Doordat het passagiersaanbod, op vooral Europese vluchten, in de 2e helft van de jaren ’20 toenam, wilde KLM directeur Albert Plesman grotere vliegtuigen in zijn vloot.
Plesman vroeg Fokker zo’n groter toestel voor de Europese routes te ontwikkelen.
Ontwerper Reinhold Platz deed zijn werk en kwam met een toestel met een brede cabine en plaats voor 15 passagiers.
Op de eerste ontwerptekeningen wordt de F.VIII nog aangedreven door drie motoren.
Doordat de motoren op dat moment krachtiger en betrouwbaarder waren, werd besloten de middelste motor weg te laten.
Zo ontstond de mogelijkheid om de romp aan de voorzijde te voorzien van een deur waardoor het mogelijk was vracht in te laden.
Op 12 maart 1927 maakte de F.VIII zijn eerste vlucht.
Zoals gebruikelijk in de F reeks kon het toestel van diverse motoren worden voorzien.
Het prototype vloog met twee 440 pk Gnome-Rhône Jupiter IV motoren, andere krachtbronnen voor de F.VIII waren de 500 pk Jupiter VI, de 525 pk Wasp of de 640 pk Wright Cyclone R-1820.
De KLM kocht 7 machines, één ging er naar het Hongaarse Malert en vliegtuigbouwer Manfred Weiss bouwde er drie in licentie in Hongarije.
De KLM had met twee van de 7 machines niet veel geluk.
Zowel het eerste als het derde toestel werden binnen twee jaar afgeschreven na een crash.
Van het eerste toestel brak kort na de start op 22 augustus 1927 een spandraad, die het richtingsroer en het kielvlak meesleurde, waarna het toestel een noodlanding maakte in een groepje bomen bij Sevenoaks in het Engelse Kent.
De derde F.VIII maakte op 11 april 1928 een ongelukkige noodlanding bij
Nigtevecht, na een motorstoring.
KLM gebruikte de overige machines tot in de jaren ’30.
Een aantal werden door de KLM verkocht aan andere operators.
Van één F.VIII, de ex H-NAED, zijn na zijn carrière in de Nederlandse Antillen en Venezuela, de restanten in 2001 in het bezit gekomen van het toenmalige Aviodome op Schiphol en worden nu in het Aviodrome tentoongesteld. (
Zie "de berging van de F.VIII 'Duif' )
Eén KLM F.VIII is korte tijd verhuurd geweest aan de LVA.
Klik op de foto om de foto te vergroten
Het prototype van de F.VIII met cn 4993 als H-NADU van de KLM.
cn 5041 nu als PJ-AED van het KLM West-Indisch bedrijf.
Het ongeval van de H-NAEE bij Nigtevecht op 11 april 1928.
De SE-AEB met cn 5044 voor het Zweedse A.B. Aerotransport.
De ex PH-AEH van de KLM nu als PH-OTO van het RSL, Rijks Studiedienst voor de Luchtvaart.
Omdat deze kist ook werd gebruikt voor luchtfotografie en kartering waren de motoren in de vleugelvoorrand gemonteerd.
Zo kon er vanuit de (geopende) cabineramen beter gefotografeerd worden.
In september 1939 is de PH-OTO verhuurd geweest aan de LVA.
Op 25 mei 1939 ging de KLM PH-AEI naar het Zweedse G.A. Flygrederi als SE-AHA. Hier staat hij op het vliegveld van Götenborg.
Lange delen vracht konden gemakkelijk door de F.VIII neus naar binnen.
Het zeer mooie interieur van de Fokker F.VIII was zeer geschikt voor zakelijk reis en werkverkeer.
KLM vloog er mee in behoorlijke aantallen in Europa.
Elf van de vijftien comfortabele stoelen in de ruime cabine van de F.VIII zijn hier goed zichtbaar.
Het Amerikaanse Douglas nam na verloop van tijd voor de DC-3 deze slimme stoelopstelling over.
Geen behoefte aan een gesprek dan LINKS,echter wel zin in een conversatie kies RECHTS.
Deze Hongaarse HA-FNC met cn 4053, die in licentie bij Manfred Weiss was gebouwd, had een andere vorm cockpitramen en een aangepaste neusvorm.
Dezelfde PH-AEI van KLM, waarschijnlijk tijdens hetzelfde vliegfeest op Soesterberg.
KLM zette haar F.VIII toestellen speciaal in voor de verbindingen naar diverse hoofdsteden.
Dat waren dan Londen, Parijs, Brussel, Berlijn en Amsterdam.
Na een ongeluk met dit typel in Venezuela in 1939 bleef de ex PJ-AED (de Duif) daar achter.
Pas veel later in de jaren tachtig vond een expeditie de ex Duif terug.
Bij Aviodome te Schiphol bleven het geraamte de motoren en de cockpit in opslag.
Het geheel verhuisde mee naar Aviodrome te Lelystad en werd daar vanaf 2020 tentoongesteld.
Op foto hierna hebben wij een mooie foto daaraan gewijd.
De PH-AED Duif van KLM taxiet op (waarschijnlijk) vliegveld Soesterberg.
Tijdens een van de vliegfeesten bij Theehuis Soesterdal.
De KLM vlag wordt net gehezen.
De buitenterrassen zijn van Theehuis Soesterdal.
De Duif werd afgeleverd met c/n 5041 met kenletters H-NAED en op 28-02-1929 omgezet naar PH-AED.
Als PJ-AED later PJ-AID vanaf 15-12-1937 kwam deze F.VIII in dienst bij KLM Nederlandse Antillen.
In april 1939 is dit toestel verkocht aan Venezuela en daar later verongelukt.
Passagiers hebben net de PH-AEF van KLM verlaten, op weg naar het Schiphol stationsgebouw.
Afgeleverd met c/n 5043 als H-NAEF op 27-02-1928 en op 28-02-19.29 omgeletterd naar PH-AEF.
Op 05-01-1936 werd British Airways de nieuwe eigenaar met registratie G-AEPT.
De staartslofwagen.
Het vliegtuig wordt door een tractor naar de loods gesleept. Let op de staartslofwagen.
Het grote veld van Schiphol werd we 'de betonzee' genoemd.
Te gast bij vliegveld Soesterberg, de PH-AEI. Eerst als H-NAEI afgeleverd aan KLM op 06-06-1928 en per 28-021929 omgeletterd naar PH-AEI. Op 28-11-1936 verkocht aan British Airways als G-AEPU.
Doorgeleverd aan G.A.Flygrederi te Gotenburg Zweden op 25-05-1939 als SE-AHA.
Als OH-FOA op 12-03-1940 doorgeleverd aan de Finse Luchtmacht en nog later als FE-1.
Verongelukt op 27-09-1941 bij Latva Finland.
Voorwaar een lange levensduur.....
In deze film over vliegveld Croydon (bij Londen) komt de F.VIII prominent in beeld.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.