Na de teleurstellende resultaten en de gebreken van de eerdere vier D modellen, besloot Fokker een kleiner, lichter jachtvliegtuig te produceren, wederom voorzien van een rotatiemotor.
De D.V maakte in september 1916 zijn entree, het zou het laatste door Martin Kreuzer ontworpen Fokkermodel zijn.
Na zijn plotselinge dood op 27 juni 1916, tijdens de ontwikkelfase van de D.V, werd Martin Kreuzer opgevolgd door
Reinhold Platz.
Om de vlieger een beter uitzicht naar boven te geven werd de bovenvleugel in een pijlstand gebouwd.
Fokker zelf was enthousiast over de snelle manoeuvreerbaarheid van het toestel dat voorzien was van een 100 pk negencilinder Oberursel U I rotatie motor.
Maar door de lage compressie en daarmee het lage vermogen dat geleverd werd door de Oberursel, was het toestel niet in staat om de prestaties van de Albatros vliegtuigen te evenaren.
Een aantal D.V’s hebben nog wel aan het Westfront geopereerd, de meeste D.V’s gingen echter naar trainingsscholen, eind 1917 werd de D.V ook als overgangstrainer gebruikt voor vliegers die op de Fokker Dr.I gingen vliegen.
Een aantal D.V’s zijn ook in gebruik geweest bij de Duitse Marine.
Er zijn in totaal 216 D.V’s gebouwd.
Klik op de foto om de foto te vergroten
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.