In 1931 ontwierp Ir. Marius Beeling, Fokkers nieuwe ontwerper/constructeur, de anderhalfdekker D.XVII.
Oorspronkelijk werd de D.XVII ontworpen voor het KNIL in Indië, als vervanger van de mislukte KNIL-versie van de D.XVI.
De D.XVII zou de laatste tweedekker worden die door Fokker werd ontworpen.
De eerste vlucht van de D.XVII vond plaats op 27 november 1931, waarna de LVA in 1932 tien D.XVII’s bestelde, waarvan de eerste in 1934 werd afgeleverd.
Van de tien bestelde machines werden er acht uitgevoerd met een Rolls Royce Kestrel II motor van 580 pk, max snelheid 350 km/h.
Eén toestel kreeg een Lorraine Petrel motor van 600 pk, max snelheid 356 km/h en een ander toestel werd voorzien van een Hispano Suiza motor van 670 pk, met een max snelheid van 395 km/h.
In 1938 werden de Lorraine en de Hispano ook vervangen door RR Kestrels.
Het prototype van de D.XVII dat in de zomer van 1932 getest werd in Indië, kwam terug en werd aan de vloot van tien LVA machines toegevoegd.
Het prototype was voor Indië uitgerust met de 650 pk Curtiss Conqueror V1570 V-12 motor.
Het KNIL ging niet over tot aanschaf van de D.XVII voor gebruik in Indië.
De LVA machines waren uitgerust met twee FN-Browning M.36 7.92 mm machinegeweren als bewapening.
In de meidagen van 1940 hebben de laatste zeven D.XVII nog deelgenomen aan de gevechtshandelingen, uiteindelijk gingen alle machines verloren.
Klik op de foto om de foto te vergroten
FOKKER D.XVII 1931
Het prototype van de D.XVII jager was uitgerust met een Curtiss „Conqueror" watergekoelde motor. Het droeg de registratie F-32 (niet te verwarren met de D.XVI met dezelfde registratie), omdat Fokker hoopte dat het KNIL er een order op zou plaatsen.
Een serie van elf stuks werd echter aan de LVA afgeleverd (nummers 201 - 210), die met verschillende motortypen waren uitgerust, zoals de Rolls-Royce „Kestrel" IIS, de Lorraine „Petrel" en de Hispano Suiza Xbrs.
Een verbeterde versie met gesloten cockpit werd nooit verwezenlijkt. In 1940 waren nog een paar D.XVII's als lestoestellen beschikbaar.
De prijs van een D.XVII, zonder motor, was destijds fl. 21.150 (guldens).
De D.XVII F-32 met cn 5293 voor het KNIL in Nederlands Indië, met de Curtiss Conqueror motor.
De F-32 was het prototype van de D.XVII.
D.XVII met cn 5293, hier in Nederlands Indië, met een andere KNIL registratie: F.321
Na terugkomst in Nederland zou deze D.XVII naar de LVA gaan en een RR Kestrel motor krijgen.
Crash van de 211 cn 5293 in Soesterberg.
Bericht van het ongeval met de 211 in de database van Aviation Safety Network.
Zijaanzicht van de 201 met cn 5337 uitgevoerd met RR Kestrel motor.
Achteraanzicht van de 201 met cn 5337.
Dit is een vrij populaire manier van fotograferen, in horizontale positie. Hier de 201 van de LVA.
Het is de eerste van de serie 201 t/m 211, uitgeleverd in 1933 en 1934.
In die periode ging men steeds hoger vliegen, vandaar de andere vliegcaps vooral in het wit.
Men kon ook met zuurstofflessen de lucht in.
De 202 met cn 5338.
De 202 met oranje driehoek op de romp, die werd gevoerd op alle LVA vliegtuigen tijdens de Meidagen van 1940, voor Nederland het begin van de Tweede Wereldoorlog.
Nogmaals de 202 van LVA met de North American NA-16 er achter.
Die laatste droeg de kencijfers 997 en ook al in de oranje mobilisatiebeschildering.
De 204 met cn 5340.
De 204 van de LVA in een grote reparatie van de vleugel na een breuk ervan op vliegveld De Vlijt op Texel.
De reparatie vond plaats in 1936 op vliegveld Soesterberg.
De 204 kwam op 11 mei 1940 aan haar einde op vliegkamp De Kooij.
Formatie van de 204 cn 5340, 205 cn 5341 en de 207 met cn 5343.
De resten van de 204 cn 5340 op vliegveld de Vlijt op Texel, 11 mei 1940.
Bericht van het ongeval met de 204 in de database van Aviation Safety Network.
De 205 met cn 5341 in 1934 op de LUTO, Luchtvaart Tentoonstelling, in een tent op het Haagse Malieveld
Idem.
De 206 met cn 5342.
De piloot is uitgerust met een zuurstofsysteem.
Dit was nodig omdat de D.XVII op wel 31.000 foot hoogte kon vliegen (ca. 9.500 m) en dan is er extra zuurstof nodig.
Flightline van de 206 cn 5342, 207 cn 5343 en de 208 cn 5344.
De 207 cn 5343 uitgevoerd met oranje driehoek, vernield op Soesterberg tijdens de meidagen in 1940.
Een foto van de 207, gemaakt op 22 november 1939 in de oranje mobilisatie-kleuren.
Op 12 mei 1940 wordt deze 207, gevlogen door Sgt/Vlieger B. van der Heiden, bij noodvliegveld Ruigenhoek vernietigd.
De 209 cn 5345 met de Lorraine Pétrel motor van 600 Pk.
Als prototype met de registratie F-32, ging dit toestel eerst naar Nederlands Indië.
Daar vond nog een motorwisseling plaats en, na een feitelijke afwijzing, kwam de F-32 terug naar Nederland.
Hier uitgerust met een 650 pk Curtiss Conqueror motor werd de jager weer ingelijfd bij de LVA als 209.
De 209 van LVA werd in de meidagen van 1940 gevlogen door 2e Lnt/Vlieger J.Stuij en werd uitgeschakeld op 13 mei 1940.
De Lorraine Pétrel motor in de 209.
De 670 Pk. Hispano Suiza in de LVA D.XVII 210 met cn 5346.
De 210 nu met de later gemonteerde RR Kestrel motor van 580 pk.
Deze 210 van de LVA had een 670 Hispano-Suiza motor en werd gevlogen door 2e Lnt/Vlieger J. Plesman.
Op 13 mei 1940 werd het jachtvliegtuig uitgeschakeld.
Overigens had diezelfde 210 wel op 18 januari 1935 een Nederlands hoogterecord gevlogen vanaf Soesterberg.
De vlieger was Jhr. R. Wittert van Hoogland en de voorbereidingen zijn hier reeds zichtbaar.
De 211 van LVA die op 21-11-1939 over de kop ging bij een landing op Vliegveld Soesterberg.
De vlieger was Sgt.Vlieger J. Aarts.
Cockpit van de D.XVII.
Vooraanzicht van de D.XVII.
Rompframe van de D.XVII.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.