Na jaren van verwaarlozing van het Nederlandse leger in de laatste jaren ‘20 en begin jaren ‘30 volgt een periode van vernieuwing.
Overheid en bedrijfsleven storten zich op veelbelovende projecten.
Zo ook het Nederlandse Leger de Marine en de Luchtmacht.
Fokker stort zich op het ontwerpen van eendekker jachtvliegtuigen, moderne bommenwerpers en drijvervliegtuigen.
En als bijzondere extra, de bouw van een veelzijdig en groot gevechtstoestel met de taak van een zwaarbewapende verkenner/jager en lichte bommenwerper.
Dat gaat dan de G.1 jachtkruiser worden met veel vuurkracht voor en achter en zelfs van onderen.
Een zeer belangrijke praktische eigenschap wordt een onafgebroken verblijf van vier uren in de lucht.
Na toch weer veel wikken en wegen besluit de Luchtvaart Afdeling er maar liefst 36 te kopen.
De invoering van de Mobilisatie voor het hele Leger en Marine eind augustus 1939 voert de druk verder op.
Door de internationale ontwikkelingen begint de tijd te dringen en dat werpt zijn schaduw vooruit.
Er is weinig tijd meer om de onvermijdelijke kinderziektes eruit te halen.
Dus blijven kleine en grote ongelukken niet uit.
Ook goede bewapening en motoren worden een flinke zorg.
Het in de hangaar brengen van toestellen voor reparatie gebeurt met grote regelmaat.
De LVA besluit dan ook om Fokkermonteurs en andere specialisten als hulp erbij te vragen.
Dat werkt best goed, maar het vraagt dan ook een versneld leerproces om deze jachtkruiser te bedienen.
LVA kiest ervoor een deel van de G.1 toestellen te plaatsen op Waalhaven-Rotterdam.
Zeer voortvarend is er dan ook een spiksplinternieuw vliegveld Bergen (NH) uit de grond gestampt.
Invliegen vindt plaats op Welschap-Eindhoven, op Waalhaven-Rotterdam en Schiphol-Amsterdam.
Op de vaste G.1 vliegvelden Waalhaven en Bergen wordt alles op alles gezet om eind 1939 begin 1940 paraat te zijn.
Overigens met de hulp van de Fokker T.V de D.XXI de C.X en de Douglas 8A.
En dat daarnaast ook nog toestellen van rond 1924 tot 1930 een rol spelen is een dure bezuiniging gebleken.
Op de vroege ochtend rond 04 tot 05 uur op 10 mei 1940 is de neutraliteit een sprookje geworden.
De Duitse Luftwaffe gaat een strijd aan en is zowel kwalitatief als kwantitatief al gauw in de meerderheid.
Gegevens vvan de G1A:
Klik op de foto om de foto te vergroten
Na de eerste ontwerpen in 1934 en de presentatie in Parijs in 1936 volgt de eerste vlucht in maart 1937.
Deze vlucht vind plaats op vliegveld Welschap-Eindhoven. De G.1A wordt gevlogen door Fokker invlieger Emil Meinecke.
Op 22 oktober 1937 bestelt de LVA maar liefst 36 G.1 toestellen van het type G.1A.
Op deze foto de 301 van LVA waarbij door de haast blijkbaar de schilder niet verder komt dan 30.
De maatvoering is wat groter dan het prototype en dus wordt dit de A versie .
Het prototype zal als (kleinere) G.1 B door het leven gaan.
Dezelfde 30(1) op weg naar een grotere hoogte.
Later zal een G.1A in 15,8 minuten naar 8.000 m klimmen.
De 301 maakt een stevige duikvlucht die een behoorlijke snelheid op gaat leveren.
Tijdens de bouw van de 36 LVA toestellen wordt een keer 640 km/u gehaald.
Hier draait de 301 een mooie bocht naar links.
Een mooi zicht van boven geeft ook zicht op de deels met plexiglas uitgevoerde rompbekleding.
Door de wat grotere maatvoering kunnen in deze G.1A niet alleen twee maar ook drie man aan boord.
Dus buiten vliegenier en waarnemer/staartschutter vliegt ook nog een radiooperateur als derde bemanningslid mee.
De brandstoftank verhuist dan in de romp naar voren.
Na een aantal wijzigingen op verzoek van LVA neemt de serieproductie begin juli 1939 een aanvang.
Misschien is dit wel de bekendste ansichtkaart van de eind jaren dertig.
Bij het A-toestel worden de staartbomen wat langer dan de B en wordt het landingsgestel ook wat hoger vergeleken met de B.
De registraties bij de Luchtvaart Afdeling LVA worden 301 t/m 336.
Op de grond wordt de neus beter zichtbaar en ook wat eronder zit.
Maar liefst acht FN Browning mitrailleurs van 7.9 mm.
Bij de B worden dat twee mitrailleurs vóór en een achter.
De twee staartvlakken zijn in het bekende rood-wit-blauw geverfd.
De G.1 A 301 is van achteren in beeld gebracht.
Daarom is de positie van de achterkoepel voor de beweegbare mitrailleur nu goed zichtbaar.
De vormgeving van de jachtkruiser maakt op deze manier een stevige indruk.
Aan belangstelling van Fokker en LVA personeel is ook geen gebrek.
Het kan maar zo zijn dat de personen in donker uniform buitenlandse gasten zijn.
Hier, en op de volgende foto, een mooie opstelling van een vijftal G.1A jachtkruisers van LVA.
Het betreft de 301,de eerst afgeleverde, en de 314-313-315 en 307 op Schiphol.
Het grotere formaat van deze G.1A is terug te voeren naar de grotere motoren die ingebouwd worden.
LVA kiest voor de Bristol Mercury VIII van 830 pk, in plaats van de Pratt and Whitney Twin Wasps van 750 pk van het prototype.
Dat laatste is ook nog een slimme zet omdat behalve de G.1A, ook de D.XXI jager er ook mee wordt uitgerust.
Links een tweetal DC-3 toestellen van KLM de PH-AST Tapuit en PH-ASL Lepelaar.
Dezelfde opstelling als foto 10 maar uit een andere hoek, ook op Schiphol Amsterdam en gemaakt in 1938.
De 301 is een van de jachtkruisers die al op 10 mei 1940 op de grond door de Luftwaffe wordt uitgeschakeld.
Hij staat dan in de beruchte 12-toestellen opstelling op vliegveld Bergen
Mooi bovenaanzicht van de mogelijke drie instapplaatsen voor de bemanning van de G.1A. van de LVA.
Van links naar rechts :
1. De plek van de vlieger die tevens de acht vaste mitrailleurs bediende.
2. De radioman/waarnemer die ook de bommenlast kon afwerpen.
3. De staartschutter van de beweegbare mitrailleur in de doorzichtige achterkoepel.
In de praktijk was de bezetting twee personen, namelijk de vlieger en de staartschutter.
Zo bleef er meer nuttig gewicht over voor munitie en brandstof.
Een heel merkwaardige foto. Immers, gaat het nu om een reparatie of is dit nieuwbouw?
De oranje driehoeken staan al op deze vleugel-middendeel van de rompcombinatie.
De bovenkant (op de foto) is de achterzijde, de onderkant (op de foto) is de voorkant.
De vlakke kant die wordt vastgehouden is de bovenkant.
De motorgondels bevinden zich onderaan.
Waar dit zich afspeelt is ook vrij onduidelijk: Amsterdam-Noord? Bergen? Of Schiphol-Oost?
Naast Fokker medewerkers is er nogal wat LVA belangstelling.
Deze foto is tweede helft 1939 gemaakt.
In de sneeuw van 1939, een montage van de G.1 met stilstaande motor en duikremklappen.
Het is niet duidelijk of alle G.1 jachtkruisers die uitrusting gekregen hebben.
Een topsnelheid bij beproevingen van een duikvlucht levert dan 640 km/u op.
Tenminste één G.1 krijgt ook een bodemkoepel.
Die zit op deze 304 maar daar zal het bij blijven en de bijnaam zal blijven 'de BADKUIP G.1'.
De 301 nog eenmaal in actie zonder de beschildering van het staartvlak in de Nederlandse kleuren.
De bewapening:
In de neus- koepel 8 vaste FN Browning mitrailleurs van 7.9 mm.
In de staart-koepel een beweegbare FN Browning mitrailleur van 7.9 mm.
En 8x50 kg bommen tot een totaal 400 kg.
Deze technici en monteurs zijn verbonden aan de 4e JaVa, de 4e Jachtvliegtuigafdeling van de LVA.
Voor een G.1A op vliegveld Bergen staan v.l.n.r.
A.De Lange (chef), Steen, Boer, Wybert Lindeman, Welman en J. Hansing.
Die LVA-verdeling in regimenten en groepen behandelen we later.
Fokker invlieger Gerben Sonderman stapt in de 302 van LVA. de voorloper van de Koninklijke luchtmacht.
Opvallend is dat hij net als een befaamde voorganger, Jonkheer Sandberg, een witte vliegkap draagt.
Onder zijn zitvlak bevindt zich de parachute voor je weet maar nooit.
De 302 van de LVA in die in 1938 is afgeleverd.
Er ontbreekt nog de Nederlandse driekleur op de staartvlakken.
Vóór de cockpit moet ook de richtkijker voor de piloot nog worden geplaatst.
Dezelfde 302 met goed zichtbaar de twee ingebouwde vleugellichten.
Het toestel behoort tot de eerste vier afgeleverde G.1 jachtkruisers.
Daarna komt de grote reeks in een fors tempo uit de Fokkerfabrieken .
Alleen de 301 blijft nog enige tijd deels bij LVA en deels bij Fokker om zaken als bewapening en zo te voltooien.
De G.1 A registratienummer 302 is hier nog in de invliegperiode vanuit de Fokkerhangaars.
Dat zal dus in de meeste gevallen op vliegveld Schiphol plaats vinden.
Daarna gaat het toestel naar vliegveld Waalhaven-Rotterdam.
Bij LVA gaat hij deel uitmaken van de 3e JaVA Jacht Vliegtuig Afdeling.
Dit is een fraaie kijk op de linkervoorzijde van een LVA G.1 A .
Met name vanwege het scherpe beeld van de neuskoepel met zijn 8 gaten voor de 7.9 mm mitrailleurs.
Een van de eerste nazaten van het prototype van de G1.
De G.1A, waarvan LVA er maar liefst 36 koopt.
Op deze foto worden de 8 neus-mitrailleurs nagelopen.
De sergeant rechts heeft er geen probleem mee om dat in zijn eerste grijs te doen.
Het inregelen van de mitrailleurbewapening, vermoedelijk nog op vliegveld Schiphol Amsterdam.
Net als op vorige foto is 1 e Lnt-Vl Corstiaan De Wijs daarbij betrokken.
Op de vorige foto van boven af en op deze foto van af rechts.
In 1939 gaan de landaanduidingen veranderen van rood-wit-blauw in oranje met een zwarte band.
De 302 wordt ingedeeld in de 3e JaVA van de LVA.
De vaste plek voor die afdeling wordt vliegveld Waalhaven-Rotterdam.
Bij uitzondering niet een 100 % legervliegveld.
Zo te zien is er op deze opname nog niets aan de hand.
Nederland is immers nog steeds neutraal.
De 302 van LVA behoort ook bij de 3e JaVA en zal met de 11 G.1 A's op 10 mei 1940 opstijgen.
De monteurs Strik en Fluit maken alles in de G.1 in orde voor het vertrek.
De Sgt.Vl. Sipkes is de vliegenier en is klaar om op te stijgen, maar de zeer vroege komst van de Duitse Heinkels haalt er een lelijke streep door.
De jachtkruiser komt door dat bombardement merkwaardig op zijn neus te staan.
Ook vreemd in dit verband zijn de remsporen aan de linkerkant en de breuk van de staartbomen.
In ieder geval is de 302 een van de drie toestellen die aan de grond blijft.
Acht G.1 A 's zien kans om wel op te stijgen in geweld van het bombardement.
Het achterstuk van de 302 van LVA is hier inmiddels naar de grond getrokken.
Nu wordt de ravage van het bombardement van 10 mei 1940 op Waalhaven-Rotterdam helemaal duidelijk.
De jachtkruiser is nog goed te herkennen aan de 2 en oranje driehoek op de vleugel en aan de staartboom.
Een Duitse soldaat die zo nodig in de cockpit van de G.1 pilootje moet spelen.
Het geheel doet wel erg knullig aan.
Goed 4 dagen later zal de Duitse Luftwaffe de gehele binnenstad van Rotterdam in de as leggen.
Een opname die is gemaakt op vliegveld Soesterberg.
Dit is weliswaar het hoofdvliegveld van de LVA, maar de thuishavens voor de G.1 zouden Waalhaven en Bergen worden.
Een bijzondere foto gemaakt op vliegveld Bergen.
De G.1 A is vermoedelijk de 304 van LVA. Luchtvaart Afdeeling.
Rechts staan de S.II A Ambulance stammend uit 1922 en de Fokker C.V- D 652 uit 1925. Deze laatste is een manchesleper* voor schietoefeningen in de lucht.
Daar staat dus best wat antiek voor de hangaar.
De weersomstandigheden met sneeuw zijn van eind 1939.
* Een manchesleper is sleepvliegtuig dat een doel achter zich aan sleept
Een opname van de 304 op een nat Vliegveld Bergen (N.H.).
Ernaast staat een andere G.1 A waarvan de beplating aan de voorzijde tijdelijk verwijderd is.
Met een scherp zicht zijn de 8 mitrailleurs duidelijk te zien.
Beide jachtkruisers zijn hier al voorzien van de mobilisatie-aanduidingen, oranje driehoeken en oranje staart.
Dezelfde 304 tussen sneeuw en regen, eind 1939.
Aan de staartvlakken te zien al in de oranje kenmerken.
De opname is gemaakt op het splinternieuwe vliegveld Bergen (N.H.)
De rechter motor loopt al de linker wordt zo aangedraaid.
Elektrische starters kent de G.1 nog niet.
Opname van de 306 in de mobilisatietijd rond september oktober 1939.
( Foto P.J. Lok, Eerbeek )
Op 6 januari 1940 stijgt 1e Ltn.Vl. O. Thate met een Fokker D.XXI de 234 in de middag op van Soesterberg in westelijke richting.
Even na 12.00 uur stijgt de Fokker G.1 de 306 op van Bergen, gevlogen door 2e Ltn.Vl. Antonie Van Ulsen en staartschutter Sgt.Wnr. Pieter Lok.
De G.1 A 307 in volle vlucht. Hij heeft een oranje driehoek dus het is rond het laatste kwartaal 1939.
Of toch nog begin 1940, maar gegevens ontbreken.
De 307 komt in het verliezenregister niet voor.
Drie dingen zijn zeker: hij is geleverd, kon vliegen en heeft de Duitse invasie niet gehaald.
Een noodlanding op Vliegveld Soesterberg met op de achtergrond enkele van de vele hangaars.
Hier een opname van de 307 op 26 augustus 1939 en gevlogen door Bodo Sandberg.
De LVA Jachtkruiser G.1 308 van de de 4e JaVA staat hier nog in volle glorie tijdens de mobilisatietijd, eind 1939-1940.
Ondanks het drama op 10 mei 1940 blijft dit toestel tot 14 mei 1940 actief.
Het nieuwe vliegveld Bergen ziet er nog piekfijn uit en beschikt ook over aardig wat transportmateriaal.
Opvallend is wel de keurig opgelijnde militaire opstelling van het wagenpark.
Op vliegveld WAALHAVEN staat op 10 mei 1940 om 02.30 uur een groep van 11 G.1 jachtkruisers met draaiende motoren gereed.
Commandant Res.Kapt. H.J. Scholtmeijer geeft na de nadering van de Heinkel 111's om 04.00 het bevel om aan te vallen.
De bemanningen in de G.1 's hoeven bepaald niet gemotiveerd te worden.
De hangaars en de andere gebouwen op het vliegveld, de fabriek van Koolhoven en het platform worden zwaar aangepakt.
Het zijn dezelfde toestellen die op 14 mei 1940 de binnenstad van Rotterdam in de as zullen leggen.
Drie van de elf G.1 's van de 3 e JaVA Jachtvliegtuigen Afdeling van de LVA blijken niet in staat nog op tijd het luchtruim te kiezen.
De andere 8 jachtkruisers gaan op de Duitsers af en binden de strijd aan.
De 312, gevlogen door Lt.Vlieger P.Noomen en boordschutter Korporaal H. De Vries, gaat als eerste op de Heinkels af.
Twee Duitse toestellen worden neergehaald.
Nadat de rechter motor zwaar beschadigd wordt, keert hij naar Waalhaven terug.
De 312 en haar bemanning is daarna voor verdere deelname uitgeschakeld.
De 309 gevlogen door eerste Lt.Vlieger J. Kuijpers en staartschutter Sgt. J. Venema haalt twee Heinkels neer en beschadigt een derde.
Ze bereiken nog net Waalhaven, maar krijgen niet een vervangend toestel mee.
Fokker invlieger 2e ltn.vl. Gerben Sonderman en staartschutter Sgt. H. Holwerda schakelen twee Duitse jagers en een Ju 52 uit.
De 311 zal vanwege brandstof en munitie gebrek uitwijken naar het strand van Oostvoorne.
De 328, gevlogen door Sgt.Vl. H. Souffree en boordschutter Sgt. J. de Man, schakelt een jager en een Ju 52 uit.
Het brandstof en munitiegebrek noopt de jachtkruiser ook naar Oostvoorne te vliegen.
De 329, gevlogen door Ltn.Vl. K.Woudenberg en boordschutter Sgt. J.Pouw, wijkt na verschillende aanvallen uit naar vliegveld Haamstede.
Onderweg ontdekken zij op het strand van Oostvoorne al enige andere G.1 toestellen.
Allen zijn praktisch geheel door brandstof en munitie heen.
Nadat wat provisorische camouflage is aangebracht, wordt gewacht op bevoorrading.
Een Fokker C.V de 618 gevlogen door Wachtm.Vl. J. Wildschut neemt vanuit Haamstede zoveel mogelijk mee in de tweede cockpit.
Uiteindelijk ontdekken de Duitsers op 13 mei de toestellen en bombarderen ze.
De 303, gevlogen door Lt. A. van Oorschot en staartschutter Sgt. Wesley is licht beschadigd maar komt terug op Waalhaven.
Vandaar gaat de jachtkruiser via De Kooij naar Bergen waar reparatie wordt verricht en inlijving volgt in de 4e JaVA Jachtvliegtuigen Afdeling.
De 319 van 2e Ltn.Vl. J. Van der Jagt vliegt zonder boordschutter richting Vlaardingen. De boordschutter, Sgt. S. de Vos is tijdens het bombardement al gesneuveld.
In Vlaardingen stort de 319 neer. Ook Van der Jagt sneuvelt.
De 330 gevlogen door Sgt-Maj.Vl. J.Buwalda en boordschutter J.Wagner schiet 2 bommenwerpers neer.
Bf 109 toestellen zorgen daarna voor teveel schade en bij Zevenbergen volgt een noodlanding.
Van de 8 opgestegen G.1 jachtkruisers overleeft uiteindelijk een die op vliegveld Bergen terecht komt.
Op 18 oktober 1939 gaat de 314 van LVA over de kop bij het landen op vliegveld Bergen.
Het hoge aflevertempo van Fokker heeft zijn voordeel maar de instructietijd voor de piloten lijdt daaronder.
Piloot is Lnt.Vl. J. Thijssen en boordschutter/waarnemer Sgt .Wagener.
Zo te zien is het net gebeurd, zie de weglopende vliegers van LVA.
Ook opvallend zijn de bergen met grond, om het vliegveld en platforms verder af te werken.
De wat losse poldergrond is goed te zien, dus is het wat lastiger om te landen.
Een start/landingsbaan ontbreekt nog op het nieuwe vliegveld.
De lichtere Fokker C.X kan daarop wel uit de voeten, maar de Fokker G.1 is een veel zwaarder toestel van rond 4.800 kg vlieggewicht.
De wat losse poldergrond is goed te zien, dus is het wat lastiger om te landen.
Een start/landingsbaan ontbreekt nog op het nieuwe vliegveld.
De lichtere Fokker C.X kan daarop wel uit de voeten, maar de Fokker G.1 is een veel zwaarder toestel van rond 4.800 kg vlieggewicht.
Foto 35
De 314 van de 4e JaVA in zijn oncomfortabele situatie.
Enkele mensen van de 4e JaVA op Bergen noemen ook als oorzaak "het niet ontgrendelen van het hoogteroer".
De jachtkruiser 314 komt niet voor in de lijst van de gevechtsgerede toestellen van 10 mei 1940.
De 319 van LVA is hier ingedeeld bij de 3 e JaVA op Waalhaven.
Op de neus staat een eend met een strakke sjaal om zijn nek.
Het kan te maken hebben met de motoren die wel harder kunnen maar dat niet mogen.
Op de achtergrond staat de enorme Hoofdhangaar A.
Voor de neus staat een groep LVA vliegeniers.
De foto is genomen in de mobilisatietijd eind 1939.
In de meidagen van 1940 behoort de 319 tot de toestellen die nog op kunnen stijgen.
Boordschutter Sgt. S. de Vos is op het vliegveld al gesneuveld.
Vlieger Van der Jagt vertrekt derhalve alleen.
Hij sneuvelt ook op 10 mei 1940 als het toestel wordt neergeschoten bij Vlaardingen.
De Fokker G.1, de 325 op vliegveld Bergen .
De slechte gesteldheid van het grasland rondom de betonnen platforms is goed zichtbaar.
Verder is de bekende richtkijker voor de cockpit goed te zien.
Die is zeer belangrijk ten behoeve van de maar liefst 8 mitrailleurs in de neuskoepel.
Pas op 14 mei 1940 wordt deze 325 op vliegveld Schiphol uitgeschakeld.
In de Fokkerfabriek te Amsterdam-Noord bevond zich ook de G.I A 323 van LVA voor reparatie (geen foto beschikbaar).
Op 17 mei 1940 was dat o.a. de 323 van LVA met c/n 5544.
Hij had 2 Bristol Mercury motoren met de nummers 41918 en 41913 en een gereedheid van 40 %. Zie reparatielijst onder de volgende foto
Opgesteld op vliegveld Bergen staan hier de G.1 jachtkruisers 326 en 327.
En wellicht afkomstig van vliegveld De Kooij de Fokker D.XXI 225.
Van de twee jachtkruisers is helaas niet veel bekend.
Het meest aannemelijke is dat ze op reservevliegveld Ockenburg, zuidelijk van Den Haag belanden.
Dan kunnen ze zelfs in Duitse handen zijn gevallen.
Verslag t/m 17 mei 1940 uit de Fokkerfabriek te Amsterdam-Noord van LVA Kap. Kruijff Van Dorssen.
Betreft de 327: c/n 5548 met twee Bristol Mercury motoren de 41835 en 41927.
De reparatie was bijna voltooid tot 90 % op 17 mei 1940.
Zie reparatielijst.
Deze foto geeft een goed beeld van de positie van de boordschutter in de staart van de G.1A.
Niet comfortabel maar wel zeer effectief.
De 328 van de LVA, klaar voor vertrek en inmiddels met de oranje driehoek op romp en vleugels.
In wat we nu noemen de schitterende LAYOUT van het instrumentenpaneel.
Fokker begon weer met zijn tijd mee te gaan.
Dit is een merkwaardige foto van een G.1, de 329 begin 1939 afgeleverd aan de LVA 3e JaVA op vliegveld Waalhaven.
Het is een van de jachtkruisers die op 10 mei 1940 moeten opstijgen midden in een Duits bombardement.
De 329 wordt gevlogen door 2e Lnt.Vl. K. Woudenberg met als boordschutter Sgt. J. Pouw.
Na een aantal acties is terugkeer naar Waalhaven niet meer mogelijk.
Er wordt uitgeweken naar het strand van Oost Voorne wegens munitie en brandstofgebrek.
Op 13 mei 1940 ontdekken de Duitsers deze G.1 en nog een paar met hetzelfde probleem.
De jachtkruiser wordt dan finaal uitgeschakeld.
Op deze foto is links boven het prototype van de Fokker T.IX te zien.
Tweede Lnt.Vl. H. Leegstra van de LVA is bezig met de eerste proefvlucht op 11 september 1939.
Opname (still) uit een animatiefilm van Wiek Luijken.
Vliegend boven een kleine rivier niet ver van Zevenbergen in gevecht met 2 Luftwaffe toestellen.
Het ging hier om twee Bf.109 toestellen die neergeschoten werden door de LVA 330.
Vlieger was Sgt-Maj/Vlg. J.Buwalda en Boordschutter J.Wagener.
Nog een animatie-opname van Wiek Luijten van de 330. Deze keer boven land in de omgeving van Zevenbergen, zuidelijk van Moerdijk.
Na de uitschakeling van de Duitse vliegtuigen werd de 330 neergeschoten.
De G-1 330 werd door Bf-109's tijdens een luchtgevecht zuid van het Hollands Diep zo zwaar beschadigd dat een noodlanding moest worden gemaakt bij Zevenbergen. Vlieger sergeant-majoor Buwalda had eerder een zekere en een waarschijnlijke luchtoverwinning geboekt. Samen met zijn boordschutter Wagener, die aan het gezicht gewond was geraakt, slaagde de SM erin met medeneming van de achtermitrailleur met patroonband om binnen enkele uren het Hollands Diep en de Oude Maas weer over te steken, en bij 4 Bt LuA nog prominent aan de strijd op het eiland IJsselmonde mee te doen.
G-1 330 bij Zevenbergen
De G-1 330 werd door Bf-109's tijdens een luchtgevecht zuid van het Hollands Diep zo zwaar beschadigd dat een noodlanding moest worden gemaakt bij Zevenbergen. Vlieger sergeant-majoor Buwalda had eerder een zekere en een waarschijnlijke luchtoverwinning geboekt. Samen met zijn boordschutter Wagener, die aan het gezicht gewond was geraakt, slaagde de SM erin met medeneming van de achtermitrailleur met patroonband om binnen enkele uren het Hollands Diep en de Oude Maas weer over te steken, en bij 4 Bt LuA nog prominent aan de strijd op het eiland IJsselmonde mee te doen.
Hier de totaal vernielde Fokker G.1 de 331 van de 4e JaVA.
Het is merkwaardig dat op het staartvlak het Fokkerlogo en de typeaanduiding nog goed zichtbaar zijn.
De 331 behoort ook bij het twaalftal op het platform op 10 mei 1940.
De 333 van LVA net voor de overval van de Duitse Luftwaffe op 10 mei 1940.
Dezelfde 333 na de overval door de Duitsers in de zeer vroege ochtend van 10 mei 1940.
Links voorstuk met motoren en vleugels.
Rechts de staartbomen en het staartstuk.
Het toestel is totaal vernield en ligt voor hangaar 6 van Bergen.
Op 13 mei 1940 vliegen Piloot 2e Ltn.Vl. A. van Ulsen en staartschutter Sgt. K. Vermaat de G.1A 321 tussen 04.00 en 05.00 uur voor escorte en aanvalswerk.
Ook de G.1A jachtkruisers 322 en de 308 komen nog eenmaal in aktie.
Deze foto toont de 321 gemaakt op 14 mei 1940 nabij vliegveld Bergen deels in de Middentocht bij de Hoeverweg.
Blijkbaar heeft een aantal LVA 'ers de 321 na een slechte landing onbruikbaar willen maken.
De kans is groot dat deze G.1A jachtkruisers toch in Duitse handen zijn gevallen.
(Foto H.Nauta te Schoorl)
En dit blijft er over van een totaal vernielde Fokker G.1 .
Op het staartvlak is zowaar het Fokker logo nog zichtbaar.
Deze foto is genomen op vliegveld Waalhaven Rotterdam.
Daar is in de meidagen van 1940 de 3e JaVA gehuisvest.
Wat is voor en wat is achter en wat is links of rechts.
Het is al lastig de richting van de romp en hetl landingsgestel te bepalen.
Deze foto zal op Bergen genomen zijn.
Zeer bijzonder is de aanwezigheid van een noodverlichting.
Waartoe waarom??
Mogelijk liggen hier vele delen van de 301, waaronder staartboom romp en plexieglazen dak.
Verder een van de motoren en de mitrailleur neuskoepel.
In dat geval is deze jachtkruiser bij de aanvang van het Duitse bombardement op Bergen uitgeschakeld.
Dat is gebeurd op 10 mei 1940.
Bij de eerder genoemde Hoeverweg naast vliegveld Bergen worden enige toestellen ook geparkeerd.
Daarbij de 318 die provisorisch wordt gecamoufleerd met takken en ook visnetten.
De soldaten van de Landmacht rennen samen met technici en monteurs van LVA en KLM weg op de nadering van Duitse vliegtuigen.
Die KLM monteurs worden in die dagen op meerdere vliegvelden gestationeerd vanwege de relatief nieuwe G1.
De leiding hier heeft de Sergeant W. Heeres, die de tweede persoon is vanaf rechts.
Vierde van rechts is een soldaat zonder veldmuts of helm. Die helm heeft hij in zijn linkerhand.
Niet geruststellend is de witte doek die over zijn riem hangt.
Hij is zeker niet bedoeld als poetsdoek . . . .
(Foto P.Lok, Eerbeek)
Hetzelfde tafereel maar dichterbij maakt alles nog duidelijker.
De soldaat links houdt nog steeds die witte doek bij zich . . . .
De pas wordt even ingehouden en in het front kijkt sergeant W. Heeres nog eens om.
De G1 318 staat nu wat verder verwijderd.
Die komt later nog op 13 mei 1940 in beeld voor escorte en aanvalswerk.
En dan gaat Sergeant W. Heeres als boordschutter mee.
Multi-inzetbaar noemen we dat nu.
Hij wordt dan gevlogen door 2 e Lnt.Vl. F. Peetoom.
Foto's 47 en 48 zijn gemaakt door Sergeant P. Lok.
(Foto P.Lok, Eerbeek)
Een behoorlijk beschadigde G.1 A van de 3 e JaVA van LVA na de Nederlandse capitulatie.
De oorlogshandelingen zijn dan al beeindigd op en rond vliegveld Waalhaven Rotterdam.
Duitse soldaten in het bezit van (wellicht toen al gestolen) fietsen bekijken de situatie.
Een bijkans jubelende Duitse gefreiter in de vernielde cockpit van een G.1 jachtkruiser.
Het betreft hier ook een G.1 A van de derde JaVA van de LVA. op vliegveld Waalhaven Rotterdam.
In onderstaand overzicht hebben wij uit diverse bronnen de belangrijkste wapenfeiten van de G1 weergegeven.
Voor aanvullingen of correcties houden wij ons natuurlijk aanbevolen.
Bronnen spreken zich regelmatig tegen of vermelden andere 'feiten'.
Registr. | Constructie-nr | Het verhaal van dit vliegtuig |
---|---|---|
300 | 5521 | Het toestel werd geleverd aan LVA in december 1939. dit was de laatste aan LVA geleverde G.1A. Het registratienummer was eigenlijk als eerste gereserveerd. Na de capitulatie op 14 mei 1940 is het door de Duitsers buit gemaakt op Vliegpark Bergen. Het zou op vliegveld Maldeghem (België) zijn waargenomen als ??+93. Andere bronnen melden een vernietiging na 14 mei 1940. |
301 | 5522 | Geleverd aan LVA op 27 juli 1939 op Vliegpark Bergen. Het was de eerste aan LVA geleverde seriemachine. Gebruikt in 1939 voor proefvluchten ten behoeve van Denemarken en Zweden door invlieger Gerben Sonderman. In dienst bij de 4e JaVA te Bergen en al op 10 mei 1940 daar zwaar beschadigd. Op 11 mei wordt de eerste schade reeds verholpen. Of het in Duitse handen is gevallen is niet zeker. |
302 | 5523 | Geleverd aan LVA in september 1940 op Vliegveld Waalhaven Rotterdam. Korte tijd wordt deze G.1A gebruikt voor demonstraties in Brussel. Toen met duikremmen als proef gemonteerd. Op 10 mei 1940 is de 302 ingedeeld bij de 3e JaVA en wordt door het Duitse bombardement beschadigd. Piloot is dan LVA Sgt.Vl. Sipkes met als meevliegende monteurs/schutters Strik en Fluit. Het verdere lot van deze ex 302 is onzeker. |
303 | 5524 | Deze kist wordt in juli 1939 afgeleverd aan LVA voor de 3e JaVA op vliegveld Waalhaven te Rotterdam. De 303 wijkt op 10 mei 1940 rond 11.00 uur uit vanaf Waalhaven en vliegt via Schiphol en later vliegveld de Kooij naar Bergen. Daar wordt de 303 verder hersteld van het bombardement en andere schades opgelopen op Waalhaven. Er vliegen veel bemanningen op de 303 zoals vlieger Schoute en boordschutter Lok en later vlieger A. van Oorschot en boordschutter W. Wesley. Enkele andere bemanningen zijn vlieger K. Parmentier, vlieger Dill en boordschutter Van den Breemer, vlieger Hartkoren en staartschutter Heeres. Op 14 mei 1940 zal de 303 aan de rand van Rijksweg Amsterdam-Den Haag bij Schiphol verbranden. |
304 | 5525 | Deze G1 wordt op 8 juli 1939 geleverd aan LVA voor de 4e JaVA op vliegpark Bergen. Aanvankelijk wordt de 304 uitgerust met een extra verkenningskoepel van plexiglas onder de romp. In augustus 1939 wordt ermee gewerkt als strategische verkenner. Na diverse proefvluchten daarmee wordt die koepel weer verwijderd. De bijnaam is bijna onvermijdelijk: de BADKUIP G.1. De 304 speelt op 10 mei 1940 tijdens de overval van de Duitse Luftwaffe nog een vreemde rol. De bemanning met vlieger Thate en staartschutter Coene laten het toestel op het platform onbemand achter. Er wordt op 11 mei 1940 nog wel aan gewerkt maar blijkbaar niet meer mee gevlogen. |
305 | 5526 | Afgeleverd aan LVA op 8 juli 1939 voor 4e JaVA op vliegpark Bergen. De 305 loopt zware schade op bij de Duitse overval op 10 mei 1940. De jachtkruiser kan door de grote chaos op het vertrekplatform niet op tijd weg komen. De vlieger is Sgt.Vl. A. Bosman en de staartschutter Sgt. Wnr. Coene, die eerst met de 304 zouden vertrekken. Er zou op 11 mei 1940 nog een vlucht gemaakt zijn, maar zeker is dit niet. Daarna is de 305 definitief uitgeschakeld door brand. |
306 | 5527 | Deze G1A wordt op 11 juli 1939 aan LVA afgeleverd en is bestemd voor de 4e JaVA op vliegpark Bergen. Op 5 januari 1940 verongelukt de 306, gevlogen door piloot 2 e Lnt.Vl. A. van Ulsen en schutter Sgt.Wnr. P. Lok. De oorzaak is een botsing met de te dichtbij vliegende Fokker D.XXI 234 gevlogen door vlieger O.Thate. De bemanning van de G.1 weet zich met de parachute te redden. Het ongeluk van de G.1 vindt rond 13.30 uur plaats, vlakbij de Meggelsloot bij het dorp Graft (Noord Holland). Officieel wordt het overblijfsel van de jachtkruiser pas op 31 januari 1940 afgeschreven, zeg maar vrijgegeven. Overigens overleeft de D.XXI en de piloot in het ongeluk wel. |
307 | 5528 | De 307 wordt in 1939 aan LVA (Luchtvaart Adeeling) afgeleverd. De G.1 wordt ingedeeld bij de Jachtvliegschool om al die nieuwe G.1 toestellen zo snel mogelijk aan vliegers te helpen. Daarom wordt de jachtkruiser gestationeerd bij Vliegveld De Vlijt op Texel. Daartoe wordt een open schuur als extra en makkelijk toegankelijke hangaar gebruikt. Op 14 mei 1940 bij de capitulatie aan Duitsland neemt de Luftwaffe de 307 in beslag. Het toestel verdwijnt uit Nederland en heeft vermoedelijk nog vrij lang in Duitsland geopereerd. |
308 | 5529 | Dit toestel wordt op 13 juli 1939 aan LVA afgeleverd voor de 4e JaVA op Vliegpark Bergen. Ook deze G.1 staat klaar voor vertrek van een platform op Bergen en wordt door de Luftwaffe op 10 mei 1940 geraakt. Met name de linkermotor loopt forse schade op maar dat zal niet het einde zijn. Na reparatie zal de 308 heel wat missies blijven verrichten. Zelfs tot op de laatste dag 14 mei 1940 blijft het toestel actief, gevlogen door 1e Lnt.Vl. A. van Oorschot en schutter Sgt. W. Wesley. Daarvoor vliegen eerst 2e Lnt.Vl. B. Sandberg en boordschutter Sgt. J. van den Breemer op de 308. Op 14 mei op vindt de 308 haar einde Schiphol. |
309 | 5530 | De 309 is in juli 1939 aan de LVA afgeleverd en bestemd voor de 3e JaVA op vliegveld Waalhaven. Tijdens het Duitse bombardement op 10 mei 1940 wordt hij zwaar geraakt en is uiteindelijk verbrand. De aangewezen bemanning bestaat uit piloot 1e Lnt.Vl. J. Kuijpers en staartschutter Sgt. J. Venema. |
310 | 5531 | Deze kist wordt aan de LVA geleverd op 19 juli 1939 en is bestemd voor de 4e JaVA te Bergen. Ook deze 310 krijgt raakt beschadigd bij de Duitse aanval op Vliegpark Bergen op 10 mei 1940. De schade is herstelbaar en pas op 13 mei 1940 verongelukt de 310 bij Badhoevedorp (Haarlemmermeer). De bemanning bestaat uit Vlieger Sgt.Vl. A. Bosman en boordschutter Sgt. R. Coene. Beiden overleven het ongeluk en wellicht is daarna het beschadigde toestel in Duitse handen gevallen(?) |
311 | 5532 | De 311 is aan de LVA afgeleverd op 9 juli 1939 en bestemd voor de 3e JaVA op Vliegveld Waalhaven te Rotterdam. Na het eerste bombardement op Waalhaven op 10 mei 1940 en diverse acties ontstaat een tekort aan brandstof en munitiegebrek. Vlieger 2e Lnt.Vl. Gerben Sonderman en Staartschutter H. Holwerda landen op het strand van Oost-Voorne. Zij arriveren daar samen met de 328 en 329 die ook in de problemen zijn geraakt. Omdat de LVA geen kans ziet om brandstof aan te leveren, vertrekken de bemanningen. Pas op 13 mei 1940 ontdekken toestellen van de Luftwaffe de drie G.1 A 's en schieten ze in brand. |
312 | 5533 | Aan de LVA geleverd op 21 juli 1939 en bestemd voor de 3e JaVA te Waalhaven. Op 22 oktober 1939 gaat de jachtkruiser al bij een mobilisatie oefening over de kop. De G.1 A wordt in volledig hersteld. Maar op 10 mei 1940 komt de 312 terug naar Waalhaven met een flinke schade. Daar zou de jachtkruiser buiten gebruik gesteld zijn. Piloot is dan 2e Lnt Vl. P. Noomen en staartschutter is H. de Vries. Sommige bronnen geven aan dat de 312 is buit gemaakt door de Luftwaffe en opnieuw is hersteld. |
313 | 5534 | Dit toestel wordt aan de LVA geleverd op 27 juli 1939 en is bestemd voor de 4e JaVA op vliegpark Bergen. Op 10 mei 1940 staat de jachtkruiser in Hangaar 5 van vliegpark Bergen voor reparaties. De 313 vliegt bij het eerste Duitse bombardement in brand en wordt derhalve op 10 mei 1940 al afgeschreven. |
314 | 5535 | De 314 wordt in juli 1939 geleverd aan de LVA, bestemd voor de 3e JaVA op Vliegveld Waalhaven. Het vreemde is dat de 314 ook staat ingedeeld bij de 4e JaVA, een raadsel dus. In de mobilisatietijd, op 18 oktober 1939, ontstaat een oliedrukprobleem in de linkermotor. Piloot 1e Ltn.Vl. J. Thijssen en boordschutter Sgt. R. Coene slaan ermee over de kop. De 314 blijkt daarna in opslag te hebben gestaan op vliegveld Waalhaven. De jachtkruiser valt derhalve in Duitse handen na 10 mei 1940. In juni 1940 vertrekt de 314 naar Erprobungsstelle Rechlin, zuidelijk van Rostock. Dat is een Duits proefbedrijf nog opgericht in de Eerste Wereldoorlog voor beproeving van allerlei vliegtuigen. Later wordt deze G.1 tot februari 1941 nog gebruikt op vliegveld Altenburg bij Leipzig. |
315 | 5536 | De kist wordt op 25 juli 1939 aan de LVA (Luchtvaart Afdeeling) op Vliegpark Bergen afgeleverd. Daar wordt de jachtkruiser onderdeel van de 4e JaVA. De 315 wordt gevlogen door Vlieger 1e Lnt.Vl. A. van Oorschot en Boordschutter Sgt. W. Wesly. Er is sprake van stationering op Waalhaven maar uiteindelijk wijkt het uit naar De Kooij vanwege het Duitse bombardement. Vandaar gaat het naar Vliegpark Bergen waar hij in behoorlijk beschadigde toestand aankomt. Na de capitulatie op 14 mei 1940 valt de 315 in Duitse handen. In de maand juni 1940 is de 315 weer vliegklaar en wordt opgenomen in de Duitse Luftwaffe. |
316 | 5537 | De 316 wordt in november 1939 op Vliegveld Waalhaven afgeleverd aan de LVA en ingedeeld bij de 3e JaVA (JachtViegtuigen Afdeeling). Op 10 mei 1940 wordt de 316 zeer zwaar getroffen bij het Duitse bombardement op Waalhaven en is niet meer hersteld. |
317 | 5538 | Dit toestel komt aan op Vliegpark Bergen op 18 augustus 1939. Indeling vindt plaats bij de 4e JaVA. Op 10 mei 1940 staat de 317 in Hangaar 5 ter reparatie van problemen met de wieldruk van het staartwiel en probleem met stijlen. De jachtkruiser verbrandt volledig als gevolg van het Duitse bombardement en is dus op 10 mei 1940 al afgeschreven. |
318 | 5539 | De 318 wordt op 1 november 1939 aan de LVA geleverd op Vliegpark Bergen en ingedeeld bij de 4e JaVA. Op 10 mei 1940 staat hij achter de stilstaande 304 van O. Thate en kan derhalve niet weg komen van het platform. De beschadiging is licht en vlieger 2 e Lnt.Vl. F. Peetoom en schutter Sgt. G. Govers kunnen snel weer verder. Op 13 mei verricht de G.1 een escortevlucht van vier Fokkers C.X en vijf Fokkers D.XXI samen met de G.1 321. Vermoedelijk is de 318 toen bij Badhoevedorp aan zijn einde gekomen. Andere bronnen hebben het over een nieuwe schade en herstel in juni te Bergen en dan inbeslagname door de Luftwaffe. |
319 | 5540 | De 319 wordt op 2 september 1939 opgeleverd aan de LVA, bestemd voor de 3 e JaVA op vliegveld Waalhaven Rotterdam. Er zijn twee lezingen waarvan de eerste is dat de 319 al op 10 mei 1940 is verbrand op Waalhaven. Of de tweede waarbij pas op 13 mei 1940 de 319 wordt gevlogen door piloot 2 e Lnt.Vl. vander Jagt. Daarbij stort de jachtkruiser neer te Zevenbergen dichtbij Vlaardingen en wordt opgegeven. |
320 | 5541 | De 320 wordt op 20 oktober 1939 op vliegveld Waalhaven aan de LVA afgeleverd. Om een of andere reden niet ingezet vanaf 10 mei 1940. Het toestel zou op 14 mei 1940 uitgeschreven zijn. Vlieger is Sgt.Vl. S. De Vos geweest. Misschien is het toch door de Duitsers buit gemaakt. |
321 | 5542 | De 321 wordt op 27 september 1939 afgeleverd aan LVA, bestemd voor 4e JaVA op Vliegpark Bergen. 1e Lnt/Vl. J. Thijssen en boordschutter Sgt. K. Vermaat zijn op 10 mei 1940 om 04.00 uur gereed om van het platform te vertrekken. Ze zijn daarmee zelfs de eersten die de bomaanval van de Duitsers weten te ontwijken en zijn pas om 06.20 uur terug. Op 13 mei volgt nog een grote escortevlucht samen met de 318 en het toestel komt zwaar gehavend weer terug op Bergen. Vliegers zijn dan 2e Lnt/Vl. A. Van Ulsen en boordschutter Sgt. K. Vermaat. De meegevlogen vier Fokkers C.X en vijf Fokkers D.XXI komen er niet veel beter vanaf. De 321 komt uiteindelijk in een vaart naast Vliegpark Bergen terecht (de Middentocht in Bergen). Na de capitulatie op 14 mei 1940, wordt hij in juni 1940 door Fokker en KLM personeel hersteld. |
322 | 5543 | De 322 c/n 5543 wordt op 11 september 1939 aan LVA voor de 4e JaVA op vliegpark Bergen afgeleverd. De 322 is waarschijnlijk de meest gebruikte G.1A met vele vluchten vanaf 10 t/m 14 mei 1940. Al op 11 mei 1940 wordt de 322 van Vliegpark Bergen naar Schiphol gevlogen, vanwege lichte schade. De bemanningen wisselen al die dagen met grote regelmaat te weten A.van Oorschot met W. Wesley en H. Hartkoren met P. Lok, en verder T. Leegstra met W. Wesley en H. Hartkoren met W. Wesley. Sommigen vliegen zelfs meermalen per dag hun missies. Op 14 mei vliegt de 322 op Schiphol na haar zoveelste landing in brand bij boerderij Loevestein. |
323 | 5544 | De 323 c/n 5544 wordt op 30 augustus 1939 aan de LVA afgeleverd op vliegveld Schiphol. Op 7 april 1940 slaat het toestel over de kop en wordt van Schiphol teruggebracht naar de fabriek in Amsterdam Noord. Daar is op 10 mei 1940 de reparatie ongeveer voor de helft gereed. De Duitsers nemen hem over, waarbij het onzeker is of hij verder gerepareerd is of voor onderdelen is 323 gebruikt. |
324 | 5545 | De 324 wordt aan LVA afgeleverd op 24 augustus 1939 en op dezelfde dag afgeschreven. Dat wijst op een fors ongeluk op die afleverdatum met zeer veel schade. Over reparatie, of pogingen daartoe, is niets bekend en waar het toestel zich op 10 mei 1940 bevindt ook al niet. Zelfs niet omtrent buitmaking door de Duitsers. Zelfs niet van alle goede onderdelen. Tenslotte is er dan nog de mogelijkheid dat een van de potentiële kopers dit toestel, of de rest er van, toch heeft ontvangen. Dit in verband met een mogelijke licentiebouw in Spanje of Scandinavië. |
325 | 5546 | De 325 wordt aan LVA geleverd op 28 juli 1939 op vliegveld Waalhaven bij de 3e JaVA. De G.1 vertrekt op 11 mei 1940, na het eerste bombardement op Waalhaven, met Thate en Coene naar Bergen. Het toestel heeft lichte schade. Later gaat het van Bergen naar Schiphol met vlieger Leegstra en een LVA monteur. Op 12 mei 1940 vertrekt het met Sandberg en Van den Breemer naar noodvliegveld Middenmeer en vliegt vandaar uit twee missies. Later die dag naar Schiphol en naar Soesterberg en weer terug. Op 13 mei met Hartkoren en Sonneveld weer naar Soesterberg en terug naar Schiphol. De 325 verbrandt op Schiphol bij de Rijksweg Amsterdam-Den Haag op 14 mei 1940. Een indrukwekkende vlieglijst. |
326 | 5547 | De 326 wordt op 2 september 1939 aan de LVA afgeleverd. Van een indeling is ons niets bekend maar waarschijnlijk is het op 10 met 1940 uitgeschakeld op vliegveld Waalhaven. Er ook sprake van een mogelijke stationering op noodvliegveld Ockenburg nabij Den Haag en uitschakeling aldaar. |
327 | 5548 | De 327 is aan LVA afgeleverd op 8 september 1939. Net als de 326 vindt er nog geen indeling bij een JaVA plaats. Aanvankelijk wordt de 327 net als de 326 op noodvliegveld Ockenburg bij Den Haag geplaatst. De G.1 is al snel naar de fabriek in Amsterdam Noord terug gegaan voor reparatie. Schade tijdens het invliegen kan een rol gespeeld hebben. Op 10 mei 1940 is de 327 zo goed als gereed en valt dan in Duitse handen. Net als de 314 vliegt de Luftwaffe de 327 naar vliegveld Altenburg bij Leipzig. Tot in 1941 blijft de ex 327 actief en worden uiteindelijk alleen de motoren aan Finland verkocht. |
328 | 5549 | De 328 wordt op 11 september 1939 aan de LVA geleverd voor de 3e JaVA te Waalhaven. De jachtkruiser wordt gevlogen door Sgt.Vl. H. Souffree en boordschutter Sgt.Wnr. J. De Man. De 328 raakt op 10 mei 1940 vanaf vliegveld Waalhaven al snel bij enige missies betrokken. Waaronder het neerschieten van He-111 en Me-109 toestellen. Echter ziet de 328 geen kans om de brandstof en munitie aan te vullen. Het Duitse bombardement op Waalhaven verhindert verder het gebruik van het vliegveld. Op het strand van Oostvoorne wordt de 328 tijdelijk geparkeerd, samen met de 329. De Luftwaffe ontdekt de 2 jachtkruisers op 13 mei 1940 en schakelt ze onmiddellijk uit. |
Registr. | Constructie-nr | Het verhaal van dit vliegtuig |
---|---|---|
329 | 5550 | De 329 wordt ook op 11 september 1939 aan de LVA afgeleverd voor de 3e JaVA te Waalhaven. Deze jachtkruiser wordt gevlogen door 2e Lnt.Vl. K. Woudenberg en staartschutter Sgt.Wnr. J. Pouw. De 329 is direct betrokken bij diverse acties op 10 mei 1940 vanaf Vliegveld Waalhaven, waaronder de uitschakeling van Ju-52 en Ju-87 toestellen. Echter ziet ook de 329 geen kans om brandstof of munitie aan te vullen. Het Duitse bombardement op Waalhaven verhindert het verdere gebruik van het vliegveld. Op het strand van Oostvoorne worden de 329 en de 328 tezamen geparkeerd. Pas op 13 mei 1940 worden beiden ontdekt en in brand geschoten. Onbegrijpelijk dat het niet lukt in 3 dagen tijd brandstof aan te voeren. |
330 | 5551 | De 330 wordt geleverd aan LVA op 16 september 1939 en ingedeeld bij de 3e JaVA, de derde Jacht Vliegtuig Afdeeling op vliegveld Waalhaven Rotterdam. Al op 10 mei 1940 moet de 330 een noodlanding maken bij Zevenbergen, iets zuidelijk van Moerdijk. Vliegenier is dan Sgt.Maj. J. Buwalda. De 330 is dermate beschadigd,dat de Luftwaffe in augustus 1940 besluit hem te slopen. Dat is opmerkelijk, omdat er nog al wat G.1 jachtkruisers door de Duitsers opgeknapt zijn. Deze 330 heeft niets te maken met een mooie 330 replica die in het NMM te Soesterberg (helaas) in opslag staat. Het Aviodrome zou hem graag een tijdje in bruikleen hebben. |
331 | 5552 | De 331 wordt op 22 september 1939 uitgeleverd aan de LVA en ingedeeld bij de 4e JaVA te Bergen. De 331 zal worden gevlogen door Sgt.Vl. A. Bosman en staartschutter Sgt.Wnr. R. Coene. Al op 10 mei 1940 valt op het platform een motor uit en draait vervolgens een halve slag en loopt dan zware schade op. Zo komt de 331 vis-a-vis te staan tegenover de G.1 van 1e Lnt.Vl. H. Dill te staan en verbrandt uiteindelijk. |
332 | 5553 | De 332 wordt op 30 september 1939 geleverd aan de LVA en ingedeeld bij de 4e JaVA. Deze jachtkruiser loopt op 10 mei 1940 ook zeer zware schade op door het Duitse bombardement. Al op 11 mei 1940 gaan LVA monteurs in Bergen er mee aan de gang. De Duitsers nemen hem in beslag na de Nederlandse capitulatie en werken verder aan het herstel. Daarna gebruikt de Luftwaffe deze G.1A voor opleidingen. Geregistreerd als ??+97 met het c/n 5553 op de staart. Zie foto 9 van ''De G.1 in vreemde krijgsdienst'' gemaakt in München in 1941. (Bron Fam.W.Vredeling Hoofddorp). |
333 | 5554 | De 333 wordt op 17 oktober 1939 afgeleverd aan LVA en geplaatst bij de 4e JaVA op vliegpark Bergen. Op 10 mei, meteen na de aanvang van de Duitse bombardementen op Bergen, wordt de 333 volledig verwoest. De G.1 is dan ook volledig verbrand. De 333 maakt ook deel uit van de op het platform zo verbijsterend ondeskundig opgestelde groep. |
334 | 5555 | De 334 wordt op 20 oktober 1939 afgeleverd aan LVA en ingedeeld bij de 3e JaVA op Waalhaven. Al op 10 mei 1940, tijdens het Duitse bombardement op het Rotterdamse vliegveld, moet deze G.1 worden afgeschreven. |
335 | 5556 | De 335 c/n 5556 wordt op 31 oktober 1939 geleverd aan LVA en ook geplaatst bij de 3e JaVA op Waalhaven. Overigens houdt men deze G.1 op Waalhaven nog in depot. Het vermoeden kan zijn dat LVA graag wat in reserve houdt of dat bijvoorbeeld een deel van de bewapening nog niet gereed is. Het is dus vrij aannemelijk dat de Duitsers deze G.1 overvliegen naar de Erprobungsstelle (Beproevingsafdeling) Rechlin in Mecklenburg. Daar zijn overigens meer Fokker G.1A toestellen terecht gekomen. En niet zonder reden want de G.1 beschikt in die tijd toch over bijzondere kwaliteiten. |
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.