In april 1938 gingen de Fokker constructeurs aan de slag met de eisen van het LA-KNIL voor een geheel metalen bommenwerper.
Het project stond onder leiding van Hoofdconstructeur Marius Beeling,
Na een aantal bijeenkomsten tussen de Fokker ontwerpers en het LA-KNIL was het eisenpakket tot stand gekomen.
In de zomer van 1938 werd met de bouw van de T.IX een begin gemaakt.
De allereerste ervaring met metaalbouw had Fokker lang geleden in 1922 opgedaan, toen met de aluminium romp van de B.I vliegboot. De vleugel was toen nog wel van hout.
De T.IX was een geheel metalen middendekker met plaats voor 5 bemanningsleden in de romp.
Het had een breed stabilo met dubbel kielvlak en werd voortgestuwd door twee 14-cilinder Bristol Hercules motoren van 1375 pk elk.
In de neuskoepel werd een 20 mm boordkanon gemonteerd, achter in de romp twee 12,7 mm machinegeweren, de bommenlast kon maximaal 2000 Kg. bedragen.
Op 10 september 1939 maakte piloot Hidde Leegstra de eerste vlucht, daarbij vergezeld door twee monteurs.
Op 8 maart 1940 liep de T.IX schade op als gevolg van het wegklappen van het landingsgestel tijdens de landing op Schiphol.
Na dit ongeluk heeft het toestel niet meer gevlogen. Het had toen vijftig vluchten gemaakt met een gezamenlijke duur van 30 uur en 38 minuten.
Het LA-KNIL nam het toestel niet op in haar vloot en er volgde bij Fokker verder geen productie van de T.IX.
De T.IX heeft wel twee weken de Indische registratie 701 gevoerd.
Klik op de foto om de foto te vergroten
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.