Ljoeba Golantsjikova

Wie was Ljoeba Golantsjikova?

In 1912 maakte Anthony Fokker, 22 jaar oud, kennis met een jonge russische aviatrice.

Op slag verliefd nam hij haar in dienst als demonstratiepilote. Maar wie was zij eigenlijk?


Ljoeba Golantsjikova werd op 21 april 1888 geboren in Viljandi, Lijfland, Estland, destijds deel van het Russische tsarenrijk. Zij was twee jaar ouder dan Fokker. Ljoeba was gek op zingen en dansen.

Omstreeks haar twintigste verhuisde zij naar Sint-Petersburg, de toenmalige hoofdstad van Rusland, waar zij al snel in het openbaar optrad met zigeunerliederen, destijds een polulair genre.

Zij werd ontdekt door een impressario die haar contracteerde voor de Villa Rodé, een theater annex restaurant dat druk bezocht werd door de incrowd van Sint-Petersburg.

Daar maakte zij onder de artiestennaam Molly Morée naam als zangeres, danseres en actrice.


Vlakbij de Villa Rodé, aan de zoom van de stad, bevond zich een paardenrenbaan. Op dat parcours werd in 1910 voor het eerst in Rusland een luchtvaartweek georganiseerd.

De meeste Russen hadden nog nooit een vliegtuig gezien en de hele stad liep uit om dit spektakel bij te wonen.

Onder de deelnemers bevond zich de Franse actrice Raymonde De Laroche, ’s werelds eerste vliegende vrouw, die een verpletterende indruk op Ljoeba maakte.


Vanwege het doorslaande succes werd vier maanden later nog zo’n vliegweek georganiseerd en ditmaal kwam de eerste lichting Russische piloten aan de beurt.

Het kostte Ljoeba als bekend artieste weinig moeite met deze vliegende idolen in contact te komen. Eén van hen, Michail Efimov, nam haar mee voor een tochtje in zijn Farman tweedekker.

Na deze luchtdoop sloeg de vliegkoorts pas echt toe.

Kort tevoren was in de buurt van Sint-Petersburg een privévliegschool geopend en zij schreef zich onmiddelijk in.

Zo’n twintig leerlingen moesten samen doen met één vliegtuig.

De lessen waren duur en uitsluitend weggelegd voor de happy few.

Daarom legde Ljoeba in de winter van 1910-1911 al het geld dat zij verdiende opzij om in het voorjaar met de opleiding te kunnen starten.

Zij kreeg het druk: ’s ochtends vliegles, ’s middags repeteren en ’s avonds optreden.

Desondanks verliep de cursus voorspoedig; Pjotr Evsjoekov, haar instructeur, constateerde dat zij een aangeboren talent voor vliegen had. Op 9 oktober 1911 haalde zij als derde Russin haar vliegbrevet.

Er waren in 1911 in Rusland verschillende vliegpioniers die het reusachtige land doorkruisten om lucratieve vliegshows te geven op elke plek die zij aandeden.

Iets dergelijks wilde Ljoeba ook graag doen. Maar de startkosten die dit beroep met zich mee bracht waren enorm.

Op de eerste plaats moest er natuurlijk een vliegtuig worden aangeschaft en zoiets was onmogelijk zonder sponsor. Maar er kwám een sponsor: een steenrijke fan wilde wel een vliegtuig voor haar betalen ‘omdat een vliegende vrouw hem wild van liefde zou maken’.

Dit frivole aanbod lijkt te zijn geaccepteerd want even later ontbond Ljoeba haar contract bij het theater om vliegshows te gaan geven in een tweedehands Farman-IV.

Meteen al bij de eerste keer, in Riga, liep het mis. Toen ze de landing inzette en laag over de menigte vloog begonnen over-enthousiaste toeschouwers hoeden en wandelstokken de lucht in te gooien. De propeller werd geraakt, Ljoeba verloor de controle en kwam met haar tweedekker tegen een hek tot stilstand.

Het vliegtuig raakte beschadigd en Ljoeba gewond. Zij moest haar vliegcarrière tijdelijk stopzetten.

Een paar maanden later dook Ljoeba op tijdens het vliegconcours in Sint-Petersburg waar Anthony Fokker aan meedeed.

Zij raakte geïnteresseerd in de Spin die met flair werd voorgevlogen door Fokker en Hilgers. Wellicht kon ze met zo’n wendbare eendekker haar vliegshows continueren.

Fokker, in de ban van deze aantrekkelijke jongedame die álles leek te begrijpen van vliegtuigen, troonde haar mee naar Berlijn. Daar begon zij intensief te oefenen op de Spin.

Zij bleek daarin zó goed dat Fokker haar een baan aanbood als demonstratiepilote, beseffend dat de charismatische Ljoeba, van huis uit entertainer, so-wie-so altijd veel aandacht trok.

Het werkte. In november 1912 brak zij een wereldrecord voor dames door naar 2400 meter te stijgen in een Spin.

Fokker Aeroplanbau werd daardoor met daverend succes in de publiciteit gebracht.

Ze had trouwens nog hoger kunnen klimmen maar haar handschoenen waren te dun; zij moest de daling inzetten vanwege haar verkleumde handen.

Ljoeba was Fokkers eerste liefde, maar het blijft onduidelijk in hoeverre die liefde werd beantwoord.

Wél weten we dat Fokker diep in de put raakte toen hij ontdekte dat zij steeds vaker het gezelschap zocht van Gustav Michaelis, nota bene zijn buurman.


Michaelis, zoon van een rijke Berlijnse advocaat, was vliegleraar op Johannisthal. Het raakte dik aan tussen die twee maar hun verhouding duurde niet lang want in mei 1913 stortte Michaelis neer tijdens een oefenvlucht, en vijf dagen later was hij dood.


Ljoeba was ontroostbaar totdat in juli 1913 Léon Letort op Johannisthal landde. Deze Franse vliegheld kwam aangevlogen uit Parijs in een nieuwe Morane-Saulnier G en had daarbij 920 km zonder tussenlanding afgelegd. Een record. Letort, die al feestend rond bleef hangen, wist Ljoeba binnen een paar dagen aan de haak te slaan en beloofde haar mee te nemen naar het romantische Parijs.


Nu was er een indrukwekkende prijs van 10.000 Mark uitgeloofd voor de eerste piloot die binnen één dag rechtstreeks van Berlijn naar Parijs zou vliegen.

Letort had dit traject zojuist andersom afgelegd.

Dus, zo zou men denken, haal dit kunstje nóg eens uit, vlieg terug en tel uit je winst!

Maar nee, in plaats van extra benzine laadde Léon Letort zijn nieuwe verovering in zijn vliegtuigje.

Hij was kennelijk meer gesteld op Ljoeba dan op 10.000 Mark.

In Parijs werd het tweetal feestelijk onthaald door vliegende collega’s.

Bossen bloemen stonden klaar. In één van de boeketten was een visitekaartje gestoken van een zekere Fjodor Teresjtsjenko, die Ljoeba vriendelijk verzocht contact met hem op te nemen.

Teresjtsjenko, gehuwd met een gravin, was een steenrijke luchtvaarthobbyist die op een kolossaal landgoed woonde in de buurt van Kiev.

Daar had hij uit eigen beurs een fabriekje neergezet om naar eigen inzicht vliegtuigen te kunnen bouwen.

De benodigde apparatuur en onderdelen kocht hij in Parijs, waar hij kind aan huis was.

Teresjtsjenko was niet alleen technisch goed onderlegd maar ook bedreven in tekenen, schilderen, pianospelen en astrologie. In alles blonk hij uit.


Hij kwam met een interessant voorstel: Ljoeba kon bij hem in dienst treden als testpilote en zou daarbij bevoegd zijn om op kosten van de zaak in Rusland rond te reizen.

Dat leek haar wel wat, want ze begon haar familie en vrienden steeds meer te missen.

Op 1 december 1913 tekende ze een jaarcontract bij Teresjtsjenko.

Een week later kwam Léon Letort bij een vliegongeluk om het leven.

Of er een verband bestaat tussen deze twee gebeurtenissen is niet bekend.

In 1914, toen Ljoeba dus voor Teresjtsjenko werkte, brak de Eerste Wereldoorlog uit. Rusland en Duitsland stonden nu tegenover elkaar.

De Russische regering verzocht Teresjtsjenko vliegtuigen te gaan bouwen voor de luchtmacht. Hij gaf daaraan gehoor, maar nu de aanvoerroute van vliegtuigmotoren uit Frankrijk was geblokkeerd bleef de productie op een laag pitje staan.

In 1917 werd de situatie grimmiger. De Russische Revolutie was uitgebroken waardoor iedereen die tot de elite behoorde in het nauw werd gedreven. Teresjtsjenko moest de benen nemen en sleet de rest van zijn leven in Frankrijk als alom gerespecteerde astroloog.

Ljoeba was intussen in het huwelijk getreden met Boris Filippov, een welgestelde zakenman. Het echtpaar besloot uit te wijken naar New York.


In Amerika veranderden zij hun namen in Boris en Luba Phillips.

Ljoeba, nu dus Luba, bleef de ontwikkelingen binnen de luchtvaart nauwlettend volgen en begon nieuwe plannen te smeden met Anthony Fokker, die óók naar Amerika was verhuisd.

In 1927 haalde zij de kranten door met een Fokker F-VII Trimotor (de Amerikaanse versie van de Fokker F-VIIA/3m) een hoogte van 3350 meter te bereiken.

In datzelfde jaar vloog Charles Lindbergh als eerste solo over de Atlantische Oceaan.

De pers meldde dat Luba Phillips voorbereidingen trof om hetzelfde te gaan doen als eerste vrouw, in een Fokkervliegtuig, maar van dit plan kwam uiteindelijk niets terecht.

Wél opende zij een schoonheidssalon in het chique Ansonia Hotel op Broadway waar zij tot 1942 is blijven werken.

De zaken gingen kennelijk slecht, want vervolgens heeft zij een aantal jaren in New York rondgereden als taxichauffeur. Daar is zij op 28 maart 1959 aan nierproblemen overleden, bijna 71 jaar oud.


Bronnen:

De Vliegende Hollander. A.H.G. Fokker & B. Gould, blz. 104-111 (1931)

Авиатрисса. V. Semenov, Rabotnitsa nr. 8, blz.18-19 (1978)

The Imperial Russian Air Service. A. Durkota, T. Darcey & V. Kulikov, blz. 262 (1995)

Before Amelia - Women pilots in the early days of aviation. E.F. Lebow, blz. 95-98 (2002)

Anton H.G. Fokker. A. Kauther, P. Wirtz & M. Schmidt, blz. 28, 30 (2012)

Anthony Fokker - Een vervlogen leven. M. Dierikx, blz. 62-88 (2015)


© René Demets

Met dank aan Mart Enneveer en Marc Dierikx.

Share by: