Nu, in 1939, zijn praktisch alle exportmogelijkheden voor de kleinere en lichtere G.1B om vele redenen afgevallen.

Politiek, status van sommige landen en de capitulatie van Nederland, zetten Fokker tijdelijk buitenspel.

De Tweede Wereldoorlog nadert met rasse schreden en LVA heeft een groot tekort aan dit soort jachtkruisers.

Dus volgt er een snelle bijbestelling van de G.1B, naast de al in levering zijnde G.1A.

Op Schiphol, vlakbij de Fokker Vliegdienst, staan er al 7 stuks gereed.

Ze worden optimistisch al vast genummerd vanaf 340 t/m 366.

Hier staat de eerste Fokker G.1B die in 1937 voor proef- en demonstratie doeleinden eerst op Welschap-Eindhoven wordt gevlogen.

Aanvankelijk met 2 Hispano Suiza motoren van 750 pk die snel vervangen worden door de Pratt & Whitney Twin Wasp jr, ook van 750 pk.

Daarna vervolgt het voorvliegen op vliegveld Soesterberg en vliegveld Schiphol.

De invliegers worden de Tsjech Karel Mareš, de Nederlands/Duitse Emil Meinecke en Gerben Sonderman, die ook vliegt bij LVA.

Een nieuwe traditie bij Fokker wordt de X registratie voor de proeftoestellen.

Dus vliegt deze G.1 aanvankelijk als X-2 voor potentiële klanten.

In 1939 gaat deze G.1B een nieuw leven beginnen als de 340 van de Luchtvaart Afdeeling met c/n 5419.

Tijdens de meidagen van 1940 wordt hij deels verbrand op Schiphol Amsterdam en valt in Duitse handen.

In de sneeuw, op 23-02-1940, geeft het remsysteem problemen.

De 341 van de LVA werd gevlogen door Vlieger Van Riemsdijk.

Het resultaat is onder andere een gebroken linker staartboom.

Deze 341 had ook al de oranje LVA driehoek aanduiding, want export was gezien het verloop van de Tweede Wereldoorlog niet meer mogelijk.

Op de reparatie/revisie lijst van Fokker Amsterdam-Noord staat op 17 mei 1940 het volgende, ondertekend door Kap. Kruijff van Dorssen van LVA: De reparatie van de G.I B kenteken 341 c/n 5557 is voor 50 % voltooid.

De 342 van LVA c/n 5559 is aanvankelijk voor de Spaanse Republikeinen en later Finland bestemd.

Deze G.1B is gereed op 08.05.1939 in drie camouflage-kleuren met radiomast maar nog steeds onbewapend.

Immers alle kandidaat kopers vallen om diverse redenen af.

In de meidagen van 1940 worden deze de 342, 343 en 346 nog snel bewapend met 4 Browning mitrailleurs van 7.9 mm.

Tezamen worden deze jachtkruisers nog tot en met 14 mei 1940 ingezet.

Vlieger is 2e Lnt. F. Droste en staartschutter Sgt. J. Staal en de basis is Schiphol Amsterdam.

De Duitse Luftwaffe neemt tenslotte het beschadigde toestel in beslag.

Een lange rij van de G.1B-productie opgesteld op vliegveld Schiphol.

Hier gaat het om de 343, 348, 341, 342, 347 en 346.

Ze staan in afwachting van het monteren van de bewapening.

Vooraan staat de 343 c/n 5560 die gereed komt in november 1939.

De meeste van deze jachtkruisers, aanvankelijk bestemd voor Spanje en later voor Finland, worden voorzien van 4 mitrailleurs van 7.9 mm.

Dan zijn ze inmiddels ingelijfd bij de Luchtvaart Afdeeling.

Nog op 14 mei wordt deze 343 gevlogen door 2e Lnt. Govert Steen en boordschutter Sgt. Kentie.

Op de Haagweg bij Schiphol gaat de G.1 B tenslotte in vlammen op.

In de Soesterbergse sneeuw in de winter van 1939-1940 zijn de motoren gestart.

Waar mogelijk worden de voor export bestemde G.1B jachtkruisers alsnog bij de LVA ingelijfd.

Hier de LVA 344 c/n 5561, motoren 1392 en 1395.

Op 17 mei 1940 was de jachtkruiser voor 70 % gereed (zie reparatielijst Fokker Kap.Kruiff Van Dorssen), dus net te laat om nog in Nederlandse dienst te opereren.

De Duitsers namen hem iets later alsnog in gebruik.

Fraaie opname van het proefdraaien van een van de inmiddels bij de LVA ingedeelde jachtkruisers.

Zie verder het grote leverschema van Fokker dat met man en macht werd uitgevoerd.

Uiteindelijk leidde dat deels ook tot een onbedoelde maar behoorlijke doorlevering aan de Duitse Luftwaffe.

Deze G.1B 346 (c/n 5566 ) is pas bewapend en aan LVA afgeleverd met de 4 mitrailleurs voorin en één beweegbare achterin. Dit is op 13 mei 1940.

Eerst maakt de 346 deel uit van de zes G.1B toestellen die op Schiphol op de rand van het platform staan opgesteld.

Het toestel gaat meteen op die dag vanaf Schiphol diverse missies vliegen, samen met de 342 en 343.

Verkenning is dan de hoofdtaak.

De beschildering is een driekleurig camouflagepatroon en de kist is voorzien van een radiomast bovenop en uitgerust met spinners op de propeller.

Al op 14 mei 1940 blokkeren de voorwielen en botst Vlieger Sgt. Vl. C. Ottes op de 343.

Bronnen vermelden dat de 346 het laatste G.1 toestel is geweest in actieve LVA dienst.

De Duitsers maken deze jachtkruiser later buit en nemen geen risico, zie de Duitse bewaking.

De Luftwaffe registreert hem later als TD+KC.

De G.1B 345 met c/n 5563 wordt op 14 augustus 1939 afgeleverd aan de LVA.

Tussen 23 oktober en 21 december 1939 beproeft Fokker testvlieger Gerben Sonderman het toestel voor het N.L.L. Nationaal Luchtvaart Laboratorium.

De steeds kortere tijd om te beproeven, te oefenen enzovoorts gaat leiden tot soms snelle procedures. Het besef van een naderende oorlog speelt daarin een grote rol.

Op 16 februari 1940 wordt de 345 definitief ingedeeld bij LVA. Op 8 mei 1940 komt hij aan op Ockenburg bij Den Haag.

De kist is beschilderd in effen groen (Spanje export) en nog niet bewapend. 

Vanaf Ockenburg kon de G.1B niet weg komen want de landingsbaan is geblokkeerd door een Duitse aanval op 10 mei 1940.

Hier wordt de 345 door een trekker weggesleept.

Opvallend is dat de motoren nog ingepakt zitten vanwege de depot status van deze G.1B.

Het toestel wordt buitgemaakt door de Duitse Luftwaffe en verongelukt bij Köthen (onder Maagdenburg) in november 1941.

Registratie onbekend.

Op 14 mei 1940 komt de G.I B LVA 357 c/n 5596 alsnog gereed voor aflevering.

Op zich een hele prestatie gezien het grote aantal reparaties en revisies in Amsterdam-Noord.

Deze jachtkruiser staat aan de zijkant van Rijksweg Amsterdam-Den Haag vlakbij vliegveld Schiphol.

Op 15 mei, na de Nederlandse capitulatie, valt hij ongedeerd in handen van de Duitsers.

Dit is de G.1B 361 van de LVA in de periode meteen na de Nederlandse capitulatie.

Het toestel staat naast de rijksweg Amsterdam-Den Haag vlakbij vliegveld Schiphol, omringd door Duitse motorrijders.

Verrassend is de aanwezigheid van proefvlieger Emil Meinecke van de Fokkerfabriek. . . . . .

Verdere gegevens vindt u in de lijst verderop op deze pagina bij registratienr. 361.

De foto is een raadsel, het toestel heeft geen registratie of deze is weggeretoucheerd.

Het is wel een G.1B.

Ook deze foto is het het toestel zonder registratie of weggeretoucheerd.

Het kan zelfs het prototype zijn, de oorspronkelijke X-2.

Het Herrenvolk heeft er al bezit van genomen.

De foto is wellicht op vliegveld Schiphol genomen, na de capitulatie van Nederland.

De 349 c/n 5580 wordt op 16 januari 1940 ingevlogen en al op 23 januari 1940 overgenomen door LVA.

Duidelijk wordt al het steeds hogere tempo waarin het invliegen en de overname door LVA plaats vindt.

De 349 is weer geheel effen Spaans groen maar ook onbewapend.

Wellicht op vliegveld Soesterberg buitgemaakt door de Duitsers ?

In ieder geval heeft ook deze 349 niet meer aan de strijd deelgenomen.

Op deze foto is hij tijdelijk geparkeerd in de Fokkerhangard op Schiphol.

Wat de Duitsers ermee gedaan hebben is onduidelijk.

Van dichtbij is duidelijk te zien dat er op de G.1B niet 8 mitrailleurs in de neus zitten, maar  zwaardere boordkanonnen.

Oorspronkelijk zou deze 349 effen groen geschilderd naar Spanje gaan.

De Tweede Wereldoorlog gooide roet in het eten en de LVA nam de splinternieuwe G.1B jachtkruisers graag en snel over van Fokker.

Echter, een van de motoren van de 349 jachtkruiser liet de LVA in de steek.

De 346 c/n 5566 maakt de eerste vlucht op 13 mei 1940 en wordt onmiddellijk overgedragen aan LVA.

De jachtkruiser is driekleurig gecamoufleerd en voorzien van een radiomast en van spinners.

Ook deze G.1 B staat heel lang op Schiphol in de serie van 6 toestellen die eerst op uitvoer wacht.

Op 13 en 14 mei 1940 wordt meegevlogen met diverse patrouille en verkenningsvluchten.

De vaste uitvals basis is dan vliegveld Schiphol.

Alleen de vlieger is bekend Sgt.C. Ottes en van de staartschutter is niets bekend.

Tenslotte botst de 346 tegen de 343 op 14 mei 1940 waarbij de 346 beschadigd raakt.

Op 15 mei 1940 wordt de 346 buitgemaakt door de Duitsers en krijgt registratie TD+KC.

De 346 wellicht na een botsing met de 343 vermoedelijk op Vliegveld Schiphol .

Gezien de eindlijn van Fokker zou daar nog aan gewerkt kunnen worden.

De 355 c/n 5574 wordt op 23 december 1939 ingevlogen en door LVA overgenomen op 26 januari 1940.

Ook deze 355 wordt net als de 354 in effen legergroen vervaardigd.

De 355 wordt eind januari 1940 volop ingezet voor diverse schietproeven.

Op 14 mei 1940 verdwijnt de 355 in depot op Vliegveld Waalhaven Rotterdam.

Dat is wel vreemd, want deze moet zeker bewapend zijn geweest.

Er moet nog een foto zijn van deze 355in LVA kleuren.

Toch neemt deze G.1 B niet deel aan de strijd (Waarom?).

In ieder geval nemen de Duitsers ook deze G.1 B in gebruik.

Nogmaals de 346 maar dan in kleur.

Toch een bijzonderheid in de mei-dagen van 1940 die we u niet kunnen onthouden.

Met de Duitse bewaking er nu al bij. Jammer.