Al in 1920 werden er, via de Amerikaanse ambassade in Den Haag, bij Fokker bestellingen geplaatst voor de Fokker C-I en D-VII voor gebruik in de USA.
In datzelfde jaar reisde Anthony Fokker zelf naar de USA om te zien of er daar mogelijkheden waren om zijn vliegtuigen te verkopen.
Het US Army Air corps had belangstelling in de Fokkerproducten, wat resulteerde in een verzending van twee Fokker F-4 vliegtuigen vanuit Nederland.
In januari 1922 opende Fokker het verkoopkantoor “Netherlands Aircraft Manufacturing Company of Amsterdam” in New York.
Het verkoopkantoor werd geleid door de Nederlanders Bob Noorduyn en Frits Cremer. Frits was een jeugdvriend van Fokker uit Haarlem en later testpiloot in de Fokker fabriek in Schwerin, Duitsland.
Robert (Bob) Noorduyn was chef-tekenaar van de British Aerial Transport Company,
Via het verkoopkantoor in de States werden Fokkervliegtuigen geïmporteerd vanuit Nederland en verkocht.
In Maart 1922 arriveerden de twee F-IV’s in de USA, daar aangeduid als T-2.
Eén van deze toestellen werd speciaal aangepast voor een coast-to-coast vlucht, uitgevoerd op 2 mei 1923 door de luitenants Kelly en Mcready.
De vlucht leverde in de USA veel publiciteit op, mede voor Anthony Fokker zelf. Hij was dol op de publiciteit.
De US Army was geïnteresseerd in de staalbuisrompen van de Fokkers en gunde hem de opdracht om 135 de Havilland DH-4’s om te bouwen van houten naar stalen rompen.
De eis was dat de opdracht in de USA moest plaatsvinden, waarop Fokker de leegstaande Witteman Lewis fabriek huurde in Hasbrouck Heights bij Teterborro airport in New Jersey.
In mei 1924 werd dit de Atlantic Aircraft Corporation, waar Bob Noorduyn General manager werd.
Op 16 september 1925 veranderde de naam in Fokker Aircraft Corporation en in december 1927 werd deze naam weer gewijzigd in Fokker Aircraft Corporation of America.
Vanaf maart 1930 tot 1933 veranderde de naam opnieuw en nu in General Aviation Company omdat de General Motors Company de meerderheidsaandelen bezat.
Na de vestiging in Hasbrouck Heights kwamen er later ook nog fabrieken bij in Glendale, West-Virginia en in Passiac New-Jersey.
In het begin van de Amerikaanse periode van Fokker, werden er vanuit Nederland veel vliegtuigdelen en componenten naar de USA getransporteerd en daar geassembleerd voor de verkoop.
Soms werden de rompen werden in Nederland gebouwd en de vleugels in een Amerikaanse vestiging. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij de B-4 vliegboot die in de USA F-11(A) heette.
Later werden er in de Amerikaanse Fokkervestigingen ook veel eigen vliegtuigtypen ontworpen en gebouwd, vaak voor het Amerikaanse leger of de luchtmachtafdeling van het leger, het United States Army Air Corps (USAAC).
Een aantal in Amerika ontworpen typen waren gebaseerd op de romp van de Fokker F-7, die dan werd verlengd en/of verbreed en ook van andere motoren werden voorzien.
Ook zijn er een aantal Amerikaanse typen in andere landen in licentie gebouwd, zoals in Japan en Canada.
Fokker had zowel voor de geïmporteerde vliegtuigen, als voor de in Amerika ontworpen typen een dubbele of andere modelaanduiding voor zijn vliegtuigen.
Vliegtuigen voor de Amerikaanse land of luchtmacht hadden vaak ook nog een militaire type aanduiding.
Begin 1929 verkocht Anthony Fokker 40% van zijn belangen aan General Motors
voor $8.000.000,-.
De naam van het bedrijf veranderde daarna in General Aviation Company
In 1930 ontstaat er wrijving tussen Fokker en de General Aviation directie.
Fokker wil het bedrijf uitbreiden, de General Aviation directie was terughoudend en wilde eerst overleggen met een aantal commissies.
De inbreng van Fokker brokkelde af, op het laatst was hij nog technisch directeur.
Uiteindelijk verdween Fokker helemaal bij de General Aviation Company en nam hij genoegen met een vijfjarig afkoop contract met een salaris van $ 50.000,- per jaar.
General Motors verkocht het bedrijf in 1934 aan North American Aviation.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.