In 1938 ontstond er bij de MLD de behoefte voor een opvolger van de T.IVa.
Aan de hand van een MLD specificatie ontwierp Marius Beeling de Fokker T.VIII-W.
Het was een groot drijvervliegtuig met plaats voor 3 of 4 bemanningsleden en geschikt om bommen en torpedo’s af te werpen tot een gewicht van 600 kg.
In de neuskoepel en boven in de romp werden 7,9 mm FN Browning mitrailleurs geplaatst.
Als krachtbron werden twee Wright Whirlwind R 975 E 3 motoren gebruikt van 420 pk elk.
Er zijn vier versies gebouwd qua bouwwijze.
Voor Nederland 24 stuks als T.VIII-W/G met gemengde bouwwijze en 12 stuks T.VIII-W/M, geheel van metaal.
Voor Finland is een iets grotere versie gebouwd: de T.VIII-W/C, en ook de T.VIII-W/L, een land versie.
Deze machines waren uitgerust met de twee Bristol Mercury XI van 825 Pk. elk.
Op 20 september 1938 plaatste de MLD een eerste bestelling van 5 stuks, nog voor de eerste vlucht die op 22 februari 1939 plaatsvond.
Op 1 november 1939 plaatste de MLD een tweede order voor 19 T.VIII-W/G’s, gevolgd door een order van 12 T.VIII-W/M’s in februari 1940.
Finland had op 11 januari 1939 een order geplaatst voor twee T.VIII-W/C’s waarbij de drijvers gewisseld moesten konden worden voor een vast landingsgestel.
Na de capitulatie op 15 mei 1940 troffen de Duitse bezetters in de Fokker fabriek een ongeschonden productielijn aan van
de T.VIII-W.
Daar stonden dertien MLD T.VIII-W/G exemplaren en twee Finse T.VIII-W/C’s.
Onder dwang van de Duitsers zijn alle kisten bij Fokker afgebouwd en opgenomen in de Luftwaffe vloot.
Tijdens de oorlog werden 24 T.VIII-WG en-Wm en twee We door de Luftwaffe overgenomen.
Op 13 mei kon de MLD nog uitwijken naar Engeland, waarbij ook de zeven luchtwaardige T.VIII W's via Frankrijk naar Engeland vlogen.
Op 10 mei was er al één T.VIII-W/G in Engeland gearriveerd.
De vliegtuigen werden gestationeerd in Pembroke Dock in Wales, waar zij de basis vormden voor het eerste Nederlandse squadron binnen de RAF Coastal Command, het 320ste (Dutch) Squadron.
Ze kregen hier Britse camouflagekleuren, herkenningstekens en registratienummers (AV958 t/m AV965).
De Fokkers werden gebruikt voor patrouille en konvooidiensten boven de Ierse Zee.
Dit type werd dus zowel in Nederland, Engeland als in Duitsland gedurende enige tijd gebruikt, hetgeen een bijzonder feit is.
Klik op de foto om de foto te vergroten
Na de Nederlandse overgave op 14 mei 1940 waren er al heel snel Duitsers die de productie van de T,VIII-W wilden vervolgen.
Net als bij de G-1 was er een goed lopende productielijn .
De tijdelijke LVA beschildering verklaart hierbij de oranje mobilisatiebeschildering.
In de rubriek “Duitsland” van deze pagina ziet u het toestel terug als KD+GG van de Luftwaffe.
Op 14 mei 1940 om 03.00 uur vertrokken de eerste nog vliegklare toestellen uit Nederland, de bestemming zou Boulogne-sur-Mer in Noord-Frankrijk worden.
De Fokker T.VIII-W/G toestellen de R-1, R-6, R-7, R-8, R-9, R-10 en R-11 vertrokken gezamenlijk.
De R-3 was al in Brighton in zuid Engeland aangekomen met de ministers Van Kleffens (Buitenl.Zaken) en Welter (Koloniën) en hun echtgenoten.
De nieuwe snelle MLD motorboten de M-73 en de M-74 vertrokken via het Eierlandse Gat (Texel) rechtstreeks naar Engeland.
Na aankomst op Boulogne-sur-Mer aan het einde van de namiddag van 14 mei 1940 kregen de uitgeweken toestellen de opdracht om naar Cherbourg (Normandië) door te vliegen.
De hierboven genoemde T.VIII-W toestellen zouden in Cherbourg blijven terwijl de overige 17 toestellen op 16 mei 1940 naar Brest (Bretagne) vertrokken.
Dat waren de C.XIV W toestellen F-1, F-5, F-6, F-13, F-15, F-16, F-17, F-18, F-22 en F-23. De F-3 bleef als doelvliegtuig achter.
Verder vlogen mee de C.VIII W toestellen G-1, G-2, G-3, G-5 en G-6 .
En ook nog een CXI-W de W-14, die naar Felixstowe vertrok en later weer terugvloog naar Calshot.
Op 19 mei 1940 moesten alle 17 toestellen via Cherbourg oversteken naar het RAF vliegveld van Calshot (bij Southampton) waar in de middag van 22 mei 1940 arriveerden.
Een deel van deze 17 vliegtuigen was minder geschikt om in te passen bij de RAF, en zijn later per schip alsnog naar Nederlands-Indië vervoerd.
Maar de acht T.VIII-W/G toestellen verhuisden op 1 juni 1940 naar RAF Marine vliegveld Pembroke Dock aan de zuidkust van Wales.
320 (Dutch) Squadron zou daar een flinke reputatie opbouwen.le 17 toestellen via Cherbourg oversteken naar het RAF vliegveld van Calshot (bij Southampton) waar in de middag van 22 mei 1940 arriveerden.
Een deel van deze 17 vliegtuigen was minder geschikt om in te passen bij de RAF, en zijn later per schip alsnog naar Nederlands-Indië vervoerd.
Maar de acht T.VIII-W/G toestellen verhuisden op 1 juni 1940 naar RAF Marine vliegveld Pembroke Dock aan de zuidkust van Wales.
320 (Dutch) Squadron zou daar een flinke reputatie opbouwen.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.