Fokker Model 7 Trimotor
Hoewel de aanduiding Trimotor ook werd gebruikt voor Model 6 (de driemotorige F.VII) is dit een ander toestel.
Toen Anthony Fokker de F.VII Trimotor aan de US Army Air Service aanbood betrof dit zowel uitvoeringen voor transport, als ambulance en als bommenwerper. Hij noemde die toen F.VIIA, F.VIIB en F.VIIC. Voor de ‘B en de ‘C waren de toestellen voorzien van een wat naar voren geplaatste open cockpit. Dit omdat de AAS de cockpit onder de vleugel in het schroefveld van de motoren gevaarlijk vonden.
Bij de doorontwikkeling vonden nog een groot aantal andere wijzigingen plaats. Die rechtvaardigde een nieuwe modelaanduiding.
De AAS bestelden drie toestellen als C-2 en de Navy eveneens drie als TA-1. De besluitvorming over de specificatie van de toestellen had echter lang geduurd. Daardoor waren de eerste twee Trimotors bestemd voor een luchtvaartmaatschappij. Juan Trippe had die besteld voor Colonial Air Transport. Ze moesten gaan vliegen op de luchtpostroute New York-Hartford-Boston. Helaas had Trippe zich niet gerealiseerd dat in het contract hiervoor eenmotorige vliegtuigen waren voorgeschreven. Zodat alsnog Universals werden besteld en de Trimotors overbodig waren.
De eerste werd alsnog met de nodige vertraging eind 1926 afgeleverd. De tweede was kort na de levering aan Colonial al verkocht aan Pan American Airways. Maar ook een oude bekende kocht nog een Trimotor. Dat was Byrd die hiermee de eerste non-stop vlucht van New York naar Parijs wilde maken.
Het toestel, met Anthony Fokker aan het stuur, vloog echter in april1927 bij zijn eerste vlucht over de kop. Zodoende waren Lindbergh en Chamberlin (naar Duitsland) Byrd voor.
De Trimotor ‘America’ eindigde in Het Kanaal aan het strand van Ver sur Mer toen Parijs niet gevonden kon worden.
Ondertussen waren ook de afleveringen aan de Army Air Service (inmiddels Air Corps) in het voorjaar van 1927 op gang gekomen.
De toestellen voor de Navy volgden en waren bestemd voor de Marines die vochten in Nicaragua.
Ondanks druk van Fokker bleef het aantal nabestellingen beperkt. Het Air Corps kocht nog tien C-2A’s met een grotere vleugel, waarvan er twee spoedshalve naar de Marines in Nicaragua werden doorgeschoven. Ook werd nog een derde TA-2 aangeschaft.
Toen een van die toestellen vrij snel verongelukte werd bij Fokker nog een TA-3 met Wasp motor in de neus besteld.
Nadat gebleken was dat Fokker hiervoor een afgekeurde Air Corps romp gebruikte werd de bestelling afgeblazen.
Anthony Fokker was woedend. Maar toen alsnog een nieuwe romp was aangeboden werd dat aanbod geweigerd.
In 1929 kwam, in plaats van de militaire versie van de Wright J-5 motor, de sterkere J-6 op de markt. Daarna werden een aantal C-2A’s met de nieuwe motor uitgerust en als C-7 aangeduid. De Navy volgde door enkele TA-1 en TA-2 hiermee om te bouwen tot RA-3’s. Daarbij werd ook de aanduiding van de transportfunctie veranderd van T in R.
Ook met dit type Trimotor werden nog beroemde vluchten gemaakt. Naast de oceaanvlucht van Byrd vloog een C-2 van California naar Hawaii. En begin 1929 vestigde een C-2A een wereldduurrecord voor bijtanken in de lucht.
Klik op de foto om de foto te vergroten