De Fokker “E” types zijn kort behandeld bij de “M” versies, met daarbij een verwijzing.
De “M” versies waren de officiële “Militair” flugzeug aanduidingen van Fokker.
Het Duitse leger gaf aan een aantal “M” types echter de “E” aanduiding van “Eindecker”.
Publiekelijk, in boeken, publicaties enz. worden de “E” types vaak ook als zodanig aangeduid, vandaar ook hier de keuze voor deze aanduiding en voor het apart plaatsen van foto’s en teksten van dit type.
De “E” types of Eindeckers waren de eerste Fokkervliegtuigen die in de eerste Wereldoorlog daadwerkelijk deelnamen aan luchtgevechten van het Duitse leger.
Later, tegen het einde van de eerste Wereldoorlog, werden de Eindeckers opgevolgd door andere Fokkerproducten, zoals de Dr.1 driedekker en de Fokker D-7.
De grootste afnemer van de Eindeckers waren het Duitse leger en marine, maar de Eindeckers werden ook gebruikt bij het Oostenrijks-Hongaarse leger en in Turkije.
De Eindeckers waren gebouwd volgens het Fokker principe: romp van gelaste stalen buis, een houten vleugelconstructie waarna het geheel bekleed werd met linnen. Het linnen werd gespannen met spanlak op cellulosebasis.
De Duitse oorlogsvliegers behaalden vele successen tijdens luchtgevechten met een Fokker Eindecker, mede omdat de toestellen enorm wendbaar waren.
Op 1 augustus 1915 behaalde Luitenant Max Immelmann zijn eerste luchtoverwinning met een Fokker E-I (M.5K/MG), achttien dagen later gevolgd door Oswald Boelcke.
Het duurde niet lang of de Fokker Eindeckers hielden zo huis onder de geallieerde vliegtuigen, dat men sprak over de “Fokker-gesel”.
Ondanks het overwicht van de Fokker Eindeckers, zijn er ook verschillende vernietigd tijdens luchtgevechten.
Ook zij er een aantal Eindeckers in andere omstandigheden verongelukt of gecrashed.
De vier hieronder vermelde Eindecker types hebben tot 1916 dienst gedaan bij het Duitse leger.
In januari 1916 was de hegemonie van de Fokker Eindeckers al gebroken door de komst van het de
Nieuport 11, uit Frankrijk en door de verschijning van de eerste
Airco DH.2 vliegtuigen van het RFC (Royal Flying Corps), No. 24 Squadron uit Engeland.
De bewapening van de Eindeckers was niet altijd betrouwbaar, de munitie was niet ideaal voor het gebruik in vliegtuigen en het wapen zelf was gevoelig voor kou.
Het duurde ook lang voor de Eindeckers op hoogte waren, de E-III deed er ongeveer een half uur over om op een hoogte van 3000 meter te komen.
Bij een totale vliegduur van maximaal anderhalf uur, bleef weinig tijd voor een luchtgevecht over.
Tijdens het vliegen moest er regelmatig met de hand brandstof van uit de hoofdtank overgepompt worden naar een tank direct achter de motor. Dit was niet handig voor de vliegers tijdens luchtgevechten.
Van alle gebouwde Eindecker types, ongeveer zo’n 300 stuks, is er nog één origineel exemplaar over gebleven.
Deze E-III met wn 509 en registratie 210-16 is te zien in het Science museum te Londen.
Door op de foto te klikken komt u op de uitgebreide beschrijving van het type.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.