Vliegpark Bergen 2

Het rampzalige vliegpark Bergen, thuishaven van de Fokker C.X en G.1


Inleiding

In dit verhaal willen wij een overzicht geven van de gebeurtenissen op vliegpark Bergen in Noord-Holland, rond de meidagen van 1940. Een vrij onbekend vliegpark, niettemin erg belangrijk in die periode.
Het is een verhaal van heldendaden en stommiteiten. We pretenderen niet dat dit het ware verhaal is, in een oorlog sneuvelt de waarheid als eerste. De bronnen die we geraadpleegd hebben, spreken elkaar dan ook af en toe tegen. Er wordt ook nog steeds onderzoek gedaan naar wat er precies gebeurde op die bewuste meidagen in 1940 op het vliegpark Bergen.
Regelmatig noemen we de namen van betrokkenen, dit om hen de credits te geven die zijn verdienen.
Lees en huiver!

Opening van het vliegpark en komst van de vliegtuigen

Op 17 juli 1939 wordt in Noord-Holland het LVA vliegpark Bergen1 geopend. Het nieuwe vliegveld was onderdeel van het plan in 1936 van generaal Raaijmakers in opdracht van toenmalige Minister-President Colijn om meerdere locaties te creëren voor verspreiding van de Militaire Luchtvaart. Deze vliegvelden mochten namelijk niet in combinatie met burgerluchtverkeer gebruikt worden. Al lukte dat niet overal. Vliegveld Waalhaven bijvoorbeeld is nooit een volledig militair vliegveld geworden.
Voor vliegpark Bergen was de eerste keus een terrein van 155 hectare bij Bergen en de aanleg van het vliegveld begon in 1938 en was in mei 1940 praktisch klaar.
2

Op het vliegpark komen jachtvliegtuigen en verkenners te staan. Het vliegpark Bergen beschikt over drie platforms, per platform zijn er twee hangaars beschikbaar. Hangaars 5 en 6 wordt toegewezen aan de 4de JaVa. Daarmee wordt platform 3 ‘het’ platform waar de G.1A’s  opgesteld zullen worden.


1 Dat Bergen als 'vliegpark' wordt aangeduid heeft vermoedelijk te maken met de ruime opzet van het vliegveld. Er kwamen vier platforms, 6 hangars en een groot detachement onderhoudspersoneel. De Fokker T,V zou ook op Bergen gestationeerd worden.


2 De overige vliegvelden worden Waalhaven, Ypenburg, zij het dat deze vliegvelden toch open moesten blijven voor burgerverkeer; en Nerhoven, nabij Gilze Rijen. Schiphol, als nationale luchthaven, ging daarom fungeren als ‘mobilisatiecentrum’ waar opgeroepen personeel zich verzamelde en voorzien werden van vliegtuigen en uitrusting om vervolgens als oorlogseenheid een standplaats toegewezen te krijgen.

Op die 17de juli arriveren meteen veertien Fokker C.X verkenners als deel van de Strategische VerkenningsVliegtuig Afdeling ( Strat.Ver.VA). Dat kon eindelijk, want aanvankelijk was de grasmat te drassig voor de zware Fokker-toestellen, maar inmiddels was de grond een stuk verbeterd.
Het zijn de 704, 705, 706, 707, 708, 709, 710, 711, 712, 713, 714, 715, 718 en de 719.
De 718 en 719 verhuizen al gauw naar sportvliegveld Hilversum voor de 2
e JachtVliegtuig Afdeling (JaVA).

Deze foto is vanzelfsprekend gemaakt vanuit een Fokker C.X, want deze verkenners hebben de mogelijkheid om te fotograferen. We zien hier dat de bouw van het platform hard opschiet. Ook de bouw van de hangars vordert gestaag, immers vier ervan zijn klaar voor gebruik.
De onderste hangaar heet nr. 1, de twee links naast elkaar zijn nr. 2 en 3, en de grote (bovenaan) is nr. 4.
Het onderste platform heet nr. 1 en het platform aan de bovenkant van de foto heet nr. 2.
Op platform 1 staan bovenaan vijf G.1 toestellen en onderaan drie C.X toestellen. In het gras erboven staan nog eens drie C.X toestellen.
De oude Fokker C.V.D met registratie 654 wordt gebruikt als manchesleper voor schietoefeningen in de vlucht.


Er is een opname gemaakt van vliegend personeel van de 1ste Strat.Ver.Va. En de 4de JaVA op vliegveld Bergen op 2 september 1939. Het betreft hier vliegers en waarnemers door elkaar in nog vredige dagen. Deels vliegen zij op de Fokker C.X en deels op de Fokker G.1.

Van links naar rechts: 2de Luitenant-Waarnemer Gerard Salomé, Derk de Koning, Peter Wildschut, Kapitien-Vlieger T. Lamers [Cdt.], Krien Tacaris, 1ste Luitenant-Vlieger Corstiaan de Wijs, 1ste Luitenant-Vlieger Herman Dill, en P. IJsseling.
Rechts op de achtergrond hangaar 1 en links achter hangaar 2 opgesteld op platform nr.1. (Foto familie Salomé Amsterdam)

Opvallend is het grondwerk dat dan al achterloopt. Achter hangaars 1, 2, 3, en 4 is nog heel veel te doen.
Daar wordt later - in mei 1940 - een grote prijs voor betaald...
De 704, 707 en de 710 staan op 9 mei 1940 in de hangaar voor reparatie en onderhoud.

De nieuwe Fokker G.1a - ook bekend als G.1 Mercury - jachtkruisers komen tweede helft van 1939 ook op Vliegpark Bergen aan, waaronder de Fokker G.1 304 c/n 5525. Die wordt op 8 juli 1939 uitgeleverd aan de LVA. Met de 304 wordt een verkenningskoepel onder de romp getest. [ Foto 03] 
De plek zou voor een tweede schutter kunnen zorgen, maar LVA ziet er niet zoveel in. Wel is daarmee voor korte tijd de naam ‘Badkuip G.1’ in gebruik genomen.
Een deel (bijna de helft) van deze jachtkruisers, onder meer de 325, gaat naar het Rotterdamse vliegveld Waalhaven, onder commando van Kapitein-Vlieger. H. Scholtmeijer, en vormt daar de 3
e JaVA. Uiteindelijk komt de 325 alsnog op vliegpark Bergen terecht

Hier staat de Fokker G.1A 325 die oorspronkelijk was ingedeeld bij de 3de JaVA te Waalhaven Rotterdam. Door schade aan de luchtdruk-afvuurinrichting moet hij op 10 mei 1940 snel naar het noorden uitwijken. Er viel immers niet veel mee te vuren. Vandaar komt het toestel via De Kooy nabij Den Helder op vliegpark Bergen voor verdere reparatie. Piloot 1ste Luitenant-Vlieger O.Thate en staartschutter Sergeant R. Coene nemen dan de 325 over.

Het toestel vliegt nog diverse missies en eindigt op 14 mei 1940 in een brand op de Haagweg bij vliegveld Schiphol.

Op de foto hiernaast zijn een drietal G.1’s van LVA op vliegpark Bergen te zien. Rechts is de registratie niet zichtbaar en in het midden staat de 325. Er wordt aan dit toestel gewerkt, tevens wordt deze jachtkruiser door een moderne tankwagen van brandstof voorzien.

Tenslotte zien we links de 317 die voor reparatie tijdelijk buiten staat. Vlieger is in die tijd 1ste Luitenant-Vlieger Thijssen.
Dit alles speelt zich af op platform 2 voor hangaar 4.


Het overig deel (ook bijna de helft) van de jachtkruisers gaat naar Bergen waar de 4
e JaVA gevestigd wordt onder commando van Kapitein-Vliegenier T. Lamers.
De rest van de G.1 toestellen blijft voorlopig op Schiphol Amsterdam.

Waarschijnlijk de laatste foto van de Fokker G.1A 306 c/n 5527 in vol ornaat op 6 januari op het gras van vliegpark Bergen. Deze G.1A wordt afgeleverd aan LVA op 11 juli 1939.
 
6 januari 1940 wordt een slechte dag. De Luitenant-Vlieger A. van Ulsen en boordschutter Sergeant P. Lok worden vanuit Bergen op pad gestuurd naar omgeving Vianen.
Daar zou een onbekend vliegtuig rondvliegen.
Rond 12.30 uur op 4.000 meter hoogte met een zeer slecht zicht naderen ze een vliegtuig van LVA De afstand is dan nog maar 400 meter. Het is de D.XXI 234 van de 1ste Luitenant-Vlieger O. Thate.

Wat volgt, is een zeer interessant verhaal dat hier te vinden is: mid air collision.
Voor de G.1A loopt het verhaal niet goed af.
De D.XXI maakt zich uit de voeten en landt weer op vliegveld Soesterberg.

9 MEI 1940, de G.1’s op een presenteerblaadje

Er wordt gewerkt met een dienstrooster dat aangepast is op bevel van het Commando Luchtverdediging. Op 7 mei 1940 worden alle verloven ingetrokken en wordt vliegpark Soesterberg ontruimd. Drie G.1A’s – waaronder de 300 en de 318 – worden overgevlogen naar Bergen. Van Schiphol worden eveneens G.1A’s overgebracht die op Bergen weer in onderhoud worden genomen. Het vliegpark heeft op dat moment de beschikking over twaalf inzetbare G.1A’s en twee G.1A’s in onderhoud, te weten de 313 en de 317.



Een tekening van J. Broos biedt een mooi overzicht van de opstelling van de G.1-jachtkruisers van de 4de JaVA op 10 mei 1940. 
De leiding van de 4de JaVA besloot een paar dagen voor 10 mei om de gehele G.1 groep te verhuizen. Een in alle opzichten onvoorstelbare beslissing, zo kort voor de opening van de gevechten. Als reden voor deze toch wel merkwaardige beslissing gaf de commandant aan dat hij afzag van een verspreide opstelling, in plaats daarvan verordende hij om de toestellen hier in linie op te stellen. Er vanuit gaand dat de piloten nog wel vijf minuten tijd hadden om op te stijgen, aangezien de Duitse vliegtuigen uit oostelijke richting zouden komen. Enkele piloten pleitten nog voor een verspreide opstelling met planken onder de wielen van de zware G.1A’s tegen het wegzakken, want het vliegpark heeft een zeer vochtige en nog jonge grasmat. Door de modderige omstandigheden staan de G.1’s niet rond de platforms opgesteld, maar op het grote platform. Maar het mocht niet baten.
 

De positie is nu als volgt: links hangaar nr. 5. Op de voorgrond zijn de dakrand van hangaar nr. 6 en platform nr. 3.nog zichtbaar. In de vooravond van 9 op 10 mei staan daar de 301, 304, 305, 308, 310, 318, 321, 322, 325, 331, 332 en de 333 opgesteld in 4 rijen met ieder 3 toestellen naast elkaar.
De toestellen kunnen niet mooier en duidelijker gepresenteerd worden. De opstelling is een ware uitnodiging voor de vijandelijke aanvallers. De Duitse Heinkel 111 en Junkers Ju88 -toestellen weten immers wel raad met die mooi opgelijnde presentatie van de G.1A’s. 
De C.X. daarentegen staan gecamoufleerd opgesteld en zijn daardoor niet zichtbaar voor de Duitsers.


De aanval komt

Op 10 mei 1940 waren de Fokker G.1A’s als volgt verdeeld:
-Bij 3de JaVA te Waalhaven waren elf toestellen gevechtsklaar: de 302,309, 311, 315, 319, 328, 329, 330, 334, 335. Niet gereed 312, 314 en 316;
-Bij de 4e JaVA te Bergen stonden twaalf toestellen gevechtsklaar, 301, 304, 305, 308, 310, 318, 321, 322, 325, 331, 332 en 333. Niet gereed 300, 313 en 317;
-Op Vliegschool Texel: de 307;
-In reparatie bij Fokker: 303 (gereed), 323 en 327;
-Van de toestellen 320, 324 en 326 is de verblijfsplaats niet bekend maar vermoedelijk waren dit depot-vliegtuigen.

Op die dag is de Duitse activiteit al rond 02:30 uur waarneembaar. Op grote hoogte zijn onbekende vliegtuigen hoorbaar.

Alarm op 10 mei 1940 bij de nog niet geheel gecamoufleerde 318 naast een platform van Vliegpark Bergen.
LVA-ers in uniform, geleende KLM-monteurs en Fokkermonteurs in overall rennen van de jachtkruiser weg,

Links een van de LVA-ers met zijn helm in de hand, zonder al te grote haast en aan zijn koppel een witte doek...tja…
Op de voorgrond Sergeant W. Heeres die naar rechts kijkt en er het zijne van denkt.
Een sergeant is herkenbaar aan een grote gele V-vormige streep onderaan zijn mouw. Deze sergeant is trouwens ook als staartschutter in de G.1A actief geweest.

Waar veel piloten al voor gewaarschuwden, leek te gaan gebeuren.
Vanaf 03.00 uur in de ochtend meldt de Luchtwachtdienst de massale grensoverschrijding van Duitse vliegtuigen. Op Bergen worden de motoren rond 03:00 uur warm gedraaid en zullen de G.1’s dan vanaf 03:50 uur opstijgen, waaronder de 304 met 1ste Luitenant-Vlieger O. Thate en boordschutter Sergeant R. Coene. Bij de 4de JaVA wordt het principe gehanteerd dat iedere piloot zijn eigen vaste toestel heeft.
Net rond die tijd beginnen de Duitsers met hun bombardement door o.a. de Junkers 88 toestellen. De aanval komt echter niet van de oostelijke kant zoals verwacht werd, want de Duitsers hebben een andere tactiek bedacht. Ze vliegen weliswaar boven het Nederlandse luchtruim, maar vliegen vervolgens door naar het westen alsof ze een ander doelgebied voor ogen hebben, namelijk Engeland. Echter, boven de Noordzee keren de toestellen onverwachts en vanuit het westen worden de Nederlandse vliegparken aangevallen. Van de veronderstelde vijf minuten is geen sprake meer. Er zitten hoogstens een à twee minuten tussen de waarnemingen en de bombardementen.

Een andere tekening van J. Broos toont de aankomst van de eerste Heinkels boven Bergen rond 04.00 uur op 10 mei 1940. Onderaan is de 321 bezig zich los te maken uit de groep.
De code 5J voor het hakenkruis geeft aan dat dit Kampfgeschwäder 4 is. Achter het hakenkruis staat de Staffel aangeduid.

Prachtig getekend overzicht van Broos van de opstelling van de G.1A jachtkruisers van Vliegpark Bergen.

Maar liefst twaalf G.1A-toestellen staan gereed, deels met draaiende motoren.
 

De 321, gevlogen door 1ste Luitenant-Vlieger J. Thijssen en boordschutter Sergeant K. Vermaat begint aan een reuze tocht...
Op het grote platform, voor hangaar 5 en 6 op rij 1 links, staat de 321 van piloot 1
e Luitenant-Vlieger J. Thijssen en staartschutter Sergeant. K. Vermaat. Ze laten er geen gras over groeien en rond 04:00 uur, tijdens het bombardement, stijgen ze als eerste op met hun G.1 321 voor een lange serie verkenningen en aanvallen.
Bij Halfweg hebben Thijssen en Vermaat hun eerste Duitse bommenwerper te pakken.
Wat later treffen ze veertien Messerschmitt Bf 109 jachtvliegtuigen. De 321 raakt beschadigd, maar het loopt nog redelijk af.
Ter hoogte van Katwijk worden drie Junkers Ju 52 in brand geschoten.
Daarna keert de 321 via Ypenburg terug naar Bergen, want de munitie en brandstof raken op. Daar landt de 321 om 06:20 uur, terwijl de Duitsers al weer aan het bombarderen zijn.

Een stevige missie dus van twee uur en dertig minuten.

Chaos op Bergen

Op het platform staat als tweede van rechts op de eerste rij Sergeant-Vlieger A. Bosman met staartschutter Sergeant. R. Coene met hun 305.
Als Bosman gas geeft op op te stijgen krijgt hij een voltreffer op de linkermotor. De kracht van de rechtermotor maakt dat hij een draai linksom maakt.
Daar komt de 305 stil te staan, neus tegen neus met de 331 van 1e Luitenant.Vl. H. Dill met staartschutter Sergeant. J. Van den Breemer.
Bosman verlaat zijn toestel, maar Kapitein Lamers aarzelt geen moment om in de 305 te klimmen om de motor uit te zetten.

De 331 gevlogen door Vlieger Sergeant-Vlieger A. Bosman en staartschutter Sergeant R. Coene maakt op platform 3 derhalve een halve draai in de start.
De jachtkruiser blijft achter op het platform en wordt zeer zwaar beschadigd. Het toestel is niet meer tot starten in staat.

De 331 c/n 5552 is aan de LVA geleverd op 22 september 1939 en ingedeeld bij de 4de JaVA te Bergen.
Op deze foto is de registratie nog goed leesbaar alsook de Fokker G.1A aanduiding op de staartvlakken.
Verder is wel duidelijk dat dit toestel als afgeschreven beschouwd kan worden.

Zoals te zien is op de naaste foto, de zwaar gehavende en dus uitgeschakelde 331 heeft het platform nr. 3 nooit meer vliegend verlaten.
Links hangaar nr. 6 en rechts hangaar nr. 5 met hoe attent een van de vrachtwagens van het wagenpark. Die verzorgen de verwijdering van de 331 jachtkruiser. Weldra komen de resten op het vliegtuigkerkhof aan de rand van het platform.

Geheel links is eerder aangevoerd materiaal om de veel te slappe en natte graslaag beter af te wateren. Het mag gezegd worden: het mooie vliegpark Bergen was constant in tijdnood om alles goed af te werken.Tenslotte staat links ook nog de 310 die Bosman en Coene later zullen overnemen. Eerst moet er een rechterpropeller en een nieuw linkervoorwiel worden opgezet.
Tot en met 13 mei 1940 zal de 310 actief blijven.


2
e Luitenant-Vlieger A. van Ulsen blijft op het platform, omdat zijn monteur gewond is geraakt en de motor dus niet kan starten.
1
e Luitenant-Vlieger. T. Leegstra komt ook al niet de lucht in, omdat Soldaat-monteur E. Dijkstra ernstig gewond is geraakt.
Achter de al genoemde 321 staat de 304 met vlieger 1
e Luitenant-Vlieger O. Thate en schutter Sergeant R. Coene met draaiende motoren. Het komt echter niet tot vertrek. Hoewel de motoren al draaien, stapt Thate uit en loopt om onbekende reden het platform af. Zijn schutter, Coene, begrijpt er niet dat ze niet opstijgen. Hij gaat naar voren en treft een lege cockpit aan.
Thate zal later verklaren dat hij dacht de motoren afgezet te hebben. Met deze vreemde en onverklaarbare actie blokkeert hij ook nog eens de 318 die erachter staat.
Daarmee wordt de chaos op die eerste oorlogsdag op Bergen alleen maar groter.


Deze bijzondere foto is op 10 mei om 07.00 uur op platvorm 5 van Vliegpark Bergen gemaakt. Hier staat een deel van de zwaar getroffen Fokker G.1 -toestellen.

Op het platform bevindt zich veel materiaal van die getroffen jachtkruisers. De 318 bevindt zich hier half opgesloten achter de 304 van Vlieger Thate die op dat moment verdwenen is. Een actie die zeer bijdraagt aan de chaos en de mogelijkheden om weg te taxiën. 
De 318 c/n 5539, in dienst gekomen op 1 november 1939, heeft fikse schade aan de bovenkant van de rechtervleugel en schade op het rechterstaartvlak.
Nog tot 13 mei 1940 is de 318, na een snelle reparatie, zeer actief samen met de 321, vier C.X-verkenners en vijf D.XXI -jagers. 
Op 13 mei stort de 318 uiteindelijk neer.


De staartschutter Coene vindt twee dagen later 1
e Luitenant-Vlieger Thate terug in het dorp Bergen. Blijkbaar weet hij zijn vlieger te bewegen naar het vliegpark terug te keren. .
Op 11 mei 1940 verbrandt de jachtkruiser 304 alsnog na opnieuw een Duitse aanval.



De Fokker G.1 jachtkruiser 333 c/n 5554 werd aan de LVA 4de JaVA afgeleverd op 17 oktober 1939. Al op 10 mei 1940 rond 03.30 uur, opgesteld in de achterste rij, zorgt een voltreffer voor zijn einde.
Rond een week na de capitulatie aan de Duitsers is dit het definitieve einde. De ex-333 is nog herkenbaar aan zijn staartbomen en verder ligt er een hele verzameling vliegtuigschroot.

Rijp voor souvenierjagers, zie hun prachtige fietsen (op dat moment waren de meeste fietsen nog in Nederlands bezit).

Links de 333 kort na de eerste Duitse bombardement op 10 mei 1940. De jachtkruiser bevindt zich nog voor hangaar nr. 6.

Boven: Dezelfde situatie met de 333, maar nu wat dichterbij ter illustratie van de grote ravage. De grote hoepelvorm rechts is een deel van de staartkoepel. Links voor een deel van de cockpitramen.


Wat achterblijft op Bergen is chaos met veel gewonden en doden en een kapitaal aan moderne maar kapotte vliegtuigen.

Het zal veel reparaties en vooral tijd kosten om alles enigszins op orde te krijgen.

De staat van het materieel en de moraal van het personeel hebben een forse knauw gekregen.

Het bombardement gaat door


Hierna, nog steeds op 10 mei, volgt een tweede en derde Duits bombardement wat een aantal piloten, staartschutters en monteurs tijdelijk doet vluchten naar een schuilplaats tussen de hangaars 5 en 6.
Vlieger 2
e Luitenant-Vlieger F. Peetoom is niet bij zijn toestel en staartschutter P. Lok krijgt de kist niet open.


De 303 die in reparatie bij Fokker Schiphol stond, wordt vliegklaar gemaakt. Om 15:30 uur wordt het toestel door KLM-vlieger K. Parmentier van Schiphol naar noodvliegveld Buiksloot (Amsterdam Noord) gevlogen waar het om rond 16.00 uur aankomt.
Dit vliegveld was namelijk nog niet ontdekt door de Duitsers.
Om 18:05 vertrekt de 303, nu gevlogen door 1
e Luitenant-Vlieger. H. Dill en staartschutter Sergeant J. van de Breemer. Rond 18.30 landen ze op Bergen.

De 315 van de 3e JaVA op Waalhaven, kan daar vanwege bomschade niet meer landen.
Gevlogen door 1
e Luitenant-Vlieger A. van Oorschot en staartschutter Sergeant W. Wesly wijkt de jachtkruiser uit naar De Kooy bij Den Helder en daarna wordt doorgevlogen naar Bergen waar het toestel om 19:30 uur aankomt.

De 315 zal de komende dagen bij de 4e JaVA blijven vliegen. Een aanwinst dus.
Het is een van de weinige lichtpuntjes op deze dag.


11 mei 1940, een tussenstand


Tijd voor een tussenstand bij het begin van de nieuwe dag.
Van de ingezette G.1 jachtkruisers zijn er:
- Vijf licht beschadigd en opgesteld rondom het veld: de 304, 305, 308, 310, 318, 321, 322, 325, en de 332;
- Beschadigd op het platform: 310;
- Vernietigd: 331 ( om 6.40) en 333 (om 04.00);
- Vernietigd in de hangaar: 313 en 317 ( beiden in reparatie en niet operationeel);
- Onbeschadigd: 301 en 318


Ook de 308, te zien op deze tekening houdt beschadigingen over van de diverse Duitse aanvallen, zij het door de plek op de eerste rij komt het toestel er op Bergen nog redelijk van af. Met name een van de motoren heeft eerst grote problemen gegeven op deze 10de mei.

Op 11 mei om 10.00 uur ziet de 308 al kans om naar Schiphol te verhuizen, gevlogen door 2de Luitenant-Vlieger B. Sandberg en schutter Sergeant J. van den Breemer.
Later die dag om 18.35 uur volgt de 325 ook naar vliegveld Schiphol, gevlogen door 1ste Luitenant-Vlieger T. Leegstra en een onbekende schutter.
De 305 is licht beschadigd geraakt, zeven jachtkruisers zijn zwaar beschadigd: de 301, 304, 331, 332, 333 en 334.
De 331 en 333 liggen uitgeschakeld op het platform. De 313 en 317 liggen verwoest in hangaar 5.


Een foto die een niet al te vrolijk kijkje biedt in hangaar nr. 5 van Vliegpark Bergen op 10 mei 1940 waar de twee G.1A jachtkruisers zich bevinden.

Het Duitse bombardement heeft zijn uitwerking duidelijk niet gemist. Van een mogelijk herstel is dus absoluut geen sprake meer. Vooraan liggen de resten van de 317, daarachter de resten van de 313. 
(De 313 c/n 5534 is op 17 juli 1939 aan LVA geleverd; de 317 c/n 5538 is op 18 augustus 1939 aan LVA geleverd.)


De monteurs hebben met een geweldige inzet kans gezien de 301, 304, 305 en 332 weer te herstellen. Echter, vooralsnog verdwijnen deze toestellen als dummy’s naar de randen van het vliegpark.


De strijd gaat verder
 

Om 08:45 uur verschijnen de Duitsers weer boven Bergen en pakken onder andere de 301, 304, 305 en 322 aan.
Kort daarna om negen uur gaan de 325 met 1
eLuitenant-Vlieger O. Thate en Sergeant R. Coene en de 303 met 2e Luitenant-Vlieger P.Schoute en Seregant P.Lok richting Muiden-Vianen en Waalhaven. Latere analyses stellen echter dat het hier gaat om de respectievelijk 332 en 304, de vaste toestellen van Thate en Schoute.
Diverse Junkers worden daar beschoten en om tien uur zijn ze weer terug in Bergen.


De 308 en 322 zijn tussentijds weer hersteld.
Acht jachtkruisers zijn nu gevechtsklaar en zijn vervolgens hard nodig op Schiphol.
Dus volgen in hoog tempo diverse verplaatsingen van vliegpark Bergen naar vliegveld
Schiphol om daar onderdeel te worden van het 4de Detachement onder leiding van Luitenant Dill:

  • De 308 om 10:00 uur met Vlieger 2eLuitenant-Vlieger B. Sandberg en schutter Sergeant J. Van den Breemer.
  • De 303 om 11:10 uur met Vlieger 1eLuitenant-Vlieger A. van Oorschot en Schutter Sergeant W. Wesly. Omdat het eigen toestel van Van Oorschot (de 315) bij vertrek toch problemen leek te hebben;
  • De 322 om 11:30 uur met Vlieger Sergeant-Vlieger H. Hartkoren en Schutter Sergeant W. Heeres.
  • Om 18.35 vertrekt van Bergen nog een G.1, de 325, en die komt om 18.50 op Schiphol aan. Het toestel werd gevlogen door 1eLuitenant-Vlieger T.Leegstra, vergezeld door een Fokkermonteur.


 

Om 16.00 uur ‘s middags vertrekken twee G.1 jachtkruisers naar de noordrand van Rotterdam.
De 303 met Van Oorschot en Wesly en de 322 met Hartkoren en Heeres.
Ze zijn al schietend met veel Duitse toestellen de confrontatie aangegaan en met goed resultaat.

In de loop van de middag werd het vliegpark opnieuw aangevallen. Drie van de gerepareerde toestellen die klaar gemaakt werden voor een vlucht naar Schiphol – de 301, 315, en de 332 worden zwaar beschadigd.

Detachement Schiphol
 
 

Op Schiphol ontstaat het ‘detachement Schiphol’, waarvoor de uit Bergen afkomstige 303, 308, 322 en 325 beschikbaar zijn. Zo worden krachten gebundeld.
De vliegers zijn zijn Hartkoren, Leegstra, Van Oorschot en Sandberg. En de telegrafisten/schutters Van den Breemer, Heeres, Lok, Sonneveld en Wesly en daarnaast nog zeven monteurs.
Vanuit Schiphol wordt een hele serie missies gevlogen tot 14 mei 1940

12 mei 1940
 

Alleen de 325 blijkt vliegklaar te zijn en met Vlieger Sandberg en Staartschutter Van den Breemer gaat de missie om 05:50 uur vanaf Schiphol naar Middenmeer (Wieringermeer).
Vandaar vliegt de kist samen met twee oude C.V verkenners (de 594 en de 612) naar de Wonsstelling in Friesland. Vandaar vliegen ze samen terug naar Middenmeer. Deze missie geheel geslaagd.

Om 07.30 uur gaat de 325 eerst naar MLD Vliegkamp De Kooy. Aankomst 07:45 uur.
Samen met de Fokker D.XXI 219 gaat het escorte naar noodvliegveld Buiksloot.
Aankomst van de 325, een G.1 met een zeer goede radio-installatie
1om 08:00 uur op Schiphol.
Vanaf Schiphol starten om 15.35 uur de 303 gevlogen door vlieger Van Oorschot met staartschutter Sonneveld, de 322 gevlogen door vlieger Hartkoren met staartschutter Lok,en de 325 door gevlogen door vlieger Sandberg en staartschutter Van den Breemer.

Doel is om samen met vier C.X verkenners uit Bergen de omgeving van Rotterdam aan te vallen.
De C.X toestellen uit Bergen zijn echter niet op het rendez-vouspunt en het drietal G.1’s is om 16.30 uur weer op Schiphol.
Om 16.45 gaan de drie G.1 jachtkruisers al weer de lucht in, de 325 is nu bemand door Leegstra (een Fokker-invlieger) en Wesly, de 303 met Van Oorschot en Sonneveld, en de 322 met Hartkoren en Lok.

De missie is richting Wageningen om luchtsteun te geven aan de Nederlandse grondtroepen op de Grebbelinie, die daar in zwaar gevecht zijn met de Duitse troepen.
De 322 krijgt treffers in de brandstoftanks en vliegt naar Soesterberg waar de kist om 18.30 uur aankomt.
De 303 en 325 halen de terugweg naar Schiphol ook niet meer en landen ook op Soesterberg.
Alleen de 322 met Leegstra
2 en Wesly ziet nog kans naar Schiphol te vliegen waar de kist om 19:00 aankomt.

De 303 van de 3e JaVA op Waalhaven en later gevoegd bij de 4e JaVA in Bergen wordt door 1e luitenant-Vlieger A.. Van Oorschot en Sergeant W.Wesly om 07:35 uur van Soesterberg terug naar Schiphol gevlogen.
Daar worden de 3
e en 4e JaVA samengevoegd tot Detachement Schiphol.
Deze 303 wordt op 14 mei 1940 uiteindelijk afgeschreven.


1 Het feit dat de radio-installatie hier genoemd wordt, geeft al aan hoe schaars radio's waren. Dit bemoeilijkte de coördinatie met en tussen de vliegtuigen in hoge mate.


2 Leegstra zou later met een G1B naar Engeland weten te ontsnappen. Klik hier voor het verhaal.



13 mei 1940


Op 13 mei 1940 zijn op Bergen weer vier G.1’s door de topmonteurs en technici vliegklaar gemaakt. Het zijn de 304, 305, 310, 318 en ook de gehavende 321 is weer op orde.
Om 03:50 uur vertrekt de 325, die wegens brandstofgebrek op Soesterberg geland was, naar Schiphol met als bemanning Hartkoren en Sonneveld.
Om 04:00 uur vertrekken vanaf Bergen de 321 met 2
eLuitenant-Vlieger A. van Ulsen en Sergeant K. Vermaat en de 318 met 2eLuitenant-Vlieger F. Peetoom en Sergeant G. Govers.
Ze escorteren vijf Fokker D.XXI jagers van noodvliegveld Buiksloot in Amsterdam Noord en vier Fokker C.X verkenners, ook van Bergen. De koers is noordoostelijk, op weg naar Wageningen. Ze zullen in actie komen op de Grebbeberg tegen de Duitse stellingen die daar gelegerd zijn
In Wageningen worden alle bommen en munitie losgelaten op de oprukkende Duitsers.
Een succesvolle actie kan wel gezegd worden. De keerzijde is echter dat de beide G.1’s zo zwaar beschadigd terugkeren dat ze niet meer inzetbaar zullen zijn.


De jachtkruiser 321 keert behoorlijk beschadigd terug zoals te zien is op de foto. Het toestel wordt naast het platform geparkeerd, wachtend op herstel.
Bij aankomst van de Duitsers duwt het LVA-personeel de 321 half het water in.

 
Om 04:15 uur vertrekt vanuit Bergen de 305 met vlieger A. Bosman en staartschutter R. Coene, samen met de inmiddels herstelde 304 gevlogen door vlieger P. Schoute en staartschutter H. Lindner.
De bestemming is Schiphol om vandaar samen met een Fokker T.V bommenwerper naar de Moerdijkbruggen te vliegen.
De 304 landt op Schiphol rond 17.00 uur. De 305 krijgt echter een deel van het landingsgestel niet naar buiten. Ter hoogte van Badhoevedorp (Haarlemmermeer) verlaten Bosman en Coene de 305 per parachute, alwaar het toestel neerstort.
Luitenant Sandberg maakt in de 308 nog een verkenningsvlucht om de 305 te lokaliseren.

Inmiddels zijn op Schiphol vier G.1 A’s beschikbaar: 342, 343, 346, 347. Deze toestellen worden gevlogen door vliegers van de Jachtgroep Veldleger van Ypenburg.



Een foto van de 321 van de andere kant, waarbij een deel van de registratie nog te zien is. (zie de cijfers 21). Ook goed zichtbaar is de neuskoepel met de acht mitrailleurgaten die aan de andere kant van het water ligt.
Het toestel zal in Duitse handen vallen, evenals de 318 die samen met de 321 vliegt op 13 mei 1940.
Beiden zullen later weer redelijk worden hersteld en voor de Luftwaffe een tweede leven beginnen.


Aanval op Moerdijkbruggen
 

De reeds op Schiphol gestationeerde 308 wordt vergezeld van de 304 met piloot 2e Luitenant-Vlieger P. Schoute en boordschutter Sergeant H. Lindner.
De twee G.1’s escorteren de laatste T.V bommenwerper, de 856, en vertrekken om 05:20 uur van Schiphol zonder escorte van de D.XXI en de C.X.
Het bombardement op de Moerdijkbruggen mislukt totaal.
Acht Duitse Bf 109 ’s onderscheppen de Nederlandse formatie.
De zware T.V bommenwerper stort neer ter hoogte van Ridderkerk.
De gehele bemanning komt om het leven: Luitenant-Vlieger W. Anceaux Lnt.wnr. B. Swagerman, Seregant-telegrafist A. Riemsdijk, Sergeant.Vl. O. Douwes Dekker en Soldaat-Boordschutter J. Wijnstra.
De 308 met Sandberg en Van de Breemer overleeft het luchtgevecht en komt met veel schade rond 06:00 uur terug op Schiphol.
De 304 echter wordt vele malen doorzeefd en stort uiteindelijk in polder Nieuw-Lekkerland neer.
Boordschutter Lindner weet nog te springen en komt zwaargewond op de grond waar hij ter plaatse overlijdt.
Vlieger Schoute stort in de 304 neer en is dan al overleden.


Eind van de dag staan op Bergen zowaar de 310, 315, 318 en de 321 gevechtsklaar.


De G.1B wordt ingezet


De G.1B – ook bekend als G.1 Wasp - was aanvankelijk ontwikkeld voor de export, o.a. naar Spanje, maar toen de toestellen klaar waren, was de Spaanse Republiek al gevallen. Er kwam interesse uit Estland voor deze toestellen, doch door de Nederlandse mobilisatie werden de tien gereedstaande toestellen echter in Nederland gehouden.

Er wordt haastig gezocht naar geschikte bewapening om de toestellen in dienst te kunnen nemen. Op 10 mei 1940 kunnen tenslotte vier toestellen aan de gevechtshandelingen deelnemen. De rest zou ongeschonden in Duitse handen vallen.

Op 10 mei 1940 waren de G.1B’s als volgt verdeeld:

-De 341 stond voor 50 % gereed in de Fokkerfabriek;

 -De 342, 343,en de 346 stonden op Schiphol;

 -De 344, 351, 353, 358, en de 359 stonden voor 70 -90% gereed in de Fokkerfabriek;

 -De 345 en de 348 waren op 7 mei overgevlogen naar Vliegveld Ockenburg;

 -De 347, 349, 350, 352, 354, 355-357, en de 360, 361 stonden op Waalhaven;

 -De 362, 363, en de 364 stonden opgeslagen in een Amsterdams pakhuis; de 365 was daar alleen in onderdelen aanwezig.

 Op Schiphol zijn vier G.1B’s afgeleverd, de 342 343 en de 346. Deze toestellen gaan vanaf 17:00 uur op een verkenningsmissie.

 Ze worden gevlogen door 2e Luitenant-Vlieger F. Droste 2e Luitenant-Vlieger Vl. G. Steen en Sergeant C. Ottes met als boordschutters Sergeant J .Kentie en Sergeant J. Staal.

 Om 19:00 uur landen ze weer op Schiphol.

 In de neuskoepel zijn alsnog 4 mitrailleurs geplaatst en in de staartkoepel een beweegbare mitrailleur.


 14 mei 1940

Vanaf deze laatste oorlogsdag spreken onze bronnen elkaar behoorlijk tegen.

 Wij hebben daarom dan ook gekozen voor het meest aannemelijke verloop.

Vanaf 07:00 tot 08:00 uur worden vanaf Schiphol verkenningsvluchten gedaan door de G.1A ‘s, te weten de 308 gevlogen door A. Van Oorschot en Boordschutter W. Wesly en de 322 gevlogen door H. Hartkoren en boordschutter J. Van den Breemer.

 Ook de G.1B toestellen komen nog één keer in actie te weten de 342, 343 en de 346 respectievelijk gevlogen door 2eLuitenant-Vlieger F. Droste en boordschutter Sergeant J. Kentie, door 2 e Luitenant-Vlieger G Steen en boordschutter J. Staal en door Sergeant C. Ottes.

 Deze actie zou nog tot Wijk bij Duurstede hebben gereikt om de terugtrekkende Landmacht dekking te bieden.

Er is nog melding van meer toestellen, waaronder ook van door de Duitsers veroverde G.1A’s en B ‘s. Daarom valt een aantal G.1’s ook niet onder de oorlogsverliezen.

 Waarschijnlijk is de 346 daarmee de laatste G.1 die op 14 mei nog gevlogen heeft, althans in Nederlandse dienst.

De toestellen die beschadigd waren op Bergen, komen na reparatie in dienst van de Luftwaffe: 301, 315,321,332,

 Op Schiphol komen de 342, 346 en de 347 in dienst van de Luftwaffe


 Zie ook: T.H. Leegstra nam het vliegtuig en vluchtte naar Engeland (De Tijd, 6 mei '66).


De jachtkruiser 315 c/n 5536 werd op 25 juli 1939 afgeleverd aan de LVA. Het toestel heeft daar een meer dan gewone staat van dienst gehad en blijft achter op Bergen.
Meteen na de capitulatie nemen de Duitsers het toestel, samen met onder andere de 321 onder handen. Daartoe wordt gebruik gemaakt van een groep Fokkermedewerkers en LVA-monteurs.

Deze groep is bij het naderen van de Duitse inval al op Vliegpark Bergen gestationeerd. Zij zien kans de gehavende 315 in de loop van juni 1940 vliegklaar te krijgen. 
De Luftwaffe heeft deze G.1 overgenomen.



Ook de jachtkruiser 321 c/n 5542, afgeleverd aan de LVA op 27 september 1939 heeft gedurende de oorlogsdagen van mei 1940 een volle agenda gehad.

Het slotstuk was de grote actie op 13 mei met vier C.X -verkenners, vijf D.XXI -jagers en de G.1A 318.

De Duitsers zetten de achtergebleven groep monteurs en technici in om het onderstel van de de 321 te herstellen.

Tweede helft van juni 1940 is het toestel gereed en wordt door de Luftwaffe ingezet.


Nog een opname van de 321 van de LVA die overigens ook nog eerst bij Bergen in een vaart is geduwd door het LVA-personeel om het toestel uit handen te houden van de Duitsers.
Na eruit gehaald te zijn, wordt het herstel voortvarend ter hand genomen.
Namen van de monteurs en andere technici zijn ons niet bekend. In het oog springend is de wat lange man met een keurige vilthoed en de man in een iets te korte marine-uniform.

De Luftwaffe neemt de jachtkruiser eind juni 1940 alsnog over voor verkenningswerk en lesdoeleinden.



Het einde van vliegpark Bergen

Na de overgave van Nederland, viel het vliegveld op 15 mei in Duitse handen. Het werd voor hergebruik gereedgemaakt en uitgebreid. Er werden opstelplaatsen voor vliegtuigen aangelegd, onderkomens- en in het noordelijk gedeelte bunkers gebouwd. Het terrein werd beter gedraineerd en er werden wegen aangelegd. In het najaar van 1940 werd het vliegveld weer in gebruik genomen. In de periode 1940-1944 waren de Luftwaffe-eenheden 7, 8 en 9 van het JagdGeschwader 54 vliegend met Messerschmitt Bf 109E's en een flak-groep op flugplatz Bergen gelegerd.[2] Zij hadden als taken regionale luchtverdediging en het uit de lucht escorteren van schepen of konvooien. Ook Duitse bommenwerpers gebruikten het vliegveld af en toe als uitwijkhaven.

Op 4 mei 1944 werd het vliegveld door geallieerde vliegtuigen gebombardeerd omdat deze hun doelen in Duitsland vanwege het slechte weer niet konden bereiken. Na D-day werd het vliegveld op 10 juni 1944 uit vrees voor eventuele vijandelijke landingen door de Duitsers onbruikbaar gemaakt.

In het kader van Operatie Manna en Chowhound werd het vliegveld aan het eind van de oorlog een van de elf Nederlandse voedseldroppingsterreinen. Begin mei 1945 werd hier diverse keren voedsel uit geallieerde vliegtuigen geworpen.

Na de bevrijding werd het vliegveld niet meer gebruikt. Veel bunkers en andere bebouwing werden gesloopt. Van de hangars resteert weinig, de rails van de roldeuren in de betonplaten van het platforms zijn nog aanwezig. Enkele voormalige Duitse bunkers, plaatselijk bekend als het bunkerdorp en wegen herinnert nog aan de bezettingstijd. Het oude gemaal is nog steeds compleet aanwezig. Het terrein kreeg in de jaren 1950 een mobilisatiebestemming voor de Koninklijke Landmacht en een klein deel van het gebied werd incidenteel nog gebruikt door het Korps Nationale Reserve.

In 2013 werd het terrein aangekocht door initiatiefnemers van het Ecodorp Bergen. Deze willen er een duurzame, ecologische woon- en werkgemeenschap oprichten. Sinds 2016 ligt een museum op het terrein bestaande uit de vroegere commandobunker en een kleinere verbindingsbunker.

Bron: Wikipedia


Website van het  museum: https://vliegveldbergen.webs.com/


Share by: