Geïmporteerde Fokkervliegtuigen in Amerika

B.IIIc 
Geen Amerikaanse type aanduiding, heeft wel modelnummer 9 gekregen.

B.IV

In Nederland gebouwde vliegbootrompen voor samenbouw in Amerika als F-11, F-11A of F-11AHB die ook modelnummer 9 hadden. 
Eén prototype en twintig productierompen zijn besteld, waarvan er acht in Nederland bleven. Er zijn slechts vijf vliegtuigen in Amerika voltooid.

C.I

Drie toestellen voor de US Navy waarvan er één naar de Army Air Service ging. 
Geen Amerikaanse type aanduiding.

C.II

Vier exemplaren werden in Amerika aan bedrijven verkocht. Geen Amerikaanse type aanduiding.

C.IV

Eerste prototype, geleverd aan de Army Air Service als XCO-4.

C.IVB

Enige exemplaar geleverd aan de Army Air Service als CO-4, ook tijdelijk XCO-4.

C.IVC

Enige exemplaar geleverd aan de Army Air Service ook als CO-4.
N.B. later werd alleen de aanduiding C.IV gebruikt, zonder deze vervolgletters.

C.IV Mail

Eén toestel dat op verzoek van Noorduyn werd omgebouwd voor postvervoer, maar het voldeed niet en is nooit verkocht.

C.IV

Een test-romp en vijf exemplaren voor de Army Air Service als CO-4A, maar onderling verschillend.

C.V

Ontwikkeling van de C.IV die op verzoek van Noorduyn werd gebouwd en in Nederland ook als A-1 of A-01 bekend stond.

Het toestel is ingebracht voor een Army Air Service competitie, maar niet gekocht. Later is het naar een particulier gegaan.

Mogelijk Amerikaans modelnummer 1(?).

D.VI

In een document genoemd als buitgemaakt in WO1, maar mogelijk een verschrijving. Verder niets over bekend.

D.VII

Een kleine 150 in WO1 buitgemaakte, deels nog ongebruikte, toestellen die zowel vlogen bij de Army Air Service, US Navy als later bij particulieren en bij de filmindustrie.

De D.VII is ook veel gebruikt om andere motoren te beproeven.

Er is één exemplaar door Nederland geleverd.

D.VIII

Twee exemplaren geleverd aan de Army Air Service. Geen Amerikaanse type-aanduiding.

D.XI

Het enige toestel verkocht aan de Army Air Service als PW-6.

D.XII

Uiteindelijke aanduiding van een ontwikkeling van de PW-6 met Curtiss D-12 motor.

Er zijn drie exemplaren voor de Army Air Service geleverd als PW-7.

Dr.I

Er is één toestel dat mogelijk ook in Amerika is geweest.

F.III

Er zijn vijf exemplaren verscheept naar Amerika waarvan de eerste, de Half Moon, afweek van de standaard F.III. De Half Moon is verongelukt en twee van de vier andere F.III’s zijn verkocht.

Mogelijk zijn de laatste twee terug naar Nederland gebracht.

F.IV

Twee toestellen voor de Army Air Service, daar aangeduid als de T-2.

De tweede werd later tijdelijk A-2 na verbouwing als ambulance.

De eerste F.IV werd bekend als het toestel dat de eerste coast-to-coast vlucht maakte en hangt in het National Air and Space Museum in Washington.

F.VI

De door Platz gegeven typeaanduiding voor de V.40. Antony Fokker had, abusievelijk of met de bedoeling verwarring te zaaien, de aanduiding V.40 gebruikt voor twee ‘single engined armoured combat monoplanes’ voor de Army Air Service die daar onder de aanduiding V.40 dienstdeden.

Er werden nog tien exemplaren van een gewijzigd type geleverd als PW-5, die maar kort dienstdeden.

F.VII en F.VII/3m

Er werden drie F.VII ‘s, later aangeduid als F.VIIA, naar Amerika verkocht en zowel vijf F.VII/3m’s als vijf F.VIIB’s.

Deze toestellen werden in Amerika model 5(?) en model 6 genoemd, hoewel het grotendeels geïmporteerde vliegtuigen betrof.

Een aangepaste versie werd in Amerika gebouwd als model 7(?).

S.I

Eén exemplaar werd geleverd aan de Army Air Service als TW-4.

S.III

Op aandringen van Noorduyn kwam dit toestel naar Amerika voor een trainer competitie van de Army Air Service.

Het werd door Atlantic Aircraft Corp sterk verbouwd, maar niet gekozen.

Later werd dit toestel, ook bekend als S-3, aan Wright verkocht.

Dit toestel zou ook Amerikaans modelnummer 1, 2 of 3 gehad kunnen hebben.

T.II

drie torpedovliegtuigen voor de US Navy, daar aangeduid als FT en na modificatie van de derde als FT-2.

Dit type verloor de competitie met de Douglas DT en werd sporadisch gebruikt.

De laatste zou naar een civiele exploitant verkocht zijn.

V.40 zie hiervoor de F.VI.