De F-16 van de late jaren ’30, zo zou je de door de Duitse ontwerper Erich Schatzki ontworpen D.XXI kunnen noemen.
Schatzki werkte voor Fokker en ontwierp de D.XXI in 1935. Op 27 maart 1936 maakte dit toestel zijn eerste vlucht.
Die eerste vlucht vond plaats op het vliegveld Welschap (Eindhoven) met in de cockpit Fokker testvlieger Emil Meinecke.
Weer een “D” type dat werd ontworpen voor gebruik bij het KNIL in Indië en waarvan weer niets terecht kwam. Maar de LVA bestelde in 1937 toch 36 exemplaren.
Voor het prototype dacht men aan een Rolls Royce Kestrel IV van 700 pk, maar het werd de Bristol Mercury VIII 9-cilinder luchtgekoelde stermotor van 830 Pk. Ook voor de LVA machines.
Het prototype werd wel gedemonstreerd in Indië, waar het in 1942 op het vliegveld Andir op de grond werd vernield tijdens een Japanse aanval.
In totaal zij er 148 D.XXI’s gebouwd inclusief de in licentie gebouwde toestellen in Denemarken en Finland waar de D.XXI tot 1948 in gebruik is geweest.
Ook kochten de Denen en de Finnen een aantal D.XXI’s rechtstreeks bij Fokker.
Van de Finse licentie-D.XXI’s hadden voor een deel de Bristol Mercury VIII en een ander deel had de Pratt and Whitney Twin Wasp R-1535 junior motor van 825 pk, met 2 rijen van 7 cilinders.
In Finland is één D.XXI uitgevoerd geweest met een intrekbaar landingsgestel, want de D.XXI was standaard uitgevoerd met een vast, niet intrekbaar landingsgestel.
Ook in Spanje zouden er vijftig D.XXI’s in licentie gebouwd worden, het is echter slechts bij één toestel gebleven.
Dit kwam mede doordat tijdens de Spaanse burgeroorlog de Nationalisten het gebied hadden veroverd waar de licentiebouw plaats vond.
De D.XXI’s van de LVA hebben op geduchte wijze luchtgevechten geleverd met de Duitse Jagers tijdens de inval van Duitsland op 10 mei 1940 in Nederland.
Daarbij zijn er ook D.XXI’s verloren gegaan, zowel in de lucht als door grondaanvallen.
Zeven D.XXI’s zijn in Duitse handen gekomen, een onbekend aantal daarvan hebben dienst gedaan bij de Luftwaffe.
De bewapening van de LVA Machines bestond uiteindelijk uit vier Browning FN 7,9 mm mitrailleurs, twee in elke vleugel.
In Denemarken en Finland zijn er ook andere bewapening systemen getest of toegepast.
In 1988 is er bij Fokker in samenwerking met de KLu, een prachtige D.XXI replica gebouwd die te bewonderen is in het NMM te Soesterberg.
In Hoogeveen bij ATN heeft men sinds mei 2022 een vliegende
replica van een D.XXI. (https://www.fokkerd21.com en
https://fb.watch/guwzjqCRWJ/ )
Er zijn secties van de D.XXI in Nederland (met enkele video's), In Duitse dienst, in Finland (met enkele video's) en in Denemarken/Zweden.
Klik op de foto om de foto te vergroten
De D.XXI in Nederlandse dienst
FOKKER D.XXI 1936
De D.XXI jager, die in 1936 gereed kwam, zou het laatste Fokker jachtvliegtuig zijn, dat in serie werd gebouwd.
Tussen de twee Wereldoorlogen waren de D.VII, D.X, D.XI, D.XII, D.XIII (en de afwijkende D.XIV), de D.XVI en D.XVII ontwikkeld en soms in grotere series gebouwd.
Hoewel vrij orthodox van constructie werd de D.XXI door zijn prestaties door verscheidene luchtmachten besteld.
Oorspronkelijk werd het prototype volgens een specificatie van het KNIL ontwikkeld, een toestel met 645 pk Bristol „Mercury" motor, dat op 27 maart '36 bij Eindhoven zijn eerste vlucht maakte.
Voor de Luchtvaartafdeeling werden 36 vliegtuigen van dit type afgeleverd, waarvan een aantal in de meidagen tegen de aanvallende Luftwaffevliegtuigen werden ingezet.
Finland koos ook de D.XXI en bestelde zeven toestellen bij Fokker, terwijl daarna de Finse staatsfabriek in Tampere, Valtion Lentokonetehdas, de licentieproductie deed. In 1939 werden 35 D.XXI's met Bristol Mercury gebouwd, in 1941 waren het 50 stuks en in 1944 nogmaals 5, alle uitgerust met de 1050 pk Pratt & Whitney Twin Wasp Junior motor.
Een toestel werd als proef met een intrekbaar onderstel ontwikkeld, doch nooit in de serie vervaardigd.
Denemarken volgde met een order van drie machines en een licentieovereenkomst voor bouw in de staatsfabriek in Klovermarket. Bij het uitbreken van de oorlog was het Escadrille Nr. 2 uitgerust met D.XXI's.
Het is weinig bekend, dat Republikeins Spanje de licentie had verkregen voor de bouw van dit type. De productie van rompen was in een fabriek in Catolanië begonnen toen de burgeroorlog tot een eind kwam.
Gedurende de meidagen in 1940 vochten D.XXI's van de 1ste, 2e en 5e jachtvliegtuigafdelingen moedig tegen de numeriek overweldigende Luftwaffe.
De Finse D.XXI werd in de Winteroorlog met Rusland (30 november 1939 – 13 maart 1940) op grote schaal gebruikt in de Squadrons HLeLv 32, 24 en TLeLv 12.
Het prototype met registratie FD-322 en cn 5416 op vliegveld Welschap, het landingsgestel is nog niet voorzien van de aerodynamische wielkappen.
De D.XXI vermoedelijk op vliegveld Welschap-Eindhoven.
Links staat als tweede persoon Emil Meinecke een Fokker invlieger.
De cockpit is nog geopend, de motor loopt al en zo dadelijk vertrekt de jager.
De wielblokken liggen ook nog vast.
In die cockpit zit vermoedelijk de Tsjechische invlieger Karel Mares.
Hij was ook erg druk met het invliegen van de Fokker G.1.
Het prototype van de D.XXI hier op 27 maart 1936 gereed voor de eerste vlucht vanaf Welschap.
Het prototype van de D.XXI de FD-322 tijdens de beproevingen op Soesterberg.
Het werd ook op vliegveld Welschap-Eindhoven beproefd.
Hier staat het prototype van de D.XXI, dat een zeer grote belangstelling kreeg uit Nederlands Indië.
Dus werd alvast een Indische registratie toegekend, namelijk FD-322 van de LA.KNIL.
Uiteindelijk nam de LVA alle D.XXI jagers zelf af.
De nood in Europa was aanzienlijk groter gezien de toenemende Duitse agressie.
De oorlog in Europa begon eerder, dus in Nederlands-Indië hebben ze nooit gevlogen.
Het prototype FD-322 tijdens een vlucht, nu met de aerodynamische wielkappen.
Fokker testvlieger Emil Meinecke voor de FD-322.
Letland had interesse in de D.XXI, hier een Letse handelsdelegatie voor een D.XXI,
3e van links is Luitenant vlieger Leegstra van de LVA.
De LVA D.XXI 212 met cn 5485.
De Fokker D.XXI 212 van de LVA (Luchtvaart Afdeeling) op vliegveld Soesterberg.
Flightline van de LVA 215 cn 5488 de 214 cn 5487 de 213 cn 5486 en de 212 cn 5485.
De LVA 213 met cn 5486.
De 214 van de LVA op vliegveld Soesterberg.
De LVA 215 met cn 5488 voor een hangar in Soesterberg, met de in oktober 1939 ingevoerde oranje driehoek met zwarte rand, in plaats van de ronde kokarde.
10 mei 1940, de restanten van de 216 met cn 5489, neergestort na een luchtgevecht bij Leiden.
De LVA 217 met cn 5490 wordt gereedgemaakt voor een vlucht.
De 217 van de LVA, gevlogen door Sgt-vlieger B. de Geus.
Op 7 oktober 1939 is de kist al in de oranje mobilisatie-uitmonstering.
De LVA 220 met c/n 5493 waar het richtvizier voor de cockpit goed is te zien.
Inmiddels al met de mobilisatie kleuren uitgemonsterd.
De 220 was tijdens de meidagen van 1940 ter reparatie bij Fokker Amsterdam Noord.
De Bristol Mercury VIII motor had nr 418292 en was voor 90 % gereed.
In ieder geval was de jager op 17 mei 1940 nog bij Fokker, zo werd gemeld bij de Reparatielijst van Fokkerfabriek Amsterdam door Kap. Kruijff Van Dorssen.
Het is dus heel goed mogelijk dat deze 220 in handen van de Luftwaffe is gekomen.
Twee Duitse soldaten voor de 222 met cn 5495 die op 10 mei 1940 bij Monster werd vernield.
Een stevig ongeluk op Soesterberg met de 227 van de LVA. De kist heeft al wel de oranje aanduidingen.
De 223 met cn 5496 werd op 10 mei 1940 neergeschoten bij Wassenaarse Slag.
De 227 van LVA, die later nog een ongeluk zou krijgen.
Ook de 227 met cn 5500 werd vernield op 10 mei 1940, hier op vliegveld Ypenburg.
De beschadigde 228 met cn 5501 op vliegveld Ockenburg in begin mei 1940.
Neusstand van de 229 met cn 5502 die op 10 mei 1940 werd neergeschoten bij Ouderkerk aan de IJssel.
Nogmaals de 229.
Restanten van de LVA D.XXI 229 met cn 5502 zijn te bezichtigen in het CRASH museum in het Fort bij Aalsmeer in Aalsmeerderbrug.
De Bristol Mercury motor van de 229 in het CRASH museum.
De LVA 230 met cn 5503.
De LVA 233 met cn 5506.
De 237 met cn 5510 en de 241 met cn 5514 in formatie.
Een LVA D.XXI met de oranje mobilisatie-aanduidingen en ervoor de Duitse kleinauto Hanomag, deels van hout gemaakt.
Een uitermate kleine auto met daar in 2e Lnt.Vlieger Govert Steen van de LVA.
Het autootje was een bekende verschijning op Soesterberg.
Steen zal tijdens de meidagen van 1940 een belangrijke rol spelen in de Nederlandse verdediging in de lucht.
Op 5 mei 1941 zal hij met 5 andere medevluchters een Fokker T.VIII/W vanaf de Minarvahaven in Amsterdam naar Engeland vliegen.
De 245 met cn 5518 na een noodlanding op 10 mei 1940 in Zwaagdijk.
Restant van een D.XXI op Schiphol, mei 1940.
Nog een aantal D.XXI-restanten op Schiphol na de gevechtshandelingen van de Duitsers tijdens hun inval in Nederland op 10 mei 1940.
De 246 met cn 5519 op Soesterberg tijdens de eedaflegging van een aantal LVA militairen.
De Bristol Mercury motor van de D.XXI.
Drie D.XXI’s op vliegveld De Kooy in maart 1940.
Koningin Wilhelmina brengt een bezoek aan de Fokkerfabriek in Amsterdam-Noord en bewondert de D.XXI.
Rechts van de koningin (met paraplu) Dhr. Vattier Kraane, toenmalig president commissaris van de Fokker fabriek.
Op de voorgrond links de heer Van Tijen lid van de Fokkerdirectie en rechts van hem de Belgische Koning Leopold III.
Vleugelproductie van de D.XXI in Amsterdam-Noord.
D.XXI rompenbouw in Amsterdam-Noord.
Het lassen van de D.XXI rompen in Amsterdam-Noord.
Eindmontage van de D.XXI in Amsterdam-Noord.
Opbouw van de D.XXI rompen in Amsterdam-Noord.
Linnen bekleding om de D.XXI staalbuizen romp in Amsterdam-Noord.
De replica van de D.XXI in 1988 in de bedrijfsschool van Fokker op Schiphol-Oost.
Deze D.XXI is geheel compleet gebouwd en in principe luchtwaardig.
Omdat deze replica niet is gebouwd onder toezicht van de luchtvaartautoriteiten
is de luchtwaardigheid niet officieel.
De D.XXI replica op het platform van de Fokker fabriek op Schiphol-Oost, naast een bij Fokker gebouwde F-16.
Het camouflage patroon is het officiële, zoals dat werd aangebracht op de LVA D.XXI’s in 1938/39.
De replica D.XXI tentoongesteld in het Militair Luchtvaart Museum, kamp Zeist in Soesterberg.
De D.XI speelt een belangrijke rol in bovenstaande video.
Door de Duitsers geconfisqueerde D.XXI met Luftwaffe-kruisen.
Door de Duitsers geconfisqueerde D.XXI in Luftwaffe uitmonstering.
Het LVA camouflagepatroon is gebleven.
Luftwaffe D.XXI in een hangar.
Luftwaffe D.XXI met een onleesbare registratie.
De bij Fokker gebouwde FR-76 met cn 5438 voor de Finse luchtmacht.
De Finse swastika heeft niets te maken met het Duitse hakenkruis. Zie pop-up.
Een 20 mm Oerlikon machinegeweer onder de vleugel van de Finse FR-76 met cn 5438.
Oktober 1937. Verzending naar Finland van de bij Fokker gebouwde FR-77 met cn 5439 en de FR-78 met cn 5440.
De bij Fokker gebouwde Finse FR-80 met cn 5442.
De bij Fokker gebouwde Finse FR-82 met cn 5444.
Finse D.XXI in de Fokker-stand op de “Aviation Fair Helsinki” in 1938.
D.XXI cockpit.
Een voor Finland bestemde D.XXI op de AVIA tentoonstelling in de Houtrusthallen in Den Haag in 1937.
Unieke kleurenfoto van deze in Finland in licentie gebouwde D.XXI’s bij Valtion Lentokonetehdas (Staats vliegtuig fabriek) in het Finse Tampere.
Vooraan, de D.XXI met registratie FR-108 en cn serie III 9. Achter, de FR-90 met cn serie II 8.
De FR-92, licentie Finland, met cn serie II 10, met een Bristol Mercury motor.
Van de 90 in licentie gebouwde D.XXI’s in Finland hadden er 35 een Bristol Mercury motor, de andere 55 een Pratt & Whitney Twin Wasp.
De FR-92, licentie Finland, met cn serie II 10 wordt gereed gemaakt voor een vlucht.
De FR-98, licentie Finland, met cn serie III 2.
De FR-108, licentie Finland, met cn serie III 9.
De FR-110 in het Fins luchtvaartmuseum.
De FR-116, licentie Finland, met cn serie III 18 in de Finse sneeuw.
De FR-103, licentie Finland, met cn serie III 20.
Monteurs verzorgen de FR-125, licentie Finland, met cn serie IV 8.
Crash van de FR-132, licentie Finland, met cn serie IV 15 uitgerust met een P&W Twin Wasp.
De FR-133, licentie Finland, met cn serie IV 16.
Zes licentie Finnen in deze kleine hangar met op de voorgrond de FR-134 met cn serie IV 17.
De FR-143, licentie Finland, met cn serie IV 26.
De FR-148, licentie Finland, met cn serie IV 31, met “sneeuwschoenen”, een speciaal landingsgestel voor starts en landingen in de sneeuw.
De FR-150, licentie Finland, met cn serie IV 33.
De FR-157, licentie Finland, met cn serie IV 40.
De FR-160, licentie Finland met cn serie IV 43.
De FR-167, licentie Finland met cn serie IV 50.
Dit is de enige D.XXI die gebouwd is met een intrekbaar landingsgestel.
Deze J-41 met cn 5480 is een bij Fokker gebouwde D.XXI, bestemd voor de Deense luchtmacht.
De Deense J-41 was onder de vleugels uitgerust met een 20 mm Madsen kanon.
Ook de Deense J-42 met cn 5481 was bij Fokker gebouwd.
D.XXI voor de Deense luchtmacht.
Dit zijn de overblijfselen van de Deense D.XXI na de oorlogshandelingen in Denemarken in 1940. Registratie J-49 en cn 109 na
Dit is één van de 10 in licentie gebouwde D.XXI’s bij de “Konglige Danske Orlogsvaerftet” fabriek in Kopenhagen, Denemarken.
Alle Deense licentie D.XXI's hadden Bristol Mercury motoren.
D.XXI registratie J-50 cn 110, licentie Denemarken.
Een in licentie gebouwde Deense D.XXI in Vaerløse, april 1940.
Het 20 mm Madsenkanon onder de Deense J-42 met cn 5481.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.