De F.V werd ontworpen door Reinhold Platz op initiatief van de Fokkerfabriek, er was geen opdrachtgever bij betrokken. Het vliegtuig werd gebouwd in Veere. De krachtbron was een 360 pk Rolls-Royce Eagle VIII watergekoelde V-12. De eerste vlucht werd op 7 december 1922 op Schiphol gemaakt door Hermann Hess. De F.V was gebaseerd op de eerdere F.II, F.III en F.IV (allemaal van de hand van Platz) en was bedoeld voor langere vluchten met extra comfort voor de reizigers. Platz, nooit bang voor voor experimenten, introduceerde een flinke reeks innovaties:
zou de taak van de piloot verlichten wanneer het vliegtuig staartlastig (of neuslastig) bleek te zijn.
Van deze ideeën bleken sommige goed uit te pakken, andere niet. Wat aan de verwachtingen voldeed (3, 4, 5, 7) werd geïncorporeerd in de volgende F-types, wat niet beviel (1, 2, 6) keerde na de F.V niet meer terug.
De belangstelling voor de F.V viel tegen. De KLM verloor haar interesse omdat Fokker een te hoge prijs vroeg. In juni 1923 werd de F.V uitgeleend aan Deruluft, een Duits-Russische luchtvaartmaatschappij. Deruluft pionierde met succes op lange, koude trajecten en had goede ervaringen met de Fokker F.III waarvan ze er tien bezat. De F.V werd naar Moskou gevlogen en daar getest, maar afgekeurd vanwege zijn matige plafond en lage stijgsnelheid. De koop ging niet door en het vliegtuig werd geretourneerd naar Nederland. In het voorjaar van 1924 werd de F.V verkocht aan een firma in Oostenrijk. Hoe het verder liep is nooit duidelijk geworden.
Het bleef bij de bouw van één toestel (c/n 2050). Onderstaande foto’s tonen dit ene exemplaar in diverse gedaantes.
Bronnen:
Fokker Verkeersvliegtuigen. Fokker/Van Holkema & Warendorf. René de Leeuw e.a. (1989)
F.V - Fokkers vergeten verkeersvliegtuig. Luchtvaartkennis 2/2005. Harm J. Hazewinkel (2005)
Fokker - Licensed to fly for one hundred years. Fokker Technologies. Frank van Dalen (2014)
Foto’s en archiefstukken bewaard in het Aviodrome, Lelystad.
Klik op de foto om de foto te vergroten
Deze maatschets moet gemaakt zijn voordat het prototype werd voltooid want sommige details kloppen niet: de echte F.V kreeg een vierbladige (geen tweebladige) propeller, een toegangsdeur zonder raampje, en een eenvoudiger landingsgestel.
De afmetingen zoals vermeld lijken ruw geschat, maar zijn mogelijk toch correct: spanwijdte 16 m, lengte 12 m, hoogte 4 m.
De kale F.V romp voor de Fokkerfabriek in Veere.
Romp en vleugels werden daar gebouwd en vervolgens per boot naar Schiphol getransporteerd voor de eindmontage.
De Fokkervestiging in Veere lag vlak aan het water, zoals we hier zien.
De romp lijkt hier zo goed als klaar, alleen de staartroeren moeten nog worden bekleed.
Er werd maar één F.V gebouwd (c/n 2050).
De motoruitlaat werd verlengd en langs de romp geleid om de passagierscabine te verwarmen.
Aan bakboord zaten vier raampjes.
Aan stuurboord zaten vijf raampjes, het achterste hoorde bij het toilet. De raampjes konden worden opengeschoven tijdens de vlucht.
De romp was met triplex bekleed dat, zoals hier te zien is, zo dun was dat het enigszins golfde zoals karton.
Er zitten op deze foto geen vleugels aan de romp.
Fotoreportage van het blad "De Stad Amsterdam" ove het nieuwe Nerderlandsche verkeersvliegtuig, de F.V.
De eindmontage wordt stap voor stap in beeld gebracht.
De F.V in de ééndekker uitvoering.
Nogmaals de F.V als ééndekker.
De vleugel stond ‘op stelten’, los van de romp. In deze configuratie was de F.V dus een parasoldekker.
De F.V als tweedekker met geopende passagiersdeur.
Op deze en op alle volgende foto’s is de mantel die de lange uitlaatpijp omhulde (foto 03.1) weggehaald. Hij voldeed kennelijk niet.
De passagiers zaten op acht rotan fauteuils. Toegang tot de tweepersoons cockpit was via de passagierscabine.
Daartoe moesten piloot en co-piloot een traptrede beklimmen die hier in opgevouwen toestand te zien is.
De F.V kreeg de registratie H-NABW.
Dit kenteken, aangevraagd op 19 december 1922, werd uitgereikt in april 1923 toen het vliegtuig na wat aanpassingen het Bewijs van Luchtvaardigheid (BvL) had ontvangen.
Het BvL liep af in de zomer van 1923, waarna het vliegtuig opnieuw moest worden gekeurd. Pas in maart 1924 werd de F.V nogmaals ingeschreven als H-NABW (foto 20).
Niet te zien op foto 08, maar hier wel: het richtingsroer had een rechthoekige vorm gekregen.
Deze foto is op dezelfde plek gemaakt als foto 08.1.
Op de achtergrond staat een prototype van de Fokker C.IV met een afwijkende staart.
Dit prototype is ook te zien op foto nr.26 van de C.IV pagina.
Met het oog op langere vluchten was de Fokker F.V uitgerust met dubbele besturing. Piloot en co-piloot, voorzien van vliegkap en stofbril, zaten naast elkaar in de open lucht.
De wielen werden vervangen door grotere exemplaren (vgl. met foto 03).
Nadat het kenteken H-NABW was aangebracht werd 'Fokker F.V' op de neus geschreven, en ‘bagage’ op het luik van het vrachtcompartiment.
In de cockpit zitten Anthony Fokker (links) en Prins Hendrik (rechts). Te oordelen naar hun hoofddeksels waren de heren niet van plan om op te stijgen.
Het windscherm van de piloot werd verhoogd en een snelheidsmeter (een S-type pitotbuis) werd op de vleugelneus gemonteerd.
De wielbekleding kreeg een donkere kleur (vgl. met foto 09). In de stuurstoel zit Fokkers testpiloot Hermann Hess. Hij maakte de eerste vlucht met de F.V.
In juni 1923 werd de F.V verhuurd aan Deruluft, een Duits/Russische luchtvaartmaatschappij die een vaste lijndienst onderhield tussen Königsbergen (Duitsland) en Moskou (Rusland).
Deruluft had goede ervaringen met de Fokker F.III op dit traject en was nieuwsgierig wat de nieuwe F.V te bieden had.
Een kielvlak werd toegevoegd om de stabiliteit te verbeteren (op de vorige foto’s heeft de F.V alleen een richtingsroer).
Nóg een verandering: De F.V had N-struts tussen de vleugels. De schuine stijl van de N helt hier naar achteren. Op eerdere foto’s helt de schuine stijl naar voren (zie bijv. 06 en 08.1). De open deur geeft zicht op de toiletpot. Op foto 8 was die er nog niet.
Een Russische registratie (RR13) werd aangebracht nu het toestel onder de hoede van Deruluft in Moskou gestationeerd zou gaan worden. RR staat voor Russische Republiek.
We zien dat de warmte van de uitlaatpijp de cabine kon bereiken via verticale sleuven boven elk raampje. De gezichten achter de raampjes zijn van Henri Hegener, Friedrich Seekatz en – nét zichtbaar – Cis van Rhijn. Dit drietal is ook te zien op foto’s 14, 15 en 15.1.
De RR13 vloog van Amsterdam naar Moskou met verscheidene tussenstops waaronder Berlijn, Königsbergen en Smolensk. Het vliegtuig arriveerde in Moskou op 7 juni 1923.
Deruluft was niet onder de indruk van de F.V. Binnen twee weken keerde de RR13 terug naar Nederland.
Vertrek van Amsterdam. Aan boord van de RR13 waren v.l.n.r. monteur Zywina (Deruluft), piloot Erich Just (Deruluft), Friedrich Seekatz (directeur verkoop van Fokker), Cis van Rhijn (secretaresse van Fokker) en Henri Hegener (luchtvaartjournalist). Op de wielband staat Palmer Cord Tyres te lezen, een Brits merk.
Onderweg naar Berlijn.
De passagierscabine werd speciaal ingericht zodat Cis van Rhijn haar werk kon voortzetten en de heren konden relaxen.
Seekatz zit links de krant te lezen, Hegener heeft zich een borrel ingeschonken en een sigaret opgestoken. Seekatz en Hegener hebben plaats genomen op rieten stoelen maar zónder de brede armleuningen die we kennen van foto 07.
Cis van Rhijn zit op de traptrede (nu uitgevouwen) van foto 07.
Hier zit mevrouw van Rhijn op een rieten stoel. Haar schrijfmachine kon ze kwijt op het gedekte tafeltje. De deur naar de cockpit is gesloten. Op foto 07 staat hij open.
Hegener en Van Rhijn mochten Rusland niet in en moesten in Berlijn het vliegtuig verlaten. Twee nieuwe passagiers stapten in: Paul Fette en Adolf Davydov, beide (co-)directeur van Deruluft.
Tussenstop in Smolensk. De twee benzinetanks van de F.V zaten in bovenvleugel en worden hier bijgevuld.
De F.V, een ‘Sonderflugzeug’ dat zich die dag voor het eerst in Rusland liet zien, trok volle aandacht. Piloot Just en monteur Zywina zijn te herkennen in het poserende gezelschap , maar de identiteit van de anderen is ons onbekend.
Terug in Nederland werd een grote witte rechthoek op de romp geschilderd en een kleine op het richtingsroer. Dit ter voorbereiding van de hernieuwde Nederlandse registratie. Het Russische kenteken RR13 staat nog steeds op de bovenvleugel op deze foto.
Een maand later was de F.V van de partij tijdens de Nationale Luchtvaartdag op Schiphol op 14 juli 1923.
Tot ieders verrassing werd het vliegtuig tussen het publiek geparkeerd. Het was die dag snikheet zodat men verkoeling zocht in de schaduw onder de vleugels.
Nét te zien op deze foto: op de onderkant van de vleugel was in groot formaat FOK te geschreven. Onder de andere vleugel moet KER hebben gestaan.
Nogmaals de F.V tijdens de drukbezochte Nationale Luchtvaartdag op Schiphol, 14 juli 1923.
Parasols, bretels en strohoeden waren de mode van die tijd.
Na het Deruluft avontuur en de Nationale Vliegdag werd de F.V voor de tweede keer ingeschreven als H-NABW.
De KLM had geen interesse in de F.V, het bleef bij de bouw van één toestel.
De F.V werd uiteindelijk verkocht aan het buitenland, maar er zijn ons geen foto’s bekend die tonen hoe de F.V er vervolgens uitzag.
Een aanzienlijk aantal foto's op deze F.V site is beschikbaar gesteld door het archief van het Aviodrome. Hiervoor onze dank.
Er zijn filmbeelden bewaard gebleven van de RR13 (c/n 2050) in Moskou, juni 1923.
We zien de passagiers instappen en het vliegtuig opstijgen.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.