In juli 1925 schreef autofabrikant Henry Ford een reliability tour uit.
Een wedstrijd voor commerciële vliegtuigen waarbij de nadruk lag op de betrouwbaarheid (
zie artikel in de rubriek mijlpalen ).
De betrouwbaarheid van vliegtuigen kon verhoogd worden door vliegtuigen met meer dan één motor uit te voeren.
Anthony Fokker en ontwerper Platz speelden daar op in door de éénmotorige F.VIIA aan te passen.
De eerste vlucht van een driemotorige F.VIIA-3m vond plaats op 4 september 1925 op Schiphol.
Tijdens de proefvluchten bleek het toestel bijna net zo goed te vliegen op twee of zelfs één motor.
Dus, bij het uitvallen van een motor door een storing, kon het vliegtuig doorvliegen en was daardoor betrouwbaarder.
Op 7 1925 september werd het vliegtuig verscheept en was op tijd in Amerika om deel te nemen aan de betrouwbaarheid tour.
Na de betrouwbaarheidstour, die Fokker overigens niet won, ging het toestel naar Richard Byrd.
Richard Byrd maakte met deze F.VIIA-3m op 9 juni 1926 een tocht over de Noordpool.
Dit toestel is nog steeds te bewonderen in het Henry Ford museum in Dearborn, Michigan, in de USA.
Vanaf de derde gebouwde F.VIIA-3m was de romp 80 cm langer.
De F.VIIA-3m was hoofdzakelijk voorzien van drie 200 pk Wright Whirlwind J-4 ster motoren.
Een ander motor die werd gebruikt voor de F.VIIA-3m was de 200 pk Armstrong-Siddeley Lynx.
Een aantal bestaande F.VIIA’s die in gebruik waren bij hun operators werden omgebouwd tot F.VIIA-3m.
Dit gebeurde ook voor een aantal KLM machines.
De F.VIIA-3m heeft dienst gedaan bij gebruikers in Europa en in de USA.
Voor de driemotorige F.VII’s die naar Amerika gingen zie hiervoor ‘In Amerika gebouwde Fokkers’.
Deze werden daar als F.VII en F.VII Trimotor aangeduid (zonder de A).
Klik op de foto om de foto te vergroten
FOKKER F.VIIa-3m 1924/1929
De F.VIIa-3m en b-3m serie was de succesvolste die Fokker voor de tweede wereldoorlog heeft uitgebracht.
Anthony Fokker telegrafeerde vanuit Amerika instructies om een F.VIIa tot driemotorig toestel te verbouwen, om aan de Ford Reliability Tour te kunnen meedoen, een ontwikkeling die zeven weken in beslag nam.
Dit prototype (c/n 4900) werd naar de VS verscheept en Fokker won daarmee deze race, waarmee hij zijn naam in het westelijk halfrond enorm verstevigde.
Dit toestel werd later door Admiral Byrd, als „Josephine Ford" voor zijn arctische expeditie gebruikt. Het staat momenteel (1970?) in het Ford-Museum te Detroit opgesteld.
Een aantal driemotorige F.VIIa toestellen werden naar Amerika verscheept. Een a-3m werd als „Postduif" (H-NAEA) gebruikt voor de eerste officiele postvlucht naar Indonesia; dit vliegtuig werd later als 803 bij de twee andere driemotorige F.VII's gevoegd, die op Soesterberg als bommenwerper door de LVA werden gebruikt. (nr. 802 en 801).
Het prototype van de driemotorige ‘Verbeterde F.VII’ (msn 4900) nog zonder beschildering tijdens de beproeving op Schiphol.
Het prototype dat inderhaast werd beschilderd voordat het naar Amerika werd verscheept. Let ook op het grotere kielvlak van het toestel.
F.VIIA-3m met cn 4900 werd verscheept vanuit Holland voor deelname aan de Ford Reliability tour.
Het vliegtuig kreeg deelnamenummer 20.
Zoals altijd was Anthony Fokker niet bescheiden met het plaatsen van zijn naam op zijn vliegtuigen.
De tekst op de foto spreekt voor zich, rechts de handtekeningen van Fokker en de passagiers tijdens de Ford Reliability tour.
Lijst met deelnemers aan de Ford Reliability tour.
Links bovenaan prominent Fokkers naam met het toegewezen wedstrijd nummer, 20.
Onder Fokker’s naam in het klein de vermelding dat de kist is uitgerust met “Wright motors”.
Cn 4900 in de beschildering van de Poolvlucht van Richard Byrd.
Josephine Ford is een ode aan de kleindochter van Henry Ford.
Anthony Fokker had contractueel vast laten leggen dat ook tijdens de Poolvlucht, zijn naam in het groot op het toestel zou prijken.
Aan het ski-onderstel is te zien dat de F.VIIA met zijn poolvlucht bezig is.
De F.VIIA-3m van Richard Byrd in het Henry Ford museum, even buiten Detroit in de USA.
Cn 4955 met registratie NC3908 in ‘Continental Motors’ beschildering.
Cn 4956 met registratie 3080 voor Reynolds Airways met aangepaste motoruitlaten over de vleugel.
De tekst “F-VII Trimotor” is op de motorbeplating aangebracht.
Een Engelse F.VIIA-3m met registratie G-EBPV en cn 4982.
De Italiaans geregistreerde I-BBEC met cn 4982.
Bij de Zweedse SE-AFH met cn 4991 worden de motoren voorverwarmd voor de start.
Deze F.VIIA-3m is een omgebouwde F.VIIA.
Ook de KLM H-NADP met cn 4992 was oorspronkelijk een F.VIIA.
De H-NAEA was een fabrieksmachine met cn 5006 en stond op naam van Fokker. De kist heeft in 1927 een retourvlucht Amsterdam-Batavia gemaakt.
Het was daarmee het eerste driemotorige Fokkervliegtuig.
De aflevering vond plaats op 27 september 1927 en de retourvlucht liep van 01-10-1927 t/m 28-10-1927.
Het Bewijs van Luchtwaardigheid was nr. 85.
Feitelijk was het Comité Vliegtocht Nederland Indië de echte financier en opdrachtgever.
Aankomst op Schiphol van de H-NAEA Postduif vanuit Batavia, in de foto gemonteerd de bemanning: Fokker Boordwerktuigkundige (BWK) Elleman, 2e Luitenant/vlieger G. Koppen van de LVA en KLM vlieger G. Frijns.
Dit toestel zou op 8 mei 1928 doorgeleverd worden aan LVA te vliegveld Soesterberg en als 803 door het leven gaan.
De Duitse inval in Nederland in mei 1940 maakt dan pas een eind aan deze omgebouwde bommenwerper en aan de 801 en 802.
De H-NAEA Postduif met G. Frijns van de KLM, G. Koppen van de LVA en Elleman van Fokker.
Deze foto is vermoedelijk nog op Soesterberg gemaakt.
F.VII A/3m
De Postduif kort voor het vertrek met Frijns, Koppen en Elleman.
F.VII A/3m
Fokker BWK Elleman start de linker 200 pk Armstrong-Siddeley Lynx motor.
F.VII A/3m
De H-NAEA Postduif gereed voor vertrek naar Nederlands Indië met 2e Ltn/Vlieger G. Koppen van de LVA in de cockpit.
Reynolds Airways F.VIIA-3m met registratie 3085 en cn 5007.
De I-BBED met cn 5059 van het Italiaanse Avio Linee Italiane.
De I-BBEF met cn 5061 van het Italiaanse Avio Linee Italiane.
De in Engeland geregistreerde G-EBYI met cn 5063.
De KLM H-NAEK met cn 5063, uitgerust met drie 200 Pk Armstrong Siddeley Lynx motoren.
De G-EBZJ met cn 5087 was in Engeland in particulier bezit.
De H-NAEL met cn 5087 als fabrieksmachine op naam van Fokker.
De CH 193 met cn 5163 van het Zwitserse Ad Astra Aero.
Het c/n 4982 duidt op een bij Fokker gebouwde F.VIIA-3m die als H-NADS op 26-11-1926 het Bewijs van Luchtwaardigheid nr. 78 krijgt.
Op 1 december 1926 krijgt het in Engeland de registratie G-EBPV en is bestemd voor bankier Alfred Loewenstein en in gebruik door F.E. Guest, een zakenrelatie.
Deze foto is gemaakt in de winter van 1926-27 op vliegveld Waalhaven in de sneeuw.
Ook dit toestel was uitgerust met 3 Armstrong-Siddeley Lynx motoren van 200 pk.
Op 18 maart 1927 werd hij naar Italië doorverkocht als I-BBEC en startte in mei 1928 bij Avio Linee Italiane.
Op 12 september 1933 ging hij naar Societa Aerea Mediterranea en op 29 januari 1934 terug naar Avio Linee Italiane.
Op 26 april 1935 werden nog 3 Alfa Romeo D.2 motoren geplaatst.
Het BvL liep echter op 23-07-1936 af. Sloop volgde in april 1937.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.