FOKKER F.XII 1930 

In 1930 werd het prototype van de driemotorige F.XII volgens KLM specificatie ontwikkeld, een type dat kleiner was, dan de F.IX, doch meer capaciteit had dan de F.VIIb-3m. 

De F.XII had drie 425 pk Pratt & Whitney Wasp C motoren en kon zestien passagiers vervoeren en twee bemanningsleden. 

Op 1 oktober 1931 introduceerde de KLM dit type op de Amsterdam-Batavia route. 

In het totaal werden elf F.XII's door Fokker gebouwd, nl. de PH-AFH, AFL, AFU, AFV, AID, AIE, AIH, AII en AIJ voor de KLM, de PK-AFH en AFI voor de KNILM, SE-ACZ voor de Zweedse A.B. Aerotransport. 

Twee F.XII's werden door Orlogsvaerftet in Kopenhagen voor Det Danske Luftfartselskab in licentie gebouwd, nl. OY-DIG en DAJ. 

KLM verkocht tenslotte haar F.XII toestellen aan o.a. Air Tropic en British Airways. Vier werden uiteindelijk aan Spanje doorverkocht tijdens de burgeroorlog. 

De eerste KLM F.XII, PH-AFL met cn 5242 op Schiphol, voor het stationsgebouw.

De PH-AFL verongelukte helaas op 6 april 1935 bij Brilon in Duitsland.

De PH-AFV met cn 5284 van de KLM waar de monteurs de middenmoter starten.

Na zijn KLM carrière ging cn 5284 naar British Airways als G-ADZH.

Het was vrij uitzonderlijk dat Fokker vliegtuigen in Britse dienst waren.

In de jaren ’30 had Engeland zelf een tiental gerenommeerde vliegtuigfabrikanten.

Na een tijd ging cn 5284 van British Airways naar de Spaanse Nationalisten als 45-5.

De PK-AFH van de KNILM met cn 5246.

Het is onbekend waarom cn 5246 de enige was met een bolle bovenzijde van de romp in plaats van plat, zoals bij de andere F.XII’s.

De KLM PH-AFU met cn 5285 tijdens groot onderhoud in de hangar.

De PH-AFU op het vliegveld Croydon bij London.

De KLM PH-AIE met cn 5292 in een winterse sneeuwbui.

Cn 5292 voor het Engelse Crilly Airways als G-ADZJ.

De KLM PH-AIH met cn 5300. 

De aerodynamische wielkappen zijn later weer verwijderd, want bij landingen op een natte ondergrond raakte de wielen geblokkeerd door opgehoopt modder.

De PH-AII van de KLM met cn 5301.

De Zweedse SE-ACZ met cn 5303 voor A.B. Aerotransport Stockholm.

De SE-ACZ ging in 1949 bij een hangarbrand in Bromma verloren.

De F.XII cockpit.

Zestien stoelen in de F.XII cabine.

De 6-persoons cabine, ingericht met luxe slaapstoelen voor een vlucht naar Nederlands Indië.

Een gevulde boordkeuken in de F.XII met bestek en etenswaar voor de lange Indië-vlucht.

s’ nachts verbleven de passagiers in hotels nabij het betreffende vliegveld.

Tijdens de vlucht fungeerde de boordwerktuigkundige als steward.

De OY-DIG met cn 75 van het Deense DDL, Det Danske Luftfartselskab, was in licentie gebouwd bij het Deense Orlogsvaerftet.

De OY-DAJ met cn 87 voor DDL, licentie Orlogsvaerftet.

Een Zweedse Fokker van de luchtlijn Malö - Amsterdam komt binnen op Schiphol. 

Deze luchtlijn wordt gezamenlijk met de KLM geëxploiteerd. 

De bagage wordt uitgeladen.

De post komt uit het voorruim.

De tractor staat al klaar om het vliegtuig naar de loods te slepen.

Op 20 september 1931 op de avond voor de opening van de wekelijkse dienst naar Nederlands-Indië bracht koningin Wilhelmina, samen met prinses Juliana en prins Hendrik een bezoek aan Schiphol om de nieuwste vliegtuigen in ogenschouw te nemen.

Het vliegtuig is De Valk.

De Duif staat in loods B, waar de kist de laatste inspectie krijgt voor de vlucht naar Indië.

Loods B is de grootste loods en daar worden specifiek de Indië-vliegtuigen onderhouden.

Dit is de om te laten zien hoeveel benzine er op de Indiëvlucht is gebruikt, namelijk 12.000 liter. 

Dit zijn de zit/ligstoelen aan boord van de F.XII op de Indië-route.

De passagier kreeg 2 koffers van de KLM die onder en achter de stoel pasten.

De kajuit van de F.XII voor de Indë-route. Links voorin de werkplek van de telegrafist, rechts de werkplek van de piloot/navigator.

De kajuit gezin vanuit de stuurhut.

Achterin was een pantry en de mecanicien fungeerde ook als hofmeester.

Even verder was het toilet.

Instappen voor de vlucht naar Nederlands-Indië.

Dit is de F.XII "Leeuwerik".