KLM directeur Albert Plesman, heeft weleens tegen Anthony Fokker gezegd dat hij vijf prototypes van de F.VII in zijn vloot had, in verband met de vele technische wijzigingen telkens.
Dat gaf bij Fokker ontwerpers Rethel en Platz aanleiding alle wijzigingen in een nieuw toestel te verwerken en zo ontstond de F.VIIA.
De grootste wijzigingen waren:
• de rolroeren staken niet meer buiten de vleugeltip,
• het landingsgestel was vereenvoudigd en goed geveerd,
• het stabilo was verstelbaar en
• er konden nu acht passagiers worden vervoerd.
Het prototype was voorzien van een 420 Pk watergekoelde Packard Liberty V-12 motor.
De eerst vlucht vond plaats op 12 maart 1925, standaard werd de F.VIIA afgeleverd met een 440 Pk. Bristol Jupiter stermotor.
De Wright Cyclone en Lorraine Dietrich waren alternatieve motoren voor de F.VIIA.
Van de 36 gebouwde toestellen gingen er 11 naar de KLM, verder waren er tientallen andere luchtvaarmaatschappijen en zelfs particulieren die met de F.VIIA opereerden.
Een aantal F.VIIA’s werden verscheept naar de USA.
Er werden oceaanvluchten, recordvluchten en expeditievluchten met de F.VIIA uitgevoerd.
Net als met de F.VII is er met de F.VIIA ook een vlucht uitgevoerd naar het toenmalige Nederlands-Indië.
Een aantal F.VIIA’s zijn later omgebouwd tot F.VIIA-3m, na de F.VIIA werd de F.VIIA-3m later bij Fokker ook direct gebouwd.
Twee F.VIIA’s zijn bewaard gebleven; één in het Aviodrome in Lelystad en de ander in het Verkehrshaus in Lüzern, Zwitserland.
In North Dakota, USA wordt de romp van de F.VIIA van Hubert Wilkins in een museum bewaard.
Voor de eenmotorige F.VII’s die naar Amerika gingen zie hiervoor ‘In Amerika gebouwde Fokkers’
Klik op de foto om de foto te vergroten
FOKKER F.VIIa 1925
Een directe ontwikkeling van de vrije hoekige F.VII was de aerodynamisch verfijndere F.VIIa, die een fraaie tapse vleugel met ingebouwde rolroeren had. Ook kreeg de F.VIIa een vereenvoudigd onderstel met een enkele verende stijl, waarin rubber-amortiseurkoord voor de schokdemping zorgde.
Het prototype, dat de registratie H-NACZ voerde, vloog voor de eerste maal op 12 maart 1925.
Het toestel werd daarna naar de Verenigde Staten verscheept voor demonstratie aldaar.
Dit toestel had nog de watergekoelde 400 pk Packard Liberty motor. Andere machines kregen de luchtgekoelde ster-motoren.
De F.VIIa was het eerste verkeersvliegtuig ter wereld, dat van een luchtgekoelde motor was voorzien.
Totaal zijn 42 F.VIIa's door Fokker gebouwd; vier gingen naar Amerika, terwijl de anderen aan KLM (11 stuks), Balair (drie), Det Danske Luftfartselskab, Lot Polski Lotnice, de Franse CIDNA en STAR, de Tsjechische CLS en CSA, Avio Linee Italiane, SABENA en de Hongaarse MALERT werden geleverd.
KLM's F.VIIa's hadden de registraties H-NACT (vernield op 10 mei 1940 op Schiphol), ADF, G, J, K, 0, N, P, Q en R. H-NADP vervoerde de Amerikaanse miljonair van Lear Black naar het Verre Oosten, wat de eerste lange-afstands-chartervlucht was die werd uitgevoerd.
Dit toestel werd later herbouwd tot H-NADR, werd vervolgens PH-OTO, PH-ALY, OY-DEV en eindigde als Finse FE-2 bij de luchtmacht.
Twee van de Zwitserse F.VIIa overleefden alles: CH-157 werd HB-LBO, die in 1948 in het postmuseum in Bern terecht kwam; CH-158 kwam via Zweden en Denemarken terug op het oude nest en staat nu als H-NACT in de Aviodome in Lelystad.
Cn 601.
F.VIIA van Standard Airlines in de USA.
F.VII’s gingen via de Atlantic Aircraft Corporation naar hun afnemers in de USA.
In het begin kregen de toestellen in de USA een ander constructienummer als in Nederland.
Voor de F.VII’s was dat in de “600” reeks.
Cn 4899.
Prototype van de F.VIIA, met ronde vleugeltippen zonder uitstekende rolroeren en een simpel geveerd landingsgestel.
Het prototype werd verscheept naar de USA. Hier heeft het een onfortuinlijke landing gemaakt.
Het prototype werd hersteld en heeft als “Old Glory” NX703 een poging gedaan op 6 september 1927 een trans-Atlantische vlucht te maken van Old Orchard Beach, Maine naar Rome.
Het vliegtuig verongelukte dezelfde dag 350 mijl ten Oosten van Cape Race, Newfoundland.
Cn 4901.
De H-NACT van de KLM.
Nu cn 4901 als PH-ACT op het vliegveld Texel.
cn 4909 wordt hier in 1926 gereed gemaakt voor de poolexpeditie-vlucht van Hubert Wilkins.
Cn 4909.
Met deze F.VIIA wilde Hubert Wilkins in 1926 een vlucht naar de Noordpool maken.
Het vliegtuig verongelukte voortijdig in Alaska, waarbij de vleugel brak.
Het vliegtuig was uitgerust met een speciaal skionderstel.
De F.VIIA van Hubert Wilkins.
Cn 4918.
De H-NADF van de KLM met een 420 Pk Gnome Rhône Jupiter motor.
Cn 4918 ging van de KLM naar het Tsjechische CLS als L-BAAI.
Cn 4919.
De passagiers zijn duidelijk zichtbaar in de KLM H-NADG.
Cn 4919.
Het is de ex KLM H-NADG, nu als L-BAAH van CLS, hier in de sneeuw.
De KLM H-NADH met cn 4938, voor de hangar van het Duitse Aero Lloyd in
Bremen.
Cn 4938.
Een in 1927 gecrashte F.VIIA, de G-EBPL van bankier Alfred Loewenstein.
Cn 4952.
Grondig onderhoud aan de KLM H-NADJ.
C/n 4953 werd vanaf 16-06-1926 de H-NADK van KLM.
Hier nog vliegend boven Amsterdam maar niet voor lange tijd want het toestel zou een buitengewoon spectaculaire staat van dienst opbouwen.
Vanaf 05-09-1927 werd deze F.VII A gevlogen naar Engeland en gekocht door Robert Henry McIntosh.
De F.VII A kreeg de naam "Princess Xenia" en de Britse registratie G-EBTS.
Zie verder de volgende foto.
Op deze foto staat de G-EBTS opgesteld op vliegveld Baldonnnel vlakbij de Ierse hoofdstad Dublin.
Het vertrek is al aanstaande op 16 september 1927 verrekt het toestel voor de trans-Atlantische oost-west vlucht, maar zeer slecht weer dwingt ze om naar Ierland terug te keren.
Vliegers zijn Robert McIntosh en James Fitzmaurice
Op 15 november 1927 starten de vliegers MacIntosh en Bert Hinkler voor een nonstop vlucht naar India.
In Polen verdwalen ze maar zien wel kans opnieuw terug naar Engeland te vliegen.
Daarna vloog de G-EBTS met de naam “The Spider” (De Spin) als privévliegtuig van de Hertogin van Bedford, Mary Russell.
De vliegers C.Barnard en B. Little vertrekken op 10 juni 1928 vanaf Lympne, Engeland naar Karachi India.
Door een motorstoring en vliegen ze terug naar Lympne. Op 2 augustus 1929 volgt een nieuwe poging en op 5 aug 1929 komen ze aan in Karachi.
Op 9 augustus 1929 zijn ze weer terug op vliegveld Croydon bij Londen.
De recordpoging is nu wel geslaagd.
Met dezelfde bemanning volgt er een nieuwe recordvlucht met The Spider: op 10 april 1930 vanaf Lympne naar Kaapstad Zuid Afrika en terug.
Op 19 april komt de G-EBTS daar aan en vertrekt weer op 21 april 1930. Op 30 april 1930 komt de Spider terug op Croydon Londen.
Vanaf september 1930 wordt de G-EBTS gehuurd door ondernemer en vlieger C. Barnard, die hem in uiteindelijk in mei 1935 overvliegt naar Bombay, India.
In maart 1937 volgt de doorhaling van de registratie.
Cn 4983.
De KLM PH-ADO als vrachtvliegtuig.
Cn 4984.
De KLM PH-ADN.
De PH-ADN in dienst bij KLM vanaf 21-12-1926 met c/n 4984 als H-NADN en vanaf 28-02-1929 als PH-ADN.
Hier tijdelijk op bezoek bij Theehuis Soesterdal.
Later is het toestel op 2 juni 1936 verkocht aan de Volkerenbond (Leage of Nations) als G-AEHE en deed dienst van 1918 tot 1939.
De Verenigde Naties, die werden opgericht in 1945, kunnen worden beschouwd als de opvolger van de Volkenbond.
Cn 4990.
De KLM H-NADP heeft in 1927 als chartervlucht naar Nederlands-Indië gevlogen met de Amerikaanse miljonair Van Lear Black.
De Fokker F.VII A met c/n 4990 en Bewijs van Luchtwaardigheid (BvL) 75 was uitgerust met een Gnôme-Rhône Jupiter motor van 440 pk.
Deze kist werd oorspronkelijk op 4 maart 1927 aan KLM afgeleverd als H-NADP (zie vorige foto).
Met een KLM bemanning vloog de Amerikaan Van Lear Black ermee de hele wereld over.
Pas op 7 juni 1929 werd de H-NADP teruggeleverd aan KLM en na wat aanpassingen vloog dit toestel vanaf 14 december 1931 verder als PH-OTO, het fotovliegtuig van KLM.
Het kreeg een nieuw BvL en wel 64 en opereerde verder uitsluitend voor de Fototechnische Dienst van KLM.
Hier staat het fotovliegtuig op het vliegveld Waalhaven te Rotterdam.
Op 09-11-1936 werd de PH-OTO teruggevoerd naar moedermaatschappij KLM .
Met BvL 191 kreeg het toestel de kentekens PH-ALY.
KLM ging deze F.VII A weer voor de reguliere dienst inzetten.
De mooie registratie PH-OTO werd later door KLM op een van de F.VIII toestellen verder gebruikt.
Wellicht toch iets handiger omdat de F.VII A alleen een neusmotor had en de F.VIII twee motoren onder de vleugels.
In 1939 was dit toestel actief in Denemarken als OY-DEV. Wat later, vanaf 24-10-1941, bij het Deense Rode Kruis.
Vanaf 08-11-1941 bij het Finse Rode Kruis als FE-2 tot 21-06-1943. Tenslotte gesloopt op 21-06-1943.
Voorwaar een echte kilometer-vreter.
(Collectie Bernard Veerman)
Cn 4990.
In de PH-OTO waren camera’s geplaatst die door een opening in de cabinevloer foto’s konden maken om land in kaart te brengen: foto-cartografie.
Cn 4990.
Na zijn KLM loopbaan ging dit toestel naar de Finse luchtmacht als FE-2.
De FE-2 deed dienst als Rode Kruis-vliegtuig.
Cn 4991.
De SE-AGH, in dienst bij het Zweedse Ahrensbergsflyg.
Cn 5005.
Een prachtige kleurenfoto van de Swissair CH-157.
Cn 5005 van Swissair met registratie HB-LBO.
He toestel heeft een 680 Pk Wright Cyclone stermotor.
De HB-LBO in het Verkehrshaus in Lüzern.
Cn 5023.
Deze F.VIIA, met registratie H-NAEC, stond in het register op naam van de Fokkerfabriek.
Cn 5023.
De G-EBTQ van Prinses Anne van Loewenstein.
De G-EBTQ vertrok op 31 augustus 1927 voor een non-stop Trans-Atlantische vlucht van Engeland naar Canada.
Tijdens deze vlucht is het toestel verloren gegaan boven de Atlantische Oceaan.
Cn. 5053.
De op 31-03-1928 aan het Zwitserse BALAIR Basel geleverde CH-158.
Op 01-05-1930 wordt deze F.VII A verkocht aan het Deense DDL.
Na de Tweede Wereldoorlog gaat het toestel naar Zweden en vliegt daar voor Skaneflyg tot 01-11-1952 en wordt dan gesloopt.
Cn 5054.
Het zustertoestel was de CH-159, geleverd op 31-03-1928 aan Balair in Bazel(Zwitserland).
Op 01-05-1930 werd het doorverkocht aan Danske Luftfart Sellskap A/S de DDL in Kopenhagen.
Daar kreeg het de registratie OY-DED en de naam Esbjerg.
Tussen 1940 en 1945 werd het, deels gedemonteerd, opgeslagen op het eiland Amarger, oostelijk van Kopenhagen.
Op 27-01-1947 ging deze F.VII A over naar Skäne flyg AB te Malmö, Zweden.
Daar vloog hij met de registratie SE-ASE zoals op deze foto.
Op 11.07.47 ging het naar Svensk Flygjänst Stockholm.
Gevlogen door R.Köhnke vanaf 07-04-49 en S.Nilsson vanaf 13-01-51.
De beschildering is dan inmiddels zilverkleurig met blauwe letters en strepen.
Cn 5054.
Nu als OY-ASE in Denemarken.
Het toestel wordt klaar gemaakt om naar Nederland te vliegen om opgenomen te worden in de collectie van het eerste Nationale luchtvaartmuseum “Aeroplanorama” op Schiphol-Oost.
Hier de Fokker F.VIIA SE-ASE uit Zweden op Schiphol rond 1948.
De Koninklijke Marechausse staat erbij paraat.
Op de achtergrond een Douglas DC-4 van het Belgische Sabena.
Het toestel vloog toen alleen nog met kranten, tijdschriften en bloemen tussen Amsterdam en Kopenhagen.
Later is de registratie veranderd in OY-ASE en is de kist naar het toenmalige Aeroplanorama gegaan als (Fake) H-NACT.
Het omschilderen naar H-NADP is weer later bij het Aviodrome gebeurd.
De marechaussee is Joop Groeneveld die zijn carrière later heeft voortgezet bij de Klu.
Foto met dank aan zijn zoon Hans Groeneveld.
Cn 5054.
Hier beschilderd als de voormalige H-NACT, op weg naar Schiphol, begeleid door het tweede prototype van de Fokker F.27.
De ex OY-ASE als H-NACT na aankomst uit Denemarken op Schiphol-Oost.
Volop belangstelling voor de H-NACT in het Aeroplanorama op Schiphol-Oost
1985, de H-NACT ondergaat een grondige restauratie in het Aviodome op Schiphol.
De vliegtuigspuiterij van de Fokker fabriek zorgde voor een nieuw verfschema over het nieuw aangebrachte linnen.
De H-NACT in volle glorie na de restauratie in het Aviodome.
Het instrumentenpaneel
Cn 5054.
De van origine OY-ASE nu als H-NADP in het Aviodrome in Lelystad.
Cn 5058.
De Deense OY-DAC voor Det Danske Luftfartselskab.
Cn 5058.
Dezelfde F.VIIA van DDL, nu als T-DOLB
Cn 5062.
De P-POZM voor het Poolse LOT met een 450 Pk. Lorraine Dietrich motor.
Cn 5080.
De H-MFKA voor het Hongaarse Malert.
Cn 5086.
De Deense DDL OY-DYF.
Cn 5093.
De Poolse LOT P-POZS.
Cn 5129.
De Franse F-AIYU voor CIDNA; Compagnie Internationale De Navigation Aérienne.
Standaard 8 persoons interieur van de F.VIIA
Cockpit van de F.VIIA
De PH-ADX van de KLM.
Deze machine had als officieus cn KLM 1.
De kist was door de KLM samengebouwd van diversen onderdelen van beschadigde F.VIIA’s.
Deze romp had cn 4938, ex H-NADH.
De PH-ADX was vanaf 04-06-1927 in gebruik als RONDVLUCHT toestel van KLM.
Vooral grotere groepen maakten daar gebruik van.
KLM verkocht het toestel uiteindelijk op 01-05-1936.
In mei 1940 werd de Fokker F.VII A afgeschreven bij Taxiflyg Stockholm Zweden.
Met dank aan Harry Kuijpers (de man met het kruisje op zijn hoed is Frits Kuijpers, aannemer te de Weere / Hoogwoud Gemeente Obdam ( N.Holland).
KLM PH-ADZ, KLM 2, romp ex 4952 H-NADJ.
Om van gecrashte kisten weer nieuwe te bouwen was pure zuinigheid van Albert Plesman.
De zuinigheid sloeg door doordat hij vele kisten, o.a. in de F.VII reeks, nieuw van Fokker kocht zonder motoren en cockpitinstrumenten.
Die kocht hij zelf rechtstreeks bij de fabrikant en de TD van de KLM bouwde die dan zelf in.
Fokker had dan niet de winstmarge over degelijke producten.
Wij kennen geen andere operator die zo handelde bij de aankoop van vliegtuigen.
Het is één van de verklaringen voor de voor de tamijk slechte relatie tussen Fokker en Plesman.
KLM PH-AEB, KLM 3.
De PH-AEB in dienst bij KLM vanaf 20-12-1927 als H-NAEB met c/n KLM3.
De romp droeg c/n 4938 en verder waren onderdelen uit vele schades door KLM gebruikt.
Op 28-02-1929 werd het omgedoopt als PH-AEB en maakte een zeer lange loopbaan mee bij KLM.
Hier op bezoek op Vliegveld Soesterberg.
Het toestel werd bij het bombardement op Schiphol op 10 mei 1940 vernietigd.
KLM PH-AET, KLM 4 romp ex 4992 H-NADP.
De PH-NLL van het Nationaal Luchtvaart Laboratorium is de ex KLM PH-AET en heeft van 1937 tot 1942 dienst gedaan bij het NLL.
In 1953 is deze F.VIIA naar de TU Delft gegaan als studieobject.
De heer Van Lear Black aan boord van de H-NAHP. Hij is de eerste passagier van de KLM voor de route naar Nederlands-Indië.
Aankomst van de eerste passagiers naar Nederlands-Indië, van Lear Black en zijn bediende Mr. Bayline.
Mr. van Lear Black, een Amerikaans millionnair, chartert in 1927 en 1928 bij de KLM een vliegtuig met bemanning. In feite is dit de eerste langdurige en bovendien intercontinentale charter in de luchtvaartgeschiedenis. Mr. van Lear Black doet dit niet in de eerste plaats om zakelijke redenen, maar vindt het leuk zo maar een 'beetje' rond te vliegen, just for fun.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.