De Fokker F.XIV / F.XIV-3m

De F.XIV is één van de twee vliegtuigen in de F-serie waar nooit passagiers mee zijn vervoerd.
Zowel de F.XIV als de F.XIV-3m zal hier toegelicht worden omdat het maar om slechts één machine gaat.

Bij de eerste Europese passagiersvliegtuigen was slechts rekening gehouden met de bagage van de passagiers.
Hiervoor werd achter in de cabine een aparte ruimte ingericht. Ook was er veelal een kleine ruimte voor post.  
Fokker constructeur Reinhold Platz ontwierp voor het vervoeren van grote stukken vracht de F.XIV, die in februari 1929 gereedkwam.
Op 22 februari 1929 maakte Emil Meinecke vanaf Schiphol de eerste vlucht met dit toestel, dat voorzien was van één Gnome Rhône Jupiter motor van 450 Pk.

Het vrachtruim was 5 meter lang, 1,80 meter breed en 1,50 meter hoog (13,5 kubieke meter).
Na enkele wijzigingen aan de machine, waaronder vergroting van het hoogteroer en de stabilovlakken, maakte de machine op 8 maart 1929 opnieuw een vlucht.
KLM en andere luchtvaartmaatschappijen hadden geen belangstelling voor een dergelijke machine.

Fokker hoopte de verkoopkansen van het vliegtuig te verhogen door er een driemotorige passagiersmachine van te maken.
De Jupiter motor maakte plaats voor 3 Lorraine Algol 9 motoren, van 370 Pk elk.  
In de cabinewanden kwamen ramen en er werden acht stoelen geïnstalleerd.
Na de verbouwing werd het vliegtuig aangeduid als F.XIV-3m.

Het is Fokker evenwel niet gelukt de machine aan de KLM of aan een andere luchtvaartmaatschappij te verkopen, omdat de F.XIV-3m economisch niet aantrekkelijk was.
Er heeft dus nooit één betalende passagier in de F.XIV-3m gevlogen.

De F.XIV-3m vond in 1935 zijn eindbestemming in een speeltuin bij restaurant-theehuis "Soesterdal", nabij vliegbasis Soesterberg.
In de meidagen van 1940 werd de voormalige vrachtmachine door de Duitsers vernield.