hoewel er eerder sprake van diefstal was dan van een gewone vlucht., ondanks dat de opdracht afkomstig was uit het eigen bedrijf. Fokker was weliswaar reeds gevestigd in Amsterdam, maar het invoeren van vliegtuigen vanuit Duitsland was door de geallieerden verboden.

Bernard de Waal arriveerde in vermomming in Schwerin om niet op te vallen. Daar maakte hij zich bekend aan Reinhold Platz, chef constructeur en vertelde hij hem in vertrouwen dat hij de opdracht had om het prototype van de F. II naar Nederland over te vliegen. Om de illegaliteit kracht bij te zetten, nam De Waal tevens een naaimachine – die in Nederland schaars waren ­- mee.

Na de start, rechtstreeks vanuit de hangar, traden al snel problemen op. Door motorstoringen was De Waal genoodzaakt om twee noodlandingen op Duitse bodem te maken. De eerste noodlanding verliep verder zonder problemen. Bij de tweede echter doken uit het niets twee politieagenten op. De Waal legde in gebroken Duits uit dat hij een Hollander was die in de het Duitse luchtruimte verdwaald was. Een van de agenten antwoordde daarop dat hij navraag bij de Landsrat ging doen, de ander bleef achter bij De Waal. Die was zo brutaal om te vragen of deze agent zo vriendelijk wilde zijn om te helpen bij het aanslingeren van de propeller. Dan kon hij alvast warmdraaien. De agent vertrouwde De Waal, maar zodra de motor liep, steeg de piloot op. De storingsproblemen waren echter nog niet voorbij, dat ervoer De Waal boven Nederland.


Nabij het Friese Surhuisterveen moest De Waal opnieuw landen, waarbij hij het landingsgestel brak. Opstijgen kon niet, dus belde hij Anthony Fokker op die naar Friesland snelde om zijn toestel voor het eerst te zien. Eenmaal ter plekke werd besloten om het toestel te demonteren en per trein naar Leeuwarden te vervoeren. Vandaar zou het toestel via een boot naar Amsterdam gebracht worden.


De F. II was door Platz ontworpen als eerste passagiersvliegtuig en hij maakte zich ernstige zorgen of het toestel wel veilig was voor de toekomstige passagiers. Een zorg die later overbodig bleek te zijn. De machine was niet alleen voldoende sterk, hij was ook nog eens economisch gebouwd. Geen onderdeel was te zwaar of te groot.



 
[1]    Oorspronkelijk V 45 genoemd. ‘V’ stond voor Versuchsmachine ofwel prototype. 



Het einde


Bernard de Waal bleef letterlijk tot zijn dood bij Fokker in dienst, hij overleed plotseling op 28 juli 1924 in Den Haag na een kortstondig ziekbed als gevolg van een keelontsteking. Hij werd begraven op Moscowa te Arnhem.


Share by: