Op 6 juni 1932 ontvouwde Anthony Fokker zijn plannen voor de gigantisch grote F.XXXVI aan KLM baas Albert Plesman.
De F.XXXVI bood maar liefst plaats aan 32 passagiers, in vier luxe 8-persoons compartimenten.
De bemanning bestond uit 4 personen, er was een boordkeuken met een koelkast en achter in de cabine bevonden zich twee toiletten.
In de cockpit zaten de vliegers, net als bij de F.XXII, schuin achter elkaar.
De vleugel had een spanwijdte van 33 meter en had een oppervlakte van 172 m².
De F.XXXVI was voorzien van 4 Wright Cyclones van elk 750 Pk.
Plesman bood in september 1932 mondeling aan 6 toestellen te zullen aanschaffen.
Het bleef echter maar bij één toestel voor de KLM en er is ook maar één F.XXXVI gebouwd.
Mede door de komst van de geheel metalen Douglas DC-2 werd De F.XXXVI geen succes.
Fokker bleef (te lang) vasthouden aan de conventionele bouwwijze van staalbuis, linnen en hout.
De eerste vlucht vond plaats op 22 juni 1934, dus nog voor de kleinere versie, de F.XXII.
Op 27 maart 1935 ging de F.XXXVI als PH-AJA naar de KLM.
De F.XXXVI is niet ingezet op de Indië-route, maar heeft tot tevredenheid een paar jaar dienst gedaan op Europese routes.
In de zomermaanden voerde De F.XXXVI ook rondvluchten uit.
Na zijn KLM carrière ging de F.XXXVI in september 1939 naar Scottish Aviation om na twee maanden naar de RAF, de Royal Air Force, te gaan.
De F.XXXVI werd verbouwd en bij de RAF gebruikt als vliegend klaslokaal voor aanstaande navigators, net als de F.XXII.
Op 21 mei 1940 verongelukte de F.XXXVI tijdens de start vanaf het vliegveld Prestwick.
Klik op de foto om de foto te vergroten