De C.VIII is een hoogdekker, ook wel parasoldekker genaamd.
Het heeft een bemanning van drie personen die in de open lucht zitten.
De C.VIII is bij de Luchtvaart Afdeeling LVA als strategische verkenner in korte dienst genomen, maar het zal bij één toestel blijven.
De Marine Luchtvaart Dienst ziet er meer in.
Echter, men wil een grotere maatvoering maar met een lichtere motor. Dat laatste is raadselachtig!
De C.VIII-W wordt ingezet als lichte bommenwerper en strategische verkenner. Ook wel als hoge-zee-verkenner aangeduid.
Het toestel is bestemd voor de kustbescherming op de Noordzee en de Waddenzee. De bemanning bestaat ook bij dit type uit drie personen.
De drijvers krijgen geen dwarsverbinding, daardoor wordt het mogelijk een torpedo onder het toestel mee te nemen.
Een nevel-installatie, om lang onzichtbaar te zijn, is niet succesvol.
Klik hier voor de C.VIII of de C.VIII-W
Klik op de foto om de foto te vergroten
Het prototype van de lichte bommenwerper C.VIII, nog zonder de groene LVA kleuren.
Dit is in 1928, vlak voor aflevering en in een hangaar van de Fokker Vliegdienst op Schiphol.
Alleen op de vleugel bevindt zich reeds de LVA rood-wit-blauw-oranje rozet.
In 1928 verschijnt de Fokker C.VIII, een lichte bommenwerper in gemengde bouw en met forse afmetingen.
De spanwijdte bedraagt 14 m en de lengte 10.15 m, later 11.15 m.
Het is 3.15 m hoog en het vleugeloppervlak bedraagt 35 m^2.
Het leeggewicht is 1650 kg en het vlieggewicht 2500 kg.
De maximum snelheid is 232 km/u en de kruissnelheid 187 km/u.
Nogmaals het bij LVA als 651 geregistreerde prototype, nu op vliegveld Soesterberg.
De motor is een 600 pk watergekoelde Hispano-Suiza.
De bewapening bestaat uit 2 vaste machinegeweren voor de vlieger in de eerste cockpit.
In de middelste cockpit bevinden zich 2 beweegbare mitrailleurs.
In de achterste cockpit bevindt zich een naar beneden gerichte mitrailleur.
De C.VIII, nu wel in de groene basiskleur en met de rozet op de romp.
De Nederlandse vlag staat nu ook op de staart.
Nog steeds zonder de LVA belettering.
De C.VIII werd ontworpen in opdracht van de Luchtvaart Afdeeling (Nederlandse Luchtmacht).
Door LVA bedoeld als langeafstands-verkenner.
Zelfs worden er onder de stijlen 2 schijnwerpers geïnstalleerd.
Het heeft niets geholpen,de LVA ziet af van iedere bestelling.
Misschien te groot en te lomp met die drie personen.
De Marine Luchtvaart Dienst ziet er veel meer in. Zie de C.VIII-W.
Inmiddels is ook de registratie aangebracht, de 651 van de LVA.
De foto is genomen op vliegveld Soesterberg op 5 september 1928.
Het bekende leren jack van de LVA, maar uitgedaan, want het was warm weer.
De 651 staat hier op het buitenterrein van vliegveld Soesterberg.
Later zal die registratie in 655 veranderen.
Succesvol zal de C.VIII bij de LVA niet worden, wel bij de MLD als C.VIII-W
Maatschets van de uit de C.VIII ontwikkelde Fokker C.VIII-W.
Let op tekst naast de drijver: waterlijn bij volle belasting.
Die drijvers worden voor het eerst niet met elkaar verbonden.
Zodoende konden er ook torpedos meegenomen worden.
De Marine Luchtvaart Dienst M.L.D. ziet duidelijk veel meer in deze waterversie van de C.V.III.
Het zal een belangrijke hoge zee-verkenner worden.
Met dit toestel blijven vluchten niet meer beperkt tot het Marsdiep of over het IJsselmeer (toen nog Zuiderzee), nee vliegen over Noordzee en Waddenzee tot aan, of net over de territoriale grens van Nederland is nu mogelijk.
Hoewel de C.VIII-W slechts in een serie van negen vliegtuigen aan de Marineluchtvaartdienst werd geleverd, hebben deze robuuste watervliegtuigen een lange en eervolle staat van dienst gehad.
In feite was dit toestel een marine-uitvoering van de op Soesterberg bij de LVA in gebruik zijnde C.VIII verkenner.
De driepersoons zeeverkenner had één vast ingebouwd en twee beweegbare machinegeweren. Tussen het drijveronderstel konden bommen of een torpedo worden opgehangen.
De eerste vlucht van de C.VIII-W, die met een 450 pk watergekoelde Lorraine motor was uitgerust, vond plaats op 15 november 1929.
In de meidagen van 1940 wisten een vijftal toestellen van dit type naar Engeland uit te wijken.
De eerste aan de M.L.D geleverde C.VIII-W is de G-1 met c.n. 5185, die in de periode 1929 /1930 wordt gebouwd.
Daarvóór, van 30 november 1930 tot 8 januari 1931, zal het toestel eerst als civiel geregistreerde PH-AFQ ter wereld komen. Dit o.a. vanwege de 12 e Luchtvaart Salon te Parijs.
Er komen geen buitenlandse bestellingen uit die presentatie voort.
Hier het toestel vermoedelijk kort na terugkeer naar Amsterdam.
Het Vliegkamp Schellingwoude wordt steeds meer door Fokker voor de bouw van watervliegtuigen gebruikt.
De G-1 met volle bemanning in de start.
Op deze, maar ook andere foto’s is goed te zien hoe zeer het richtingsroer op dat van de voorganger de C.VII-W lijkt.
De G-1 in volle vaart bezig los te komen.
In de verte het vliegkamp Schellingwoude dat, zeer handig, niet veraf ligt van bedrijf op de Papaverweg in Amsterdam-Noord.
De C.VIII-W van de MLD, de G1, bezig met een startvoorbereiding.
Vermoedelijk vanaf de waterzijde van het Rotterdamse vliegveld Waalhaven.
Het tweede vliegveld van Nederland ligt deels aan het water.
(Let op het reklame bord op de achtergrond met de tekst HAVENDIENST SPIDO).
De gebruikte motor is een watergekoelde Lorraine Dietrich lijnmotor van 450 pk.
Weliswaar een lichtere motor dan die in de landversie van de C.VIII maar blijkbaar in staat tot 880 km vliegbereik.
In gevecht met de elementen van De Mok, nog steeds de G-1 het prototype.
De M.L.D zal de 9 toestellen afnemen in de periode 1929 tot 1934.
Hier wat technische gegevens:
Spanwijdte18 m Lengte 11.5 m
Vleugeloppervlak 44 m^2
Hoogte 3.8 meter.
Het vliegbereik is 880 km in 5,5 uur
De tank-inhoud is 550 liter.
De max vlieghoogte is 5000 m.
Bemanning 3 personen
Al met al een forsere verschijning dan het landvliegtuig.
De G-1 met nog niet aangebrachte beschildering van het richtingsroer.
De positie van de drie cockpits is duidelijk naar voren geschoven.
De voorste cockpit is voor de vlieger en heeft 2 vaste mitrailleurs, soms ook extra besturing of fotoapparatuur.
De achterste cockpit heeft beweegbare mitrailleurs.
Het leeggewicht is 1915 kg, het totaalgewicht 2750 kg.
De kruissnelheid 170 km/u, de maximum snelheid 200 km/u.
Nog een opname op Vliegkamp De Mok te Texel.
De G-1 wordt ook veel ingezet voor veel trainings en beproevingstaken.
Dit alles ter opleiding van de hoge-zeeverkenner en de boordschutter.
Bijvoorbeeld
Het Weemhoff bommenrichttoestel
De Nedisco en Goertz bommenricht-kijker.
Het radiotelegrafisch Telefunken apparaat.
In het laatste geval kan er dan gecommuniceerd worden met een Vliegkamp of reserve-vliegkamp.
Tevens kan met de modernere onderzeeërs beter verbinding gemaakt worden.
Zelfs wordt de Alkan apparatuur getest, teneinde over te gaan tot besturing op afstand.
Op de voorgrond ligt de G-2 zojuist aangemeerd op een van de steigers van Vliegkamp De Mok op Texel.
En op de achtergrond de G-1, wellicht net geland.
Deze G-1 ziet in het najaar 1939 kans om met enkele andere MLD toestellen een Duitse Dornier Do-18 vliegboot tot landen te dwingen.
Dit vindt plaats op de Waddenzee en de vliegboot vliegt op dat moment richting Engeland.
Duitsland is al in oorlog met het Verenigd Koninkrijk maar Nederland op dat moment neutraal.
Uiteindelijk keert de Dornier noodgedwongen terug naar Duitsland.
Dat Duitse vliegtuigen de territoriale grenzen op zee bewust schenden is een bekend gedrag in die tijd.
De G-2 op behoorlijke hoogte boven de Noordzee.
In juli 1934 maakt dit toestel samen met de G-4 en G-6 een tocht naar Kopenhagen, Denemarken.
Daar zal ook best wat Fokker-promotie bij gezeten hebben.
En wat is dan handiger om bijvoorbeeld niet met de trein, maar met 3 watervliegtuigen te gaan.
Mee op reis gaan onder andere de minister van Oorlog en Buitenlandse Zaken, samen met wat adjudanten en/of secretarissen.
Er wordt gevlogen via Ameland, Helgoland (D), Sylt Esbjerg(Dk) naar Kopenhagen.
Op 28 juli keert de Nederlandse delegatie weer terug naar Vliegkamp De Mok op Texel.
Op 28 augustus 1934 keert deze G-2 met de G-6 terug naar Kopenhagen.
Daar nemen ze deel aan de tweede Internationale Luchtvaarttentoonstelling in Kopenhagen.
Het is niet onmogelijk dat deze bezoeken ook te maken hebben met het begin van de bewapening van Duitsland.
De G-2 is geland op De Mok en wordt met een motorsloep vervoerd naar de aanlegsteiger.
De G-3 aangemeerd en met een torpedo uitgerust.
Daarachter nog een andere C.VIII-W, de G-6 van MLD.
Daar weer achter goed zicht op de hogere aanleg steiger voor Marineschepen.
Men houdt goed rekening met het getijdenverschil.
De G-3 weer met torpedo uitgerust.
Links een matroos in waterpak.
De G-3 in totale rust op spiegelglad water.
De G-5 in totale rust.
De motorsloep voor transport naar de rede van De Mok ligt rechts voor anker.
Prachtige actiefoto van de C.VIII-W G-5 van M.L.D. laag scherend over de Noordzee.
Goed zichtbaar: de dynamo die op de vleugel is gemonteerd, zoals bij veel watervliegtuigen het geval is.
Tussen de twee drijvers hangt de torpedo.
De G-6 legt aan op Marine Vliegkamp De Mok.
Op 27 juni 1935 vertrekt vanaf Vliegkamp de Mok een groep C.VIII-W’s naar Engeland. Dit zijn de G-7 (Zie foto) G-8 en G-9.
De vlucht verloopt via Hoek van Holland, Lichtschip St Goodwin, naar Calshot bij Southampton.
Dit alles in het kader van een werkbezoek.
Op 2 juli 1935 keert het drietal weer terug naar Nederland.
De Fokker C.VIII-W G-8 die, samen met de G-7 en G-9, ook aan het bezoek aan Calshot in 1935 meedoet.
Bij Southampton aan de Zuid Engelse kust.
De G-9, volgens bronnen op het Vliegkamp Felixstowe bij Harwich aan de Engelse Oostkust. (1935)
De G-7 tijdens hetzelfde bezoek in een Engelse hangaar op Marine Vliegkamp Felixstowe, vlakbij Harwich.
Het lot van de C.VIII-W aan het eind van de meidagen 1940
In de mobilisatieperiode 1939-1940 bevinden de C.VIII-W toestellen zich eerst in Veere, Schellingwoude, op de Westeinder Plassen, op het Alkmaardermeer en op De Mok, Texel.
In de eerste meidagen voor de Duitse verzamelen ze deels op Vliegkamp De Mok.
De G-4 verongelukt op de Westeinderplassen, op 14 mei 1940.
De G-7 en de G-9 worden op De Mok in worden in brand geschoten, op 12 mei 1940.
De G-8 komt aan zijn einde op het strand van Scheveningen, ook op 12 mei 1940.
Verder vertrekken op 14 mei 1940 de G-1 de G-2 de G-3 de G-5 en de G-6 naar Boulogne Noord Frankrijk.
Aankomst daar rond 05.00 uur in de vroege ochtend en vandaar om 11.00 uur naar Cherbourg Normandië Frankrijk.
Vandaar weer verder naar Brest in Bretagne, Frankrijk.
Op 22 mei 1940 wordt er over de Noordzee doorgevlogen naar Engeland en komt de MLD groep aan in Calshot bij Southampton aan de zuidkust.
Tenslotte eindigt de pittige tocht op 30 mei 1940 met een forse noord-oostelijke vlucht, deels over land.
Die eindigt op marinebasis Felixstowe bij Harwich aan de oost-kust van Engeland.
De G toestellen hebben daar nog een tijd onderdak gekregen.
Samen met andere Engelse en andere Nederlandse toestellen.
Sommigen zijn gesloopt maar niet van alle toestellen is het lot bekend geworden.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.