De Fokker D.C.I was een vliegtuig dat in het begin van de jaren twintig in de Fokkerfabriek in Amsterdam-Noord werd geproduceerd om de gecombineerde rol van jachtvliegtuig en verkenningsvliegtuig te vervullen.
Aangezien de D.C.I zowel een D-jager als een C-verkenner is, namelijk afgeleid van de C.IV, kan hij op beide plaatsen op de site komen.
En daar hebben we dan ook voor gekozen. Via de links kunt u alle foto's bekijken.
De D.C.I was een conventionele dubbeldekker voorzien van een 450 pk Napier Lion motor
Vanwege de gevechtsfunctie van de D.C.I was de spanwijdte van de vleugels minder als van de Fokker C.IV, zodat het toestel beter kon manoeuvreren tijdens een vlucht.
Tien D.C.I’s zijn gebruikt in het toenmalige Nederlands-Indië door het LA KNIL (Luchtvaartafdeling Koninklijk Nederlands Indisch Leger) van 1925 tot 1934.
Vanuit een D.C.I heeft de eerste parachutesprong boven Nederlands-Indië plaats gevonden.
Spanwijdte 11.6 m
Lengte 9.9 m
Vleugeloppervlak 34.5 m²
Leeggewicht 1270 kg
Totaalgewicht 1800 kg
Max. snelheid 240 km/u
Landingssnelheid 90 km/u
Klik op de foto om de foto te vergroten
Het prototype van de D.C.I met als registratie H-NABZ had constructienummer (cn) 4132.
De H-NABZ hier in Gothenburg waar de machine gedemonstreerd werd door Fokker invlieger Bertus Grasé met deelnamenummer 28.
De H op het richtingsroer is waarschijnlijk pas in Zweden aangebracht.
Draaiende propeller van de Napiermotor.
De Fokker D.C.I, kort na aflevering aan de LA-KNIL op het vliegveld Kalidjati bij Bandoeng (Java).
Wel met landenkenmerk, maar nog zonder registratie met letters/cijfers.
Volop onderzoek en onderhoud aan een D.C.I.
Naast deze werkzaamheden wordt de D.C.I compleet technisch vliegklaar gemaakt.
Ook nu nog ontbreekt de registratie.
Achterzijde D.C.I waarbij de achterste geschutskoepel goed is te zien.
Direkt na aflevering, ook nog zonder de vleugels, richtingsroer en registratie.
Hier dus kort na de aflevering op het LA-KNIL vliegveld Kalidjati noordelijk van Bandoeng in Nederlands-Indië.
Dat betekent nog een flinke klus voor de monteurs van de D.C.I.
In de cockpit voor aanvang van een vlucht.
Inmiddels zo goed als vliegklaar, maar nog steeds zonder registratie.
De F.D. 403 in de lucht.
Onder-Luitenant -Vlieger J. Oonincx. gaat aan boord van de F.D. 405 via een speciaal trapje waarvan hij later zal afstappen voor een parachutesprong.
Let op het lang doorlopende trapje teneinde bij de afsprong het stabilo niet te raken.
Vlieger Ooninx stapt uit de F.D. 405 voor zijn parachutesprong.
Hier volop in gebruik: de F.D.409 405 en 408 bij de LA-KNIL Luchtvaart Afdeeling Kon.Ned.Indisch Leger.
Merkwaardige toevoeging is de aan beide zijden geplaatste ramen voor de boordschutter-waarnemer.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.