De V.2 met de radiator van de Mercedes motor bovenop de vleugel.
De enige V.3, in effen witte beschildering.
Prototype Dr-I
Er werden verschillende motoren toegepast; de 110 pk Oberursel, een 110 pk Le Rhône, een 145 pk Oberursel UR.3, een 160 pk Goebel en een Siemens Halske Hs III.
Spanwijdte: 7,20 m, Lengte: 5,80 m, Hoogte: 2,75 m
Snelheid: 200 km/h, Vliegduur: 2,5 uur.
Prototype Dr-I op het Malieveld in Den Haag.
Prototype Dr-I op het Malieveld in Den Haag.
De officiële overdarcht van de Dr-I aan het Duitse leger.
De Dr-I boven Schwerin.
De loopbaan van de Dr-I was kort, maar hevig.
Werner Voss vloog hem voor de eerste keer en schoot binnen 21 dagen 22 Engelse vliegtuigen neer. Dit was aanleiding om de Dr-I aan te kopen. Er zijn zeker 320 exemplaren gebouwd.
Een Dr-I met een merkwaardige markering: “74”.
Het ‘luchtcircus Richthofen’. Elke vlieger had zijn eigen markering.
De Dr-I zaaide dood e verderf onder de geallieerde jachtvliegers.
Veel Dr-I's kwamen bij Jagd Geschwader Nr.I (bij Von Richthoven).
Dit eskader bestreek de lijn vanaf Duinkerken, Ieperen, Rijssel, Kamerijk (Belgie) en door naar Amiens in Frankrijk.
Gontermann, hier in zijn Dr-I, was gespecialiseerd in het vernietigingen van kabelballonnen. Een zeer gevaarlijk werk, want deze werden goed beschermd door luchtdoelgeschut.
(De ballonnen werden voor observatie gebruikt om de artillerie te richten).
Het wrak van de Dr-I van Gntermann.
Von Gontermann was niet de eerste piloot die omkwam tijdens een testvlucht van de Dr-I.
Anthony Fokker werd ervan beschuldigd dat het vliegtuig slordig was gebouwd en kreeg orders de productie te verbeteren.
Bron: http://www.forumeerstewereldoorlog.nl
Eén van de Dr-I’s waar Von Richthofen in gevlogen heeft; de 141/17.
Nogmaals de 141/17 van Von Richthofen
Het wrak van een Dr-I van Von Richthoven. Deze keer kwam hij er goed van af, zonder letsel.
Lothar-Siegfried Freiherr von Richthofen en zijn broer Manfred voor een Dr-I.
Manfred stond bekend als de 'Rode Baron'.
De Canadees vlieger Roy Brown (midden, onder het kruisje), is één van de velen die claimen Von Richthofen neergeschoten te hebben.
Men staat hier bij het wrak van de Dr-I.
Roy Brown (midden) met de machinegeweren uit de Dr-I van Von Richthoven.
Ernst Udet in zijn Dr-I die hij, naar de voornaam van zijn verloofde, "Lo" had genoemd,
De V.6 met Duitse kentekens op de bovenvleugel.
De V.8 vijfdekker was geen succes en heeft slechts twee korte vluchtjes gemaakt.
Daarna werd het toestel afgebroken.
De V.9 was één van de prototypes van wat later de D-VI zou worden.
De D-VI werd in bescheiden aantallen gebouwd.
Ook deze jager deed mee aan de jachtvliegtuig competitie in januari 1918,
Maar was niet succesvol.
De V.11 was één van de prototypes van wat later de de D-VII zou worden.
De V.13/1 in de sneeuw.
De V.17 was een middendekker, deed ook mee aan de jachtvliegtuigcompetitie van januari 1918, maar er volgde geen verdere ontwikkeling.
Een D-VII in Duitse kleuren.
Idem
De D-VII-F 7795/18 uitgerust met een BMW-motor.
Een D-VII met het opschrift "Nickchen IV".
De D-VII was een zeer wendbaar vliegtuig.
Hier maakt het een looping.
Op de romp staat een adelaar in een rond veld.
Ernst Udet achter zijn eerste Fokker D-VII.
"hoogmoed komt voor de val, dit is het vliegtuig waar ik een dag later uit moest springen"
Een Duitse D-VII op een vliegveld aan het westelijk front.
Duitse D-VII 507/18
Een D-VII-F bekleed met de camouflagekleuren van 1918.
Niet alleen in de lucht was de D-VII de schrik van de gealieerden, ook deze Engelse infanteristen zoeken een goed heenkomen bij nadering van een D-VII.
Een rapport van de luchtgevechten aan het westelijk front.
In 1927 paste de Duitse Huffer Werke twee D.Vll's aan - één was bestemd voor de beroemde piloot Ernst Udet.
Dit toestel, de D-IHOD, vloog tot ver in de dertiger jaren.
Op destaart reeds het hakenkruis.
De D-VII werd ook als privévliegtuig gebruikt.
Dat ging niet altijd goed.
Een door de Ost-Deutsche Albatross Werke (OAW) gebouwde D-VII.
Dit vliegtuig werd na de wapenstilstand door de The 1st Aero Squadron, (the 1st Reconnaissance Squadron) in gebruik genomen.
Hier op het vliegveld Trier in (bezet) Duitsland.
Het rompopschrift is "1st Aero".
Deze door de Amerikanen veroverde D-VII werd door de toenmalige NACA (National Advisory Committee for Aeronautics) gebruikt als laboratoriumvliegtuig.
Hier op McCook Field en aangeduid als P-108.
De Duitse kruizen werden gehandhaafd.
Een 2-persoons D-VII in de VS. Het opschrift is: Hall-Scott
Dezelfde tot 2-zitter verbouwde D-VII met een 240 pk Hall Scott motor.
Met dit toestel vloog Frank Clarke van 1 t/m 4 juli 1912 van Los Angelos naar Chicago en weer terug.
Twee Zwitserse D-VII's, de 609 en de 632.
Nog een Zwitesrse D-VII; de 621.
In 1920 werden door Zwitserland 19 D-VII’s aangekocht die in 1922 in dienst kwamen.
Ze kregen de nummers 608, 609 en 615 tot 632.
Een D-VII van de Poolse luchtmacht met vliegers van het 15e squadron.
De foto is van voorjaar 1920.
In België werden een aantal D-VII’s onbeschadigd aangetroffen en in gebruik genomen.
In het Belgische “Koninklijke museum van leger en krijgsgeschiedenis” werden trofeeën van de overwinning op Duitsland tentoongesteld. Bovenaan hangt een D-VII.
Ook in België werd de D-VII als privévliegtuig gebruikt.
Hier de O-BEBE en de O-BILL
De D-VII’s van de Nederlandse strijdkrachten kwamen op meerdere manieren binnen.
D-VII’s die een noodlanding in het neutrale Nederland moesten maken (of verdwaald waren) werden geïnterneerd en na de oorlog kwam een groot aantal D-VII’s binnen met de roemruchte smokkeltreinen van Fokker.
Hierboven de romp van een D-VII op die trein.
In Nederland had Anthony Fokker een tweezits D-VII als privévliegtuig; de PH-AJW.
Een D-VII met een Armstrong-Siddely ‘Puma’ motor, bestemd voor de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (ML-KNIL).
Een D-VII voor de ML-KNIL waar de beplating van de Armstrong-Siddely ‘Puma’ motor tijdelijk is verwijderd.
Van dit type D-VII met een 230 pk Puma motor hebben er 6 bij de LA-KNIL gevlogen.
Op het roervlak is een witte kat geschilderd.
Een D-VII voor de ML-KNIL.
251
Een D-VII kostte in 1919 25.000 gulden.
Dat komt overeen met € 155.000,- in 2019.
De 251 van de LVA op Soesterberg
Een groep D-VII’s met oranje bollen. (O.a. de 254, de 256, de 250 en de 258).
Waarschijnlijk staan ze gereed om afgeleverd te worden.
Rechts op de achtergrond staat het F-II prototype.
Een D-VII’s van de LVA met het rood-wit-blauw-oranje roundel.
Rompopschrift: ‘F.271.BMW 180’.
Weer een neusstand van een LVA D-VII.
2 LVA D-VII's met rompopschrift: 'F.257.BMW.250' en ‘F.258.BMW.259’.
De 5 LVA D-VII's van het stuntescadrille (stuntteam) “De vijf vingers aan één hand”.
De leider is kapitein Willem Versteegh.
De D-VII’s zijn de: 263, de 266, de 268, de 265 en de licht geverfde kist van Versteegh zonder kencijfers.
De eerste tankwagen van de LVA.
Het is een T-Ford waar twee vaten van 500 liter op gemonteerd zijn.
Rechts voor de D-VII ‘263’ staat adjudant Preusser.
Een D-VII in de spuitcabine.
Adriaan Viruly van de LVA moest twee jaar lang, om de andere dag met zijn D-VII naar 5.000 meter klimmen om gegevens voor de weerberichten te verzamelen.
De klim naar 5.000 m (16.000 ft) kostte bijna 3 kwartier.
Opschrift van de foto: “A. Viruly (met de weerberichtenjager) 1929”.
In mei 1931 trad hij in dienst van de KLM en werd een beroemd vlieger.
De "263" was ook een 'weervliegtuig'.
Hier neemt de 263 de grondtemperatuur op.
Een door Fokker gesigneerde foto met een LVA-vlieger voor zijn D-VII.
Deze D-VII-F heeft wel een oranje bol, maar is voor de rest nog in Duitse kleuren.
Dit is één van de D-VII’s van de Marine Luchtvaart Dienst (MLD) en is uitgerust met een 260 pk BMW-4 motor.
Op de inzet staat de marinevlieger Karel Doorman, de latere schout-bij-nacht, bekend van de slag in de Java-Zee.
Twee MLD D-VII’s met BMW-4 motor.
Vooraan de D-20.
Een aantal D-VII’s van de MLD op ‘De Kooy’ bij De helder.
Onder andere de D-27.
De D-VII D-34 van de MLD op ‘De Kooy’.
Let op de witte band over de romp (?).
Luitenant J.H. van Giessen voor zijn D-VII D-34 in Reykjavik.
De meetopstelling is goed zichtbaar onder de rechter ondervleugel.
Detal van de 'meteograaf' onder de vleugel.
De '260' en de '263' vlak voor het opstijgen.
Let op de tekst 'FOKKER" tusen de kencijfers en de LVA-rozet.
Een vliegshow (Schiphol?).
In 1922 beweerde de minister van oorlog dat de D-VII niet deugde ondanks dat er sinds 1916 al zeker 800 gebouwd waren.
Het betrof hier echter de D-VII die voor Nederlands-Indië gebouwd waren en tegen het advies van Fokker in waren aangepast.
Inderdaad gebeurden er diverse ongevallen, o.a. met de D-20, de D-29 en de D-31.
De rompen van D-VII’s voor de Fokker fabriek in Amsterdam Noord.
Transport van D-VII’s over water met dekschuiten.
De route met de dekschuit vanaf de fabriek in Amsterdam-Noord naar Schiphol. (Het huidige Schiphol-Oost).
De D-25 van de MLD op viegkamp 'De Kooy'.
De V.20 werd in 5 1/2 dag gebouwd voor de januari-jagerwedstrijden in Johannisthal (1918).
De V.21 met Duitse kentekens.
De V.22 met Duitse kentekens.
De V.23
De V.25 was een experimenteel toestel, samengesteld uit een V.4 romp, V.23 vleugels en D-VII roeren.
De enige V26/1 die gebouwd werd.
De stabilisatievlakken bij het richtingsroer waren vrijdragend.
Ernst Udet (63 overwinningen) in zijn Fokker D-VIII 238/18
Leden van “Jasta-6” van het “Richthoven Geschwader” op de vleugel van een E-V / D-VIII.
Ondanks deze krachtproef was de vleugel te zwak en stortten 3 D-VIII’s neer.
Anthony Fokker staat vooraan (zie pijltje).
Luitenant Neckel (zie X) behaalde 30 overwinningen in de D-VIII.
De Fokker E-V 138/18 met Duitse kentekens.
De D-VIII wed door de geällieerden het 'vliegende scheermes' gedoopt.
Een Duitse D-VIII 697/18
Een zeldzame foto van een E-V (D-VII) in de kleuren van het Poolse leger.
Een D-VIII in Duitse kleuren.
De V.27, voorloper van de V.30, de F-VI en de PW-5 (Amerikaanse aanduiding)
Hier de V.28 met een 160 pk Goebel motor.
Proefvlieger Richard Schulz vond dat de V.28 uitstekend vloog.
Een Duitse D-VIII.
De LVA vloog met geïnterneerde D-VIII’s
Hier de 309/18
Op de roemruchte smokkeltreinen werden ook 20 D-VIII jagers naar Nederland gesmokkeld.
Een aantal vloog bij de LVA, maar LVA-kencijfers hebben ze nooit gehad. Wèl de oranje LVA-bollen (kokardes).
Ook de Verenigde Staten kochten in Amsterdam enkele D-VIII’s.
Nog een geïnterneerde D-VIII met de oranje LVA-bollen.
Een Amerikaanse D-VIII
De V.29 met de 185 pk BMW motor.
De V.30 (onder) en de F-II (boven).
De V.30 is een parasoldekker-zweefvliegtuig.
In 1921 werd de V.30 tentoongesteld op de Parijse “Luchtvaart Salon”, maar dan als een gewoon zweefvliegtuig.
De Fransen werden woedend toen ze onder de nieuwe verf de oude Duitse kentekens (kruisen) ontdekten.
De V.33 met Duitse kentekens.
Dit vliegtuig is in 1918 naar Nederland gekomen en heeft tot 1922 gediend als privévliegtuig van Anthony Fokker.
De V.34, een voorloper van de C-I verkenner.
Op de foto de V.35 met Ernst Udet, op weg van Berlijn naar de Fokker fabrieken in Schwerin.
De V.36.
De Fokker V.37.
De V.38 ofte wel de C-I.
Hier afgebeeld met de oranje bollen van de LVA, waarmee hij echter nooit gevlogen heeft.
De V-XXXIX kwam ook naar Nederland met de roemruchte ‘smokkeltreinen’. Hij werd echter niet in serie gebouwd.
Fokker gebruikte de V-XXXIX een tijd lang als privévliegtuig.
Het vleugelopschrift van deze V.45 is “D-57” (Duitsland). Later zou dit de H-NABD van de KLM worden.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.