Op deze pagina staat een overzicht van de V-serie.
De Fokker V-serie liep van 1916 tot 1919 en werd grotendeels ontworpen door Reinhold Platz, die in die tijd hoofdontwerper bij Fokker was.
De ‘V’ heeft in eerste instantie betrekking op ‘Verspanningslohs’, vrijdragend of zelfdragend.
Bij de M-serie liepen er spandraden om de vleugel zijn sterkte te geven, bij de V.serie niet meer.
De spandraden zorgen voor een aanzienlijke luchtweerstand en dit gaat ten koste van de snelheid.
De ‘V’ werd later door Fokker voor prototypes gebruikt (Versuchsflugzeug).
Door op de foto te klikken komt u op de uitgebreidere beschrijving van het type.
Fokker V.1 1916.
Het was een éénpersoons tweedekker
met een 100 pk Oberursel motor en bewapend met twee machinegeweren.
De V.2 werd januari 1917 gebouwd en was een verdere ontwikkeling van de V.1.
De V.3 werd augustus 1917 gebouwd, was een vrijdragende 3-dekker en had een 100 pk Oberursel motor.
De V.5 uit 1917.
Uitgerust met eem 110 pk Le Rohne motor.
3 protoypes zijn genouwd.
Fokker V.6, 1917
De type was een vergrote uitvoering van de V.4 (Dr-I).
De Fokker V.7 uit 1917 was een prototype.
Het was een poging om de Dr.I te verbeteren door gebruik te maken van de experimentele Siemens-Halske Sh.III, dubbelwerkende rotatiemotor.
Fokker V.8, 1917
Slechts één gebouwd.
V.9 / D-VI eind 1917
Uitgerust met een 80 of 110 pk Oberursel motor.
De V.10 (zomer 1917) was een driedekker met een 160 pk Siemens-Halske motor.
Verder is ons niets bekend over serieproductie.
De V.11 / D-VII werd eind 1917 gebouwd en had een 160 pk Mercedes motor.
Dit ontwerp vormt een tussenfase in de ontwikkeling van de Fokker D.VII.
Echter zal het niet tot een prototype bouw komen.
Het blijft dus een papieren project.
V.13 / D-VI 1917.
Dit type had een 110 pk Le Rhône motor.
Het was een prototype van de D-VI, die later veel door het Duitse leger gebruikt zou gaan worden.
De V.17 werd in december 1917 gebouwd en had een 110 pk Oberursel of Le Rhône motor.
V.18 / D-VII December 1917
De jager was ontworpen door Reinhold Platz, chef constructeur van Fokker en had oorspronkelijk een 160 pk Mercedesmotor.
De V.20 uit januari 1918.
Uitgerust met een 160 pk Mercedes motor.
Het was in feite een vergrote uitvoering van de V.17.
De V.21 uit 1918.
Uitgerust met een 160 pk Mercedes motor.
Er vond geen verdere ontwikkeling plaats.
De V.22 werd begin 1918 ontwikkeld en kreeg een 160 pk Mercedes motor en een vierbladige propeller.
De Fokker V.23 uit 1918 was een verdere ontwikkeling van de V.20.
Uitgerust met een Mercedes D.III motor van 160 pk en twee 7.62 mm machinegeweren
1918
De V.24 was vrijwel identiek aan de V.18 en wordt daar behandeld.
(Door te klikken komt u bij de V.18).
De V.25 uit 1918
Uitgerust met een 110 pk Oberursel motor.
De V.26/1 uit 1918
Het toestel had een 110 pk Le Rhône motor.
De V.26/2 werd in april 1918 gebouwd en had een 110 pk Le Rhône motor.
Dit toestel kreeg van het Duitse leger eerst de typeaanduiding E-V en later D-VIII.
De V.26/2 werd in april 1918 gebouwd.
De V.27 uit 1918.
Het was een vergrote uitvoering van de V.26 en had een zwaardere 195 pk V-8 Benz motor.
Uiteindelijk is het de voorloper van de V.37, tevens het prototype van de Amerikaanse Fokker F-VI.
De V.28 uit 1918.
Dit vliegtuig was gelijk aan de V26/2 maar had een andere motor.
De Fokker V.29 uit 1918.
Nam met een 185 pk BMW motor deel aan de 3e jagercompetitie.
Niet in productie genomen.
De Fokker V.30 uit de zomer van 1918.
De V.30 is een zweefvliegtuig met een parasolvleugel (parasoldekker).
Het zou een vliegende bom moeten worden, maar er vond geen productie plaats.
1918
1-zits (bewapende) 2 dekker met vleugelstijlen.
Dit toestel was bedoeld als sleepvliegtuig voor de V.30.
Geen foto’s beschikbaar.
De V.33 uit zomer 1918
Uitgerust met een 110 pk Le Rhône motor.
Doorontwikkeling van de V.9.
De V.34 uit zomer van 1918.
Uitgerust met een 185 pk BMW motor.
Dit toestel is een doorontwikkeling van de V.24 en de voorloper van de Fokker C.1.
De V.35 uit 1918
Uitgerust met een 185 pk BMW motor.
Tweezitter en doorontwikkeling van de V.24.
De V.36 werd in juni 1918 gebouwd en had een 185 pk BMW motor.
Het was een doorontwikkeling van de V.24.
De V.37 uit augustus 1918.
Uitgerust met een 195 pk Benz motor.
Het was een doorontwikkeling van de V.27.
Er volgde geen serieproduktie voor Europa maar wel voor de Verenigde Staten.
De V.38 uit september 1918.
Uitgerust met een 185 pk BMW motor.
Het was een grotere versie van de D-VII en achteraf ook het prototype van de C-I.
De V.39 uit eind 1918 was ook een parasoldekker.
Gebouwd voor sportdoeleinden, na de Wapenstilstand van de Eerste Wereldoorlog.
Uitgerust met een 110 pk Le Rhône motor.
Verder werd geëxperimenteerd met de 110 pk Oberursel en de 50 of 80 pk Gnome motor.
Het ontwerp was gebaseerd op de D-VIII, maar was kleiner.
De V.40 uit eind 1918.
Uitgerust met een 38(!) pk Anzani motor.
Sportvliegtuig, kleinere, gemotoriseerde uitvoering van de V.30.
De V.41 uit eind1918 is nog ontworpen in Schwerin als een éénzits bewapend gevechtsvliegtuig.
De parasoldekker werd in de nieuwe fabriek te Amsterdam-Noord afgebouwd in 1919.
Het is het prototype van de D.X.
Er werden 10 stuks voor Spanje gebouwd en afgeleverd.
Zie ook de serie D-vliegtuigen.
Geen foto's beschikbaar.
De V.42 uit 1919-1920 was een 1-zits land/water zweefvliegtuig.
1919
De V.43 is het prototype van de latere S.I en een lesvliegtuig voor 2 personen naast elkaar.
De motor is een 75 pk Mercedes.
De Verenigde Staten kocht het lestoestel en doopte de S.I om tot TW-IV
In oktober moet er nog een schade gemaakt zijn in de Amsterdamse fabriek.
(Door op de foto te klikken komt u bij de S.I).
1919
Dit zou het prototype van de F.I gaan worden, maar alleen de romp is gebouwd.
Dat zou dan in 1919 in Schwerin nog gebeurd zijn.
Er bestaat een tekening waarbij 4 passagiers nog in de open lucht zaten.
De V.45 uit 1919.
Uitgerust met een 185 pk BMW IIIa motor.
Passagiersvliegtuig voor 5 passagiers. Ontworpen door Reinhold Platz.
Arriveerde volkomen onverwacht op de E.L.T.A tentoonstelling te Amsterdam Noord in 1919.
Het bracht KLM oprichter Albert Plesman nogal in een lastig parket .
Met zijn inmiddels gehuurde en later gekochte De Havilland toestellen wilde hij in 1919 met KLM starten.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen over deze pagina?
Ga naar het contactformulier en stuur het ons op.
Alles is welkom! Foto's en teksten zullen we met bronvermelding plaatsen.