De PJ-1 was een vliegboot uit 1933, gebruikt door de USCG, United States Coast Guard als zee-patrouille en reddingsvliegtuig en werd oorspronkelijk aangeduid als FLB, Flying Life Boat
Het toestel had twee vast gemonteerde drijvers onder de vleugels.
De de PJ-1 was geen echte amfibie maar was wel uitgerust met een simpel intrekbaar onderstel, dat het mogelijk maakte zelfstandig het strand op te komen.
De romp was van aluminium en de vleugel van hout. In totaal werden er vijf FLB’s gebouwd.
De twee motoren hadden elk een duwpropeller en waren van het type
Pratt & Whitney R-1340 Wasp met een vermogen van 420 pk elk.
De bemanning bestond uit twee vliegers, een navigator en een radio operator.
De Fokkerfabrieken worden overgenomen
Officieel verdween bij dit type de aanduiding “Fokker Atlantic”.
In mei 1929 kreeg General Motors 41 procent van de aandelen van de “Fokker Aircraft Corporation of America” in handen. Dit door een (opnieuw) noodzakelijke kapitaalinjectie.
De “Fokker Aircraft Corporation of America” werd nu een onderdeel van het General Motors dochterbedrijf : “General Aviation Corporation”.
De werkmaatschappij “Atlantic Aircraft Corporation” ging op in het productiebedrijf van de “General Aviation Corporation”: de “General Aviation Manufacturing Corporation” (GAMC).
De vliegtuigen bleven "Fokkers" heten, ook in advertenties. Anthony Fokker werd "director of engineering" bij de “General Aviation Corporation”.
General Motors verkocht het bedrijf in 1934 aan vliegtuigfabrikant “North American Aviation”.
Klik op de foto om de foto te vergroten
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.