Europese Fokkers in Amerika

De Europese Fokkers in Amerika

De Europese Fokkers kwamen per schip uit Europa. Dat begon in 1919 met door de Army Air Service in beslag genomen D.VII’s (en mogelijk ook een enkele Dr.I en D.VI).

Deze werden spoedig gevolgd door een paar D.VIII’s en C.I’s die besteld waren via de Amerikaanse Ambassade in Nederland.

Bij het eerste bezoek van Fokker aan Amerika verkreeg hij militaire orders voor de F.IV/T-2, de V.40/F.VI en de T.II/FT. Daarnaast besloot hij F.III’s en C.II’s te zenden om de ontluikende commerciële markt te bedienen, wat maar moeizaam lukte.

Toen de V.40/F.VI positief was ontvangen werd een vervolgorder op tien iets gewijzigde PW-5 toestellen verkregen. Maar omdat een eerder geleverde V.40 met een vleugelbreuk was verongelukt kregen de PW-5’s een dikkere vleugel.

Toen ze na korte tijd buiten gebruik werden gesteld klaagde Fokker dat het toestel door de eisen van de Army Air Service was verprutst.


Begin 1922 bezocht de ondercommandant van de Air Service, Generaal Mitchell de Fokkerfabrieken in het kader van zijn Europese tour. Hij maakte daarbij kennis met een aantal nieuwe toestellen en stelde orders in het vooruitzicht op de C.IV/CO-4, de D.IX/PW-6 en de S.I/TW-4, die daarop naar Amerika werden verscheept. Alleen voor de C.IV werden vervolgorders verkregen.

Ook werd een ontwikkeling van de D.IX met de toen nog geheime Curtiss D-12 motor besteld, die later als D.XII werd aangeduid.

Een C.IV omgebouwd tot postvliegtuig (als CO-IV Mail) werd specifiek voor Amerika ontwikkeld maar vond geen koper.

De in Nederland gebouwde vliegtuigen die daarna naar Amerika gingen, werden aangeschaft door de Atlantic Aircraft Corporation (AAC) en als Amerikaanse modellen geïntroduceerd.


Tenslotte zijn ook een aantal Nederlandse vliegtuigtypen wel in Amerika gepresenteerd, maar daar nooit heen verscheept.


Door op de foto te klikken komt u op de uitgebreide beschrijving van het type.


Share by: