In 1912 deed Anthony Fokker met zijn Spin mee aan een internationale vliegwedstrijd in Sint-Petersburg. Fokkers autobiografie De Vliegende Hollander uit 1931 was lange tijd onze voornaamste bron over dit gebeuren, maar aanvullende informatie is beschikbaar gekomen uit Rusland.
Tijdens de wedstrijd zijn foto’s genomen van Fokker en zijn Spin.
Op de eerste foto (hierboven) zien we de Spin waarmee Fokker aan de wedstrijd deelnam.
De tweede foto (hieronder) biedt meer. Het blijkt dat deze Spin vier hoofdwielen en twee staartwieltjes had.
De veelheid aan wielen moet te maken hebben gehad met een lastig onderdeel van de wedstrijd: starten en landen op een omgeploegde akker.
Ook is te zien dat aan stuurboord een koker is gemonteerd die de achterste zitplaats met de voorste verbindt.
De derde foto (hieronder) laat deze buis beter zien, die nu in een iets andere positie lijkt te staan. Het moet een intercom zijn die versteld of verschoven kon worden, richting mond of oor. Als de motor van de Spin was gestart en de vliegkappen over de oren waren getrokken moet het onmogelijk zijn geweest elkaar te verstaan, zo’n spreek- en luisterbuis kwam dus goed van pas. Er zijn veel varianten van de Spin gebouwd maar dit exemplaar, met zes wielen en een intercom, zagen we nog niet eerder en vraagt om nadere toelichting.
Tijdens de wedstrijd werd Fokker namelijk verliefd op een Russische aviatrice, Ljoeba Golantsjikova, die wij zien op de tweede en derde foto. Zij kreeg in Sint-Petersburg vliegles in de Spin, en wel op de volgende wijze (schrijft Fokker):
“Mijn methode was wat ruw, maar doeltreffend. Zij zat in den voorsten stuurstoel, met de hefboomen binnen haar bereik…
Om haar duidelijk te maken wat ze moest doen, greep ik haar in den rug van haar jas, duwde haar voorover, trok haar terug, rukte aan haar en schreeuwde…”
Maar waarom moest Fokker dat eigenlijk doen nu wij weten dat hij zich kon bedienen van zo’n handige spreekbuis?
Er was geen taalbarrière want zij sprak Duits en Frans. Of zat die intercom er aanvankelijk niet en werd hij na de hardhandige lessen geïnstalleerd op instigatie van Ljoeba?
Dat weten wij niet, maar mocht het zo zijn gegaan dan was die taak waarschijnlijk toebedeeld aan Hans Schmidt, Fokkers persoonlijke mecanicien.
Wij zien hem op de tweede foto, maar zijn naam wordt nergens genoemd in
De Vliegende Hollander.
De Spin werd tijdens de wedstrijd afwisselend gevlogen door Anthony Fokker en Jan Hilgers.
Op de vierde foto (hierboven) zit Jan Hilgers voorin. Hij was eerder dat jaar met Hans Schmidt vooruit gestuurd om de omgeving te verkennen en de Spin te demonstreren in Helsinfors (nu: Helsinki), Riga en Reval (nu: Tallinn), steden die toen binnen de grenzen van het Russische Tsarenrijk lagen.
Ook Hilgers komt nergens voor in De Vliegende Hollander. Wie wél even opduikt in dit boek is Arthur Grünberg, die door Fokker naar Sint-Petersburg was meegenomen als tolk en woordvoerder. Grünberg kwam oorspronkelijk uit Tallinn, werkte in Duitsland en sprak Ests, Russisch en Duits.
Fokker sneert:
“…Grünberg, die met vage Slavische plannen rondliep om een toestel van mij te koopen en in Rusland als mijn agent op te treden…”
Wat De Vliegende Hollander ons niet laat weten is dat Arthur Grünberg de eerste Est was met een vliegbrevet, en dat hij dit document eerder dan Fokker in zijn bezit kreeg. En ook niet dat Grünberg, voordat hij met Fokker in zee te ging, in dienst was bij Albatros, een vliegtuigfabriek die net als Fokker Aeroplanbau gevestigd was in Johannisthal. In die hoedanigheid had Grünberg voor het eerst een Duits militair vliegtuig (een Albatros tweedekker) aan de Russen afgeleverd. Bij die gelegenheid had hij kennisgemaakt met enkele sleutelfiguren uit de Sint-Petersburgse luchtvaartkringen. Grünberg wist blijkbaar best waar hij het over had en zijn ‘Slavische plannen’ waren vast minder vaag dan Fokker ons wil doen geloven.
Wie won de wedstrijd? De Vliegende Hollander meldt dat Abramovitsj eerste werd, Sikorsky tweede, Fokker derde.
Gek, want de derde plaats zou bekroond worden met 10.000 Roebel en toch ging Fokker met lege handen naar huis.
Hoe kan dat nou? Het antwoord is te vinden in De Gevleugelde S, de autobiografie van Igor Sikorsky: alleen vliegtuigen van Russische makelij konden in de prijzen vallen.
Met een buitenlandse vliegtuig kon eventueel een bestelling in de wacht worden gesleept, maar geen geldprijs.
Sikorsky ontving 25.000 Roebel omdat zijn S-6B het beste Russische vliegtuig was.
Abramovitsj scoorde beter, maar bestuurde een in Duitsland gebouwde Wright. Daarom geen prijs.
Fokker en Hilgers bestuurden een Duitse Spin. Dus ook geen prijs.
We weten dat de Spin haast net zo goed was als Sikorsky’s S-6B omdat de prestaties met elkaar werden vergeleken in de Russische pers.
Daarbij werd opgemerkt dat de Spin en de S-6B als militair verkenningsvliegtuig vergelijkbare mogelijkheden boden, maar dat de Fokker gemakkelijker kon landen op slecht terrein en zich beter leende als eventueel schietplatform.
Wie uiteindelijk aan het langste eind trok was werd Fokkers toenmalige aartsrivaal Abramovitsj, die een voet tussen de deur kreeg en zes Wrights wist te slijten aan de Russische luchtmacht.
Fokker noemt zijn naam niet, ongetwijfeld om zijn zoveelste nederlaag tegen Abramovitsj te verbloemen: “En de eind-uitslag was, dat iemand anders met den prijs, een order op zes vliegtuigen, ging strijken”.
Hoewel de Spin grote aandacht trok (en de bijnaam pa-oek kreeg, Russisch voor spin) kreeg Fokker zakelijk gezien geen poot aan de grond in Rusland.
Een enorme tegenvaller, want hij was krap bij kas in die dagen. Dat zou compleet anders worden in de jaren twintig toen hij het tot multimiljonair had geschopt en talloze Fokkers in de Sovjet-Unie rondvlogen.
Bronnen:
© René Demets
Met dank aan Gennady Petrov en Viktor Koelikov (die de foto’s leverden), Mart Enneveer, Marc Dierikx en Michael Schmidt.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.