De D.XIII, ontworpen door Reinhold Platz, was een in feite een geavanceerde versie van de D.XI. Het vliegtuig was sneller, zwaarder en duurder dan zijn voorganger. Dat kwam door de motor, een 450-pk Napier Lion die aanzienlijk meer vermogen had dan de 300-pk Hispano-Suiza van de D.XI.
De D.XIII maakte op 12 september 1923 zijn eerste vlucht. Een maand later, in oktober, stond de eerste klant voor de deur: de Rode Luchtvloot. Twee militaire testpiloten, Aleksej Schirinkin* en Aleksandr Ljovin, kwamen naar Schiphol om vergelijkende proefvluchten te maken met de D.XI en de D.XIII. Zij stelden vast dat de laatste inderdaad meer potentie had, maar alleen in toom kon worden gehouden door ervaren piloten. De opleiding zou daarom kostbaar gaan worden. Opgeteld bij de hoge stukprijs besloten de Russen daarom hun luchtmacht te versterken met de D.XI, niet met de D.XIII.
De Sovjets kochten achteraf één D.XIII (c/n 4701) ter evaluatie. Dit toestel werd in september 1924 per schip naar Rusland vervoerd en in Moskou afgeleverd door Fokkers fabriekspiloot Emil Meinecke. Het vliegtuig kwam in dienst bij het NOA (het wetenschappelijk testvliegcentrum) en zou in januari 1925 het vliegtuig gaan worden van commandant Ivan Pavlov, die ЗА В.K.П.|Б| op de romp liet schilderen ─ een afkorting van ‘voor de communistische partij van de gehele unie (Bolsjewieken)’.
Een andere klant had zich intussen al aangediend: de invloedrijke Duitse industriëel Hugo Stinnes bestelde vijftig D.XIII’s namens een niet-gespecificeerde opdrachtgever in Zuid-Amerika. Dat laatste bleek een façade te zijn, want toen deze D.XIII’s eenmaal op een vrachtschip waren gezet werd geen koers gezet naar Zuid-Amerika, maar naar de toenmalige Duitse zeehaven Stettin. De werkelijke opdrachtgever bleek de Duitse Reichswehr te zijn. Vanaf Stettin werden in juni 1925 de vliegtuigen verder verscheept naar Leningrad. De eindbestemming was een geheime Duitse vliegschool bij Lipetsk, Rusland, waar toekomstige Luftwaffepiloten in het geniep werden opgeleid**. De D.XIII’s zijn daar jarenlang gestationeerd geweest. Zij droegen geen Duitse (of Russische) kentekens.
Tijdens 1924 werd door de Fokkerfabriek een D.XIII gebruikt voor demonstratie-doeleinden. In augustus kreeg dit vliegtuig motorpech en moest een noodlanding maken op het Nederlandse strand. Het kon niet in veiligheid worden gebracht voordat het vloed werd en kwam onder water te staan. Of deze D.XIII vervolgens weer vliegwaardig werd gemaakt is niet bekend.
In december 1924 werd een D.XIII tentoongesteld op de Luchtvaartsalon in Parijs. Het vliegtuig trok veel bekijks, maar geen kopers.
Op 16 juli 1925 behaalde Fokkers testpiloot Bertus Grasé met een D.XIII vier wereldsnelheidsrecords. Met een nuttige last van 500 kg legde hij 100 km af met een snelheid van 266 km/u. De Fokker D.XIII overtrof daarmee de beste buitenlandse jachtvliegtuigen van dat moment zoals de Britse Gloster Grebe, de Franse Nieuport-Delage 42 en de Amerikaanse Curtiss PW-8 Hawk. Het snelst ter wereld in dat jaar was overigens de Franse Bernard (SIMB) V.2, een racevliegtuig dat 448 km/u wist te halen.
Vele jaren later, in april 1932, dook in Duitsland een D.XIII op met de civiele registratie D-2252. De eigenaar was de DVS (Deutsche Verkehrsflieger-Schule), een militair opleidingsinstituut dat zich voordeed als een school voor verkeersvliegers. Waar deze D.XIII vandaan kwam is niet bekend.
In 1933 sloot de vliegschool in Lipetsk haar deuren. De Duitsers vertrokken en lieten zo’n dertig D.XIII’s achter die werden overgedragen aan de Rode Luchtvloot. Maar in 1933 was de D.XIII niet meer je-van-hét. Zij werden nauwelijks gebruikt door de Sovjets - die intussen hun eigen jachtvliegtuigen fabriceerden - en al snel gesloopt.
Hoeveel D.XIII’s zijn er bij elkaar gebouwd? Minstens 52, en misschien wel 56. Er werden 51 exemplaren verkocht en geëxporteerd (zie boven) met de constructienummers 4599-4628 (30), 4687-4706 (20) en 4865 (1). Daarnaast waren er enkele D.XIII’s waarvan de context en constructienummers niet opgehelderd zijn: het prototype, het verdronken vliegtuig, het toestel van de Parijse salon, de recordmachine van Grasé en het trainingsvliegtuig van de DVS. Het zou in theorie één en hetzelfde vliegtuig kunnen zijn geweest dat steeds een andere rol vervulde. We komen dan op 52. Als het níet telkens hetzelfde vliegtuig was, dan kan het getal oplopen tot 56.
* Zie, ‘Schirinkin - Mokumse Moskoviet’
** Zie ‘Lipetsk, de verborgen vliegschool van de Duitsers’,
Klik op de foto om de foto te vergroten
FOKKER D.XIII
Lengte: 7,90 m
Spanwijdte: 11,00 m
Hoogte: 2,90 m
Motor: 450 pk 12-cylinder Napier Lion
Hier zijn de acht uitlaten van de W-12 motor aan de rechterkant goed te zien, de andere vier zitten aan de linkerzijde.
Dit omdat de motor drie rijen van 4 cilinders had.
Het prototype had rolroeren die buiten de vleugeltips uitstaken.
Prototype. De romp was van voor naar achter bekleed met aluminium, triplex en doek.
Hetzelfde prototype, vooraanzicht. De korte ondervleugel is hier goed te zien.
Seriemodel.
De D.XIII met zijn gestroomlijnde vormen, waarbij de spinner om de propellernaaf een integrale vorm heeft met de motorbeplating.
De rolroeren waren langer en slanker geworden en volgden de contouren van de vleugel naar een ontwerp van ingenieur (tevens testpiloot) Bertus Grasé.
De romp van het seriemodel was bekleed met aluminium en doek. Er waren geen triplexpanelen meer aan weerszijden van de cockpit.
De bewapening van de D.XIII bestond uit twee Duitse MG 08/15 mitrailleurs. Dit is een fabrieksfoto van een vleugelloze D.XIII tegen een witte achtergrond.
De 12-cylinder motor had vier uitlaatpijpen aan de linkerkant (deze foto) en acht aan de rechterkant (Zie foto N08).
Deze foto werd buiten gemaakt. Het vizier staat op een andere plek dan op foto 06 en er is een achteruitkijkspiegel gemonteerd.
Nogmaals de vleugelloze D.XIII. De stroomlijnkap op de neus (de spinner) is hier weggehaald zodat we in een donker gat turen. De propeller draagt het logo van de firma Heine.
Hugo Heine had een fabriek in Berlijn.
Na WO I moest hij zijn bedrijf sluiten, maar enkele jaren later waren zijn propellers weer verkrijgbaar.
Drie D.XIII’s - nog zonder vleugels, motoren, propellers en spinners - geparkeerd op het fabrieksterrein van Fokker aan de Papaverweg in Amsterdam-Noord tijdens het bezoek van koningin Wilhelmina op 4 juni 1924.
Rompen zonder neusbekleding in de productiehal van de Fokkerfabriek aan de Papaverweg in Amsterdam-Noord.
Minstens achttien D.XIII’s in de Fokkerloods op Schiphol-Oost. De rompen staan om-en-om met neuzen en staarten naar voren.
Tweeëntwintig D.XIII’s met gedemonteerde vleugels in de Fokkerloods op Schiphol-Oost, klaar voor transport.
Rechts op de voorgrond een C.V die omgebouwd zou worden tot een C.V-W watervliegtuig.
Rompen en vleugels van vijftig D.XIII’s werden in houten kisten naar Stettin verscheept en vervolgens naar Leningrad.
Vanaf daar werd per trein de eindbestemming Lipetsk bereikt.
D.XIII met registratie 5 van de Duitse Reichswehr in Lipetsk.
D.XIII met registratie 7 van de Duitse Reichswehr in Lipetsk.
Vanwege de hoge landingssnelheid en zware motor maakte de D.XIII wel eens een koprol tijdens de landing.
Een neergestorte D.XIII na een botsing in de lucht. Registratie 6 (of 9?).
D.XIII met registratie 6 in de lucht. Lipetsk.
Over de kop geslagen bij de landing. D.XIII met registratie 10 van de Reichswehr in Lipetsk.
Prachtig in de sneeuw, D.XIII op ski’s met registratie 11.
Zelfde vliegtuig, andere opname.
D.XIII met registratie 29 in een hangar in Lipetsk.
D.XIII op ski’s met registratie 30 op ski’s.
D.XIII met registratie 31, zonder wielbekleding. Lipetsk.
Dezelfde D.XIII geparkeerd voor de hangars in Lipetsk.
Flightline met tien D.XIII’s in Lipetsk.
Een formatie van negen D.XIII’s.
Air-to-air foto van D.XIII met registratie 28.
Air-to-air foto van D.XIII met registratie 33.
Idem.
Rusland kocht één D.XIII. Op de romp staat ЗА В.K.П.|б|. Deze afkorting betekent: Voor de communistische partij van de hele unie (Bolsjewieken). Deze D.XIII had c/n 4701.
Commandant Ivan Pavlov (links) en testpiloot Michail Gromov (rechts) poseren in Moskou voor de Russische D.XIII.
De D.XIII was prominent aanwezig op de Parijse Luchtvaartsalon in 1924.
Op de achtergrond een Spin uit 1912.
Nogmaals de D.XIII op de Parijse salon (5 tot 21 december 1924).
Wie de D.XIII wilde zien moest zich begeven naar Stand No. 43.
Advertentie uit het Britse luchtvaarttijdschrift The Aeroplane.
De ingezette foto is Bertus Grasé, invlieger van Fokker die in 1925 vier wereldsnelheidsrecords behaalde met de D.XIII.
Grasé’s records werden vermeld in het Britse tijdschrift Flight.
De records van Grasé werden ook gepubliceerd in het Nederlandse tijdschrift Het Vliegveld.
In juni 1924 moest een D.XIII na een demonstratievlucht van Grasé een noodlanding maken op het Nederlandse strand.
Het vliegtuig kon niet in veiligheid worden gebracht voordat het vloed werd.
Deze D.XIII had unieke rolroeren die minder lang waren dan die van het productiemodel (zie bijv. foto 4 en foto 5).
Het vliegtuig kwam diep onder water te staan.
De landing op het strand werd niet gemaakt door Grasé maar door Strasser, zo liet Het Vliegveld weten.
Georg Strasser was testpiloot bij Fokker.
Volgens dit bericht kon de D.XIII een snelheid halen van 300 km/u.
In 1932 werd een D.XIII in Duitsland ingeschreven met de civiele registratie D-2252 op naam van de DVS (Deutsche Verkehrsflieger-Schule).
Willy Stör poseert voor de D-2252. Stör, een kei in het kunstvliegen, was in dienst van de DVS.
Hij werd later testpiloot bij Messerschmitt.
De D.XIII van de DVS kreeg later een donkere romp met witte belettering en een hakenkruis op de staart.
Belangrijkste bronnen:
Met dank aan Klaas Kruijsdijk (Aviodrome), Andrej Averin en Gert Blüm.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.