FOKKER F.VIIa 1925
Een directe ontwikkeling van de vrije hoekige F.VII was de aerodynamisch verfijndere F.VIIa, die een fraaie tapse vleugel met ingebouwde rolroeren had. Ook kreeg de F.VIIa een vereenvoudigd onderstel met een enkele verende stijl, waarin rubber-amortiseurkoord voor de schokdemping zorgde.
Het prototype, dat de registratie H-NACZ voerde, vloog voor de eerste maal op 12 maart 1925.
Het toestel werd daarna naar de Verenigde Staten verscheept voor demonstratie aldaar.
Dit toestel had nog de watergekoelde 400 pk Packard Liberty motor. Andere machines kregen de luchtgekoelde ster-motoren.
De F.VIIa was het eerste verkeersvliegtuig ter wereld, dat van een luchtgekoelde motor was voorzien.
Totaal zijn 42 F.VIIa's door Fokker gebouwd; vier gingen naar Amerika, terwijl de anderen aan KLM (11 stuks), Balair (drie), Det Danske Luftfartselskab, Lot Polski Lotnice, de Franse CIDNA en STAR, de Tsjechische CLS en CSA, Avio Linee Italiane, SABENA en de Hongaarse MALERT werden geleverd.
KLM's F.VIIa's hadden de registraties H-NACT (vernield op 10 mei 1940 op Schiphol), ADF, G, J, K, 0, N, P, Q en R. H-NADP vervoerde de Amerikaanse miljonair van Lear Black naar het Verre Oosten, wat de eerste lange-afstands-chartervlucht was die werd uitgevoerd.
Dit toestel werd later herbouwd tot H-NADR, werd vervolgens PH-OTO, PH-ALY, OY-DEV en eindigde als Finse FE-2 bij de luchtmacht.
Twee van de Zwitserse F.VIIa overleefden alles: CH-157 werd HB-LBO, die in 1948 in het postmuseum in Bern terecht kwam; CH-158 kwam via Zweden en Denemarken terug op het oude nest en staat nu als H-NACT in de Aviodome in Lelystad.