De geschiedenis van dit type begint bij de D.XI die voor Amerika werd ontworpen. De order hiervoor werd in augustus 1922 verkregen. Het toestel moest uitgerust worden met een Curtiss D-12 motor. Pas na veel experimenten ontstond een geschikt toestel. Toen werd tot de feitelijke bouw van de door Amerika bestelde drie PW-7’s (Pursuit Watercooled) besloten. Dat was eind mei 1923. Het type week af van de D.XI productie en werd als D.XII aangeduid. In augustus 1923 was het eerste toestel gereed. Maar met een Curtiss D-12 motor die nog niet perfect draaide. En beproefd met verschillende propellers. Ook werd nog aan de vleugelopstelling en de staart gesleuteld. De Army Air Service had er door alle vertraging weinig vertrouwen meer in. Ook had ze al een productieorder aan Curtiss verstrekt voor de PW-8. Daarom stuurde ze eerst een piloot naar Nederland voor een beproeving. Als gevolg vond de verscheping van de eerste twee D.XII’s pas midden december 1923 plaats.
Door de voorkeur van de Army Air Service had het tweede toestel met doek beklede vleugels. Die waren minder stijf dan de met triplex beklede vleugels die Fokker wenste. Dat maakte ook dat in plaats van de V-stijl tussen boven- en ondervleugel een N-stijl nodig was bij het tweede toestel. Voor het derde toestel werd de keuze van de vleugelbekleding aan de Air Service overgelaten. Die keuze werd pas na de beproeving van beide eerste toestellen gemaakt. Als gevolg daarvan ging het derde toestel pas eind 1924 scheep naar Amerika. Toen was ook voor de Boeing PW-9 al een productieorder gegeven. Voor Fokker waren de kansen daarop verkeken.
Op de eerste PW-7, die McCook Field nummer P326 kreeg, voldeden de meegeleverde propellers niet. In plaats daarvan werd een Curtiss propeller gemonteerd. Daarmee werden eind januari 1924 goede resultaten behaald. Maar het ontbreken van sterkteberekeningen voedde twijfels over het toestel. Deze werden nog versterkt toen bij ‘service tests’ op Selfridge Field flutter van de bovenvleugel werd geconstateerd. Door het balansgedeelte van de rolroeren te verwijderen kon dit worden opgelost. Op 30 juni 1924 sloeg het toestel over de kop bij een landing in een korenveld bij Mt Clemens. De romp liep daarbij forse schade op. Uiteindelijk werd het toestel in oktober 1924 afgeschreven.
Het tweede toestel, de AS 68581, kreeg McCook Field nummer P327. Na montage van de,motor vloog het voor het eerst in februari 1924. Al spoedig ontstond schade aan de staartslede. Daarna werd besloten het toestel statisch op sterkte te beproeven. Ten slotte werd het in februari 1925 gesloopt.
Het derde toestel met registratie AS 68582 was begin 1924 gereed. Maar op verzoek van de Air Service werden nog veranderingen gewenst. Dat leidde ertoe dat tot september nog op wijzigingen werd gewacht. Uiteindelijk werd het toestel met de D-12 motor (die Fokker had geleend) eind 1924 verscheept. In Amerika kreeg het toestel McCook Field nummer P378 en werd XPW-7. Het kreeg bekendheid na beproeving door Lt Doolittle. Maar toen het in begin 1928 werd afgeschreven was de totale vliegtijd pas
246 uur.
Het type was de aanzet van de voor Fokker succesvolle D.XI. Maar door de vele vertragingen was de kans op verdere orders in Amerika verkeken.
Klik op de foto om de foto te vergroten
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.